Afbeelding
Foto:

Neem en lees: De vijand rukt vast aan

Op de titelpagina staat een citaat van Groen van Prinsterer:
‘Dit onweerstaanbare in de gang van de gebeurtenissen neemt de persoonlijke verantwoordelijkheid niet weg. Niemand is genoodzaakt, voor de afgod van zijn eeuw te buigen. Niet het onvermogen om te weerstaan, maar de bereidvaardigheid om mee te werken zal ten laste worden gelegd’.

Enkele passage uit de inleiding van dit boek:
Zomer 2019. In een prekenserie over Openbaring komt ook hoofdstuk 13 aan de orde. Dat hoofdstuk handelt over de antichrist. In verschillende gemeenten heeft de schrijver deze preek gehouden. Het opvallende was dat er aandachtig geluisterd werd. Maar ook dat deze preek vragen oproept, soms maanden later pas. Velen blijken zich af te vragen wat er aan de hand is met deze wereld. Dat is meer dan een jaar geleden.

Najaar 2019. Vanwege de reacties op de preek, leek het ds. Van Reenen goed om zijn gedachten over de antichrist uit te werken in een boek. Hij voelde aan dat het dringend was om hieraan te beginnen, ook al vanwege de veelheid aan ontwikkelingen die op ons afkomen. De schrijver heeft er enkele weken voor uitgetrokken.
Voorjaar 2020. Het coronavirus grijpt om zich heen en een crisis houdt de hele wereld in haar greep. De vragen over de eindtijd komen bij velen met extra kracht omhoog. De schrijver had het gevoel dat de kalender met tien jaar versneld is. Hij had gedacht om in betrekkelijke rust zich te kunnen voorbereiden op de beschreven ontwikkelingen, maar dan komt een en ander wel heel dichtbij.

Het eerste hoofdstuk gaat in op de vraag: Waarom zouden we letten op de antichrist? Een Bijbels signalement en een Bijbelse oproep vragen de aandacht.
In het tweede hoofdstuk laat de schrijver de Bijbel aan het Woord: 1 Johannes 2 : 18-23; 2 Thessalonicenzen 2 : 1-12; Openbaring 13 en aanvullingen vanuit het Nieuwe Testament. Dit hoofdstuk eindigt met de voorbodes van de antichrist.

In het derde hoofdstuk gaat de auteur in op de kenmerken van de antichrist: één wereldrijk, één wereldbeker, één netwerk, één religie, één wet, één geluk, nog één stapje en tenslotte plaatst dominee het geheel in de tijd van de coronacrisis.
De titel van hoofdstuk vier is genomen uit het Lutherlied: Al drukt het leed, al dreigt het lot. Als intermezzo : de coronacrisis en de eindtijd. De volgende kernwoorden worden besproken: maakbaarheid, rol van overheid, roep om wereldleiding, focus op gezondheid, onderlinge verwijdering, waarde van ouderdom, risicomijding, digitalisering, privacy, kerksluiting, doorgaande ontwikkeling, een antwoord en een uitzicht.

Hoofdstuk 5 heeft als titel: Geen aardse macht begeren. Hoe zijn wij voorbereid? Met korte oproepen geeft de schrijver aan hoe we voorbereid moeten en voorbereid kunnen zijn: Volg! Kies! Let op! Wees getrouw! Houd vast! Laat los! Heb lief! Verwacht! Strijd! En Bid!

In een bijlage wordt literatuur aangereikt voor verder lezen en/of studie.
In het Nawoord bedankt de schrijver de verschillende meelezers voor het minutieus door nemen van het manuscript; ook zijn vrouw en gezin betrekt hij in deze dank. Het boek is zeker ook met het oog op hen geschreven. Hij hoopt dat de Heere het hen geven zal over zijn kinderen te waken. Maar Hij waakt ten volle. Hem zij de dank voor Zijn genade, leiding en bewaring. En dat voor mensen als wij.

De auteur besluit met de volgende passage:
Ik hoop dat dit boek tot nut en zegen mag zijn van de kerken in Nederland. Daarbij is het mijn innige verlangen dat de Heere ons in onze verscheurdheid wil helen, in onze lauwheid wil verwarmen en in alles Christus wil verheerlijken. Maar hoezeer dat ook mijn verlangen is, mijn bijdrage ook middels dit boek is maar beperkt. En daarom vraag ik u als lezer om met alles wat hier geschreven is naar God en Zijn Woord toe te gaan om nader onderwijs. Niet als mijn boek gewaardeerd wordt, maar als het Woord van Christus rijkelijk onder ons woont, zal ik mijn werk genadig beloond zien.

Dit boek zou in ieder gezin aanwezig moeten zijn, maar ook in bibliotheken van de gemeenten en van de kerkenraden. Het is alweer tijden geleden, dat er een boek verschenen is over de antichrist. Maar we weten dat de antichrist komen zal. Meer nog weten we dat Christus komen zal om te oordelen de levenden en de doden. En dwars door alles heeft lonkt die dag. Daarheen richt zich het verlangen van een christen, daarin zal zijn vreugde liggen. ‘Hun blijdschap zal dan, onbepaald, door ’t licht dat van Zijn aanzicht straalt, ten hoogsten toppunt stijgen (Ps. 68:2 ber.) Met dat uitzicht kunnen wij de aanstaande grote verdrukking tegemoetzien. ‘Maranatha’!’ ‘Ja, Ik kom haastiglijk. Amen. ‘Ja, kom, Heere Jezus!’