Lau Almekinders in zijn woning in Middelharnis (Foto: Pauline Hof).
Lau Almekinders in zijn woning in Middelharnis (Foto: Pauline Hof).

"Ik laat niet meer met me gooien, die tijd is geweest"

Lau Almekinders is een bekende naam in de judowereld. Hij is een 3e dan judomeester en gaf tientallen jaren judolessen bij JC Middelharnis. In 2016 nam hij afscheid, om in 2018 met veel enthousiasme terug te keren. “Ik vind het heerlijk om te doen. Ik geef les aan kinderen van 4 tot 18 jaar, op donderdagen in Dirksland en op vrijdag in Oude-Tonge. Soms val ik in bij de Staver. Er zitten sterke jongens tussen, hoor!” Zijn vrouw, Adrie, met wie hij al 62 jaar gelukkig getrouwd is, was minder enthousiast, toen hij weer de mat op ging. “Ik moest een beetje aan mijn leeftijd denken en rustig aan doen, zei ze. Ze wilde niet hebben, dat ik zou ‘valbreken’. Maar ja, zolang ik het nog kan… Ik wil dat natuurlijk wel voordoen in de lessen. Maar ik laat niet meer met me gooien, die tijd is geweest. De trainingen liggen nu stil door het coronavirus, maar ik hoop dat we snel weer kunnen beginnen.” Lau is onlangs aan staar geopereerd. Een spannende ingreep als je bedenkt dat hij maar met één oog goed ziet, omdat hij een aangeboren afwijking aan het andere oog heeft. “De operatie aan mijn goede oog moest dus wel slagen, anders had ik meteen een blindengeleidehond nodig”, grapt hij om de ernst van de situatie af te halen. Gelukkig is alles goed gegaan en kan hij nu herstellen.

Genieten

Wanneer Lau over judo praat, komt er een grijns op zijn gezicht. “Judo is een prachtige sport. Het traint alle spiergroepen van het lichaam, van je grote teen tot je nek. Dit in tegenstelling tot veel andere sporten, die vaak maar een beroep doen op een enkele spiergroep. Judo leert je ook zelfbeheersing, eerbied en respect. De werking van het menselijk lichaam is zo bijzonder. Je kunt niet zomaar nieuwe longen kopen of een nieuw hart. Met je lijf moet je dus met respect omgaan. Niet roken, niet drinken en geen drugs. Maar die waren er vroeger nog nauwelijks, toen ik jong was. Ik geloof ook in regelmaat. Niet te veel eten en drinken, voldoende slapen en op tijd weer op. Elke zondag gaan Adrie en ik een rondje lopen in de Kwade Hoek. Ook je verstand moet je trainen. We spelen elke avond twee potjes rummikub en we bridgen. Dat helpt allemaal om vitaal te blijven. Ontspannen is ook belangrijk. We gaan graag op vakantie naar Kroatië. Van de zomer zijn we ondanks de corona ook zes weken geweest. We hebben trouwens altijd veel gereisd. Heerlijk, we genieten er enorm van. We hebben de caravan nu weggedaan, omdat we daar voortaan een bungalow gaan huren. Dat maakt de reis ernaartoe gemakkelijker. Het is toch een flinke afstand naar Kroatië. Ik tennis trouwens ook nog graag en ben lid van een tennisclub in Kroatië.”

Chocolade

Hij werd geboren in Den Haag. Hij maakte er het bombardement mee op het Bezuidenhout. “We renden voor ons leven. Ook de bevrijding herinner ik me nog goed. Hoe de Canadezen op de Laan van NOI reden. Ik kreeg van een van hen een reep chocolade.” Hij lacht. “Ik heb toen mijn liefde voor chocolade opgedaan. Een hap en ik was verkocht! Ik ben er nog steeds dol op. Het is mijn zwakte.” Het werk van zijn vader - hij was schapenhoeder - bracht de familie naar Zeeland, naar Rilland-Bath. Daar maakte ze de watersnoodramp mee. In zijn herinnering gaat Lau terug naar die nacht. Hoe hij in het stikdonker met zijn fiets een poging ondernam zijn vader te gaan helpen, de schapen op de dijk te krijgen, maar op weg ernaartoe al werd weggeblazen door de wind en tot zijn middel in het water stond. De familie slaagde erin zichzelf in veiligheid te brengen. Ook vader overleefde de ramp. Maar de wind, de kracht van het water en ook de kou zouden hem altijd bijblijven. “Na de ramp kwamen we in Hilversum terecht. Daar kreeg ik mijn eerste judolessen.”

Sportleraar

In 1957 verhuisde het gezin Almekinders naar Herkingen. Hij zat op de avondschool en hoorde twee jongens in de klas praten over judo. Ze zouden ’s avonds judoën in een buurtgebouwtje. “Daar wilde ik bij zijn. Ze bleken een boekje te hebben, waarin de worpen werden uitgelegd en ze probeerden de tekeningen na te doen. Ik vertelde dat ik lessen had gehad en de oranje band had. Zo werd ik die avond gebombardeerd tot judoleraar.” De eerste lessen werden gegeven in blauwe ketelpakken, omdat er geen judopakken voor handen waren. Van jongs af aan wilde hij graag gymnastiekleraar worden, maar zijn ouders vonden, dat hij beter een vak kon leren. Zo werd hij elektramonteur. “Judo heeft me veel gebracht in het leven. Natuurlijk is sporten goed voor je, maar ook maatschappelijk bracht het me verder”, vertelt Lau. “Door de judolessen werd ik uiteindelijk toch sportleraar. Het was financieel aantrekkelijker om als docent lichamelijke opvoeding te werken dan als elektramonteur. Ik had twaalf weken vakantie per jaar, maar het was ook fijn dat ik in verwarmde lokalen kon werken. In de bouw zat ik altijd in de kou. Aanvankelijk had ik natuurlijk geen bevoegdheid om les te geven, toen ik in 1970 werd gevraagd om in Oude-Tonge op een school sportleraar te worden. De directeur zag wat in me. Ik ben toen een dag per week naar Eindhoven gegaan om daar mijn onderwijsbevoegdheid te halen. Ik werd daar niet als sportleraar opgeleid trouwens, maar als leraar maatschappijleer. Maar dat maakte vroeger niet uit. Je mocht dan elk vak geven.”

Successen

Generaties kinderen groeiden op met de judolessen van ‘meester Lau’, die plezier in de sport hoog in het vaandel had. “Het is een van de dingen, die ik onderweg leerde. Sport gaat niet alleen om presteren, je moet er ook lol in hebben. De warming-up kun je doen met rondjes lopen, maar ook met kruip- of tikspelletjes.” Zijn verdiensten voor de judosport zijn niet onopgemerkt gebleven. In 2008 bij het 50-jarig bestaan van de judoclub Middelharnis, waarvan hij ook de oprichter was, werd hij koninklijk onderscheiden. Hij werd benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. De bijbehorende oorkonde hangt ingelijst in de woonkamer. Lau kende vele mooie momenten in zijn judocarrière. Hij stopte op zijn 39e met de wedstrijdsport, maar deed nog tot zijn 68e mee aan veteranentoernooien in binnen- en buitenland. Hij behaalde mooie successen en leidde vele talenten op. Maar een moment dat eruit sprong, was ongetwijfeld het bezoek van Olympisch kampioen Anton Geesink bij de opening van de sporthal in Oude-Tonge in 1968. “Hij had me vooraf gevraagd of we een beetje konden ‘valbreken’. Geen probleem, had ik gezegd. Hij hoefde zich niet in te houden. Geesink was een boom van een vent. Dat hebben we geweten. We kwamen bont en blauw de mat weer af.”

Dreumes

Lau zou je geen 82 geven. Soms vergeet hij zijn leeftijd zelf ook. “Laatst vroeg een jongen of het waar was, dat je vroeger elke winter kon schaatsen. Jawel, zei ik. Vraag maar aan je moeder. In de winter van 1963 hebben we wel zes weken geschaatst. Zegt hij een week later: Mijn moeder weet dat niet. Ze is uit 1980.” Als Lau zijn vrouw Adrie aan ziet komen met zware boodschappentassen, loopt hij liefdevol razendsnel naar buiten om haar te helpen. Zij helpt hem herinneren dat hij net aan staar is geopereerd en dat hij helemaal niet mag tillen. “Adrie is geweldig. Ze is te goed voor deze wereld”, meldt hij, als hij weer aan tafel plaatsneemt. “Ze is nooit lang boos. Ze draait zich om en praat er niet meer over.” Zelf kan hij nog wel eens een tijdje mokken, moet hij bekennen, maar zij niet. “Voor mij is dat één van de belangrijkste dingen in het leven: een harmonieus gezinsleven. Ik ben een gezegend mens, dat ik dat heb. We hebben twee fantastische kinderen en vier kleinkinderen en nu ook een achterkleinkind, Romy.” Hij pakt zijn telefoon om een filmpje van de kleine dreumes te laten zien. “Ze is nu een jaar. Ik hoop dat ik het nog mee kan maken dat ze ook gaat judoën. Dan kunnen we een foto maken met vier generaties Almekinders in een judopak. Dat is ook leuk voor in de krant, trouwens!”

Anton Geesink (links) en Lau Almekinders bij de opening van de sporthal in Oude-Tonge.
Lau Almekinders (l) kreeg in 2008 in het bijzijn van zijn vrouw Adrie (r) de koninklijke onderscheiding opgespeld door burgemeester Hommes (m).