Meditatie: Sterkte in God

Het leven van David was een veelbewogen leven. Hoe vaak heeft koning Saul, David willen doden. Geen middel was hem daarvoor te heilig. Om zijns levenswil moest David vluchten; hij werd als een ‘veldhoen nagejaagd op de bergen'. Uiteindelijk zocht hij toevlucht bij de Filistijnen, de aartsvijanden van Israël. Daarin ging hij zijn eigen weg en niet de weg van de HEERE. David meende daar eindelijk rust te vinden. Toen de Filistijnse koning Achis van Gath hem welwillend ontving en hem en zijn 600 strijdbare mannen de stad Ziklag als verblijfplaats aanwees, kreeg hij wel enige tijd rust, maar het was een rust zonder God. Koning Achis zag in David een welkome bondgenoot in de strijd tegen Israël. Hij droeg hem op, de Filistijnse zuidgrens te verdedigen tegen de lsraëlieten en tegen plunderende Amalekieten. David bracht zich in Ziklag in een moeilijke positie. Hij die later een groot strateeg was, paste hier een strategie toe, die hem bitter zou opbreken. Hij ging listig te werk. Hij deed alsof hij Israël bestreed, maar in werkelijkheid ondernam hij strooptochten in het gebied van de Amalekieten. De krijgsbuit verdeelde hij tussen koning Achis en voorname families uit Juda. Tenslotte zat David hopeloos vast aan alle kanten. Koning Achis vertrouwde hem volkomen, maar de andere Filistijnse vorsten waren van de loyaliteit van David niét overtuigd. Als zij tegen Israël moeten vechten en Achis, David met zijn 600 strijdbare mannen ook wil inzetten, verzetten deze vorsten zich daar tegen. Achis zendt hem nu terug naar Ziklag. Als zij te Zigklag komen, vinden ze de stad verwoest. Wraak van de Amalekieten! Ze hebben Zigklag verbrand, vrouwen en kinderen en de levende have meegevoerd. Grote verslagenheid en verdriet bij David en zijn mannen. Klagelijk klinkt hun geschrei op. Zij weenden, "totdat er geen kracht meer in hen was om te wenen (1 Sam. 30:4b). En het wordt voor David nog erger, als zijn mannen zich in woede tegen hem keren. David is de schuld van het gebeurde, zo menen zij. Hij had een gedeelte van de mannen moeten achterlaten om hun vrouwen en kinderen en have te beschermen. Men dreigt hem te zullen stenigen. Het wordt David bang. Zeer bang. Bang voor zijn leven. Bang ook vanwege zijn schuld voor God.
Maar dan, in deze bange ogenblikken, lezen wij: "Doch David sterkte zich in de HEERE, zijn God". Gezegende verandering.
David komt tot inkeer over zijn ongeloof en wantrouwen, over zijn verlaten van de HEERE Maar ook tot terugkeer tot de HEERE. Tot Jahweh, de God van het Verbond. Deze terugkeer is genade van God.
Zij vloeit voort uit zijn oneindige zondaars­ liefde. De HEERE neemt David Ziklag af, maar wil in zijn Verbondstrouw zijn sterkte zijn, bij Wie Hulp is in nood, troost in droefheid. Het oude vertrouwen in de HEBRE keer­ de terug. Hij vond zijn God weer terug.
Zich sterken in God. Het betekent: het niet verwachten van eigen inzicht en kracht. Het houdt in: alles te verwachten van de sterke God. Als wij nood kennen, lichamelijke nood of geestelijke nood, dan zich niet groot en sterk houden. Het niet zelf willen doen, maar het God alleen laten doen. Het geheim van volkomen behoud Ligt in volledige overgave. Zo kan tegenspoed en beproeving ons dichter bij God brengen. Wordt te inniger de verborgen omgang met de Heere ervaren en zijn vertroostende genade gesmaakt. Dan ook komt er uitkomst.
Zie het in deze geschiedenis. Gesterkt neemt David weer de leiding over zijn mannen. Ze achterhalen de Amalekieten en krijgen alles wat verloren was, ongedeerd terug. "Alzo redde David wat de Amalekieten genomen hadden; ook redde David zijn twee vrouwen" (1 Sam. 30:18). In de grootste smarten, ook als wij in ons leven, op welke wijze dan ook, bij de puinhopen van ons ' Ziklag' staan, blijven dan onze harten in de Heere gerust. Weet u daar iets van in uw leven? U dacht in 'Ziklag' rust te vinden, maar bet was geen rust in God. Ik las ergens: "Wanneer God een mens wil zegenen, dan zal Hij onze krachten verbreken; dan zal Hij ons 'Ziklag' verbranden. De Heere moet soms harde slagen uitdelen om de mens van de schadelijke weg af te brengen op Zijn weg. Maar de pijn van die slagen is heilzame pijn.
In zichzelf blijft ieder gelovige zwak. Met onze kracht is het niets gedaan. We staan machteloos tegenover Satan, de wereld en de zonde. Maar: '"t ls lsrels God die krachten geeft, Van Wie het volk zijn sterkte heeft..." God heeft ons sterkte geboden in de Heere Jezus Christus. Van Hem profeteerde reeds Jesaja, dat het komende Kind, onder alle heerlijke Namen, ook deze draagt: 'Sterke God'. Zo geeft de Heere de moeden kracht en Hij vermenigvuldigt de sterkte dien, die geen kracht geeft" (Jesaja 40:29). In zijn genade vernieuwt Hij onze kracht. Hij volbrengt zijn kracht in onze zwakheid. Het moge ook uw ervaring zijn in dit moeitevol leven met zijn strijd eo aanvechting:

" Zalig hij, die in dit leven,
Jacobs God ter hulpe heeft;
Hij die door de nood gedreven
Zich tot Hem om troost begeeft;
Die zijn hoop in 't hach'lijkst lot,
Vestigt op de Heer' Zijn God".

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van begin 2001.