Raad van State: gemeenteraad mocht recreatiewoningen Westerweg weigeren

In die uitspraak concludeert het bestuursrechtscollege dat de ruimtelijke onderbouwing van de weigering aanvankelijk te summier was. Maar dat heeft de gemeenteraad later hersteld met een aanvullende onderbouwing. Alles tegen elkaar afwegend gaat de hoogste bestuursrechter daarmee alsnog akkoord. Dat betekent dat grondeigenaar en initiatiefnemer J. van den Heuvel zijn rechtszaak tegen Goeree-Overflakkee op formele gronden wint, maar er inhoudelijk niet veel mee opschiet. Hij krijgt wel zijn proceskosten terug, maar de woningen mag hij niet bouwen. En dat is een zure appel voor Van den Heuvel, die zijn laatste hoop op de Raad van State had gesteld.

Kort gezegd, wil de gemeente niet zoveel nieuwe recreatiewoningen op de hoek Westerweg-Oud Nieuwlandseweg, omdat die niet in het bestaande bouwlint passen. Verder wil de gemeente een afwisseling van bebouwing en open plekken behouden. Dat betekent dat niet elke open plek nabij de kust kan worden volgebouwd. In de aanvullende onderbouwing wijst de gemeente er op dat de locatie op de grens ligt tussen het zandwallenlandschap en de polder. Dat maakt deze plek zo bijzonder, aldus Goeree-Overflakkee. Het behouden van deze locatie als open plek past dan ook geheel binnen het zandwallenbeleid van de gemeente. De Raad van State is het daar mee eens.

Diezelfde Raad van State had tijdens eerdere de rechtszaak in Den Haag nog moeite om erachter te komen waarom de bouw van zes recreatiewoningen midden tussen andere veel grotere recreatieparken niet zou kunnen. De gemeentewoordvoerder noemde tijdens die zitting allerlei redenen, zoals het belang van het openhouden van de gebieden tussen de zandwallen, het behouden van doorkijkjes en het lintbebouwingsbeleid. De bewering van de raadsman van Van den Heuvel dat het kleine recreatieproject juist wel in het beleid van de gemeente past, kon de gemeentewoordvoerder niet goed weerleggen.

Aanvankelijk leek het er zelfs op dat de gemeenteraad helemaal niet meer over een bouwplan in welke vorm dan ook wil praten. Maar aan het eind van de rechtszaak gaf de gemeentewoordvoerder toch toe dat er best nog wel te praten valt over een andere invulling van het perceel. Daar putte de raadsman van Van den Heuvel wat moed uit. Want in de voorgaande periode leek de gemeenteraad alleen maar afwijzend te staan tegenover elk initiatief. En dat was opvallend, omdat het college van burgemeester en wethouders eerder een overeenkomst met Van den Heuvel hadden gesloten over de bouw van zes woningen. Volgens de gemeentewoordvoerder wist de gemeenteraad daarvan maar besloot ze het bestemmingsplan toch niet vast te stellen. Daarmee nam ze het risico van een forse schadeclaim op de koop toe. Daar komt het dus niet van, omdat de Raad in het voordeel van de gemeente besliste.