Vraag van de week: De Potter van de stier

Paulus Potter werd op 20 november 1625 in Enkhuizen geboren en leerde schilderen van zijn vader Pieter Potter die al bekendheid had verkregen als schilder van landschappen en stillevens. Na zijn jeugd in Enkhuizen en Amsterdam te hebben doorgebracht, schilderde hij jarenlang in Delft, waar hij zijn beroemdste werkstuk ‘De jonge stier’ vervaardigde, en in Den Haag. Na 1652 kon hij in Amsterdam aan de slag als beschermeling van Nicolaas Tulp. Hij werd niet ouder dan 38 jaar, maar in hooguit elf jaren leverde Paulus veel werkstukken af die hem later wereldwijd bekendheid gaven als dierenportretteur. Hij maakte naturalistische etsen van allerlei dieren en schilderde complete landschappen met vee. Van zijn hand is ook het levensgrote portret van Dirk Tulp te paard. Vermaard is ook zijn uitbeelding van ‘Het Boerenerf’, met meer dan dertig dieren. In tegenstelling tot andere kunstenaars liet de jonge Potter van het begin af zeer duidelijk de plooien van een vel, de spiermassa's en de gewrichten van mensen en dieren zien. Napoleon was zo zeer getroffen door Paulus' jeugdwerk ‘De jonge stier’ uit 1647, dat hij het meenam naar Parijs, alwaar het tot 1815 in Het Louvre prijkte. Na de val van Napoleon is het teruggekeerd naar ons land.