Afbeelding

Opininie: Als we omkijken

Als we omkijken, zien we die vrouw van ver in de tachtig. Moederziel alleen voor het raam van haar appartementje in Nieuw Rijsenburgh, of een willekeurige andere woonzorglocatie. Geen bezoek, nauwelijks contact met andere mensen. Besmet raken is vrijwel zeker sterven. Zonder zicht op afscheid nemen van geliefden.

Als we omkijken, zien we ze weer zitten in de gang van het ziekenhuis. Verdwaasd en wezenloos staren ze in een onpeilbare diepte. Zojuist moesten ze voor de zoveelste keer kiezen wie ‘mag’ overleven aan de beademing en wie moet sterven. Het hakt er keihard in. Dit is niet waarom ze in de zorg wilden werken.

Als we omkijken, zien we die relatief gezonde man van nog geen 60. Happend naar adem, bijna stikkend in zijn eigen speeksel. De beademingsmachines waren gelukkig net op tijd in het ziekenhuis. Hij overleeft. De man naast hem niet.

Als we omkijken, zien we die energieke IC-verpleegkundige. Ze is volledig ingepakt in beschermende kleding. Wanhopig rent ze heen en weer tussen de patiënten. Het zweet gutst van haar voorhoofd. Ze roept een collega: een van de patiënten moet op zijn buik worden gedraaid. Een loodzware klus is het. Het einde van haar dienst van 12 uur is in zicht. Even naar huis, slapen, en weer twaalf uur aan de bak. Ze kan niet meer, maar ze gaat toch.

Als we omkijken, zien we het stille jongetje uit groep 6. School betekent alles voor hem. Even niet worden gekleineerd, geslagen of geschopt. Mishandeld, misbruikt. Op school is hij veilig. Totdat diezelfde ouder(s) hem moeten leren rekenen. Les krijgen zit er niet in. In plaats daarvan zwerft hij de hele dag op straat. Beter dan het alternatief, dat dan weer wel. Gelukkig is het mooi weer. De juf probeert wel contact te krijgen, maar het is een kansloze missie.

Als we omkijken, zien we een huilende vrouw met voor zich een tablet. Daarop is een uitvaartdienst bezig. Het is die van haar man. Zelf zit ze in quarantaine. Afscheid nemen is er niet bij. Zelf niet bij het geopende graf.

Als we omkijken, zien we een nagenoeg lege kerk. De lofzang klinkt niet, of hooguit vanuit de geluidsinstallatie. De gebeden stijgen niet op uit de vele aanwezige harten en monden. De camera hangt er gelukkig wel, maar de predikant preekt tegen lege kerkbanken.

Wat we ook zien

Niet fraai hè? Misschien zelfs wel confronterend, deze terugblik op 2020. Het is slechts een kleine greep uit de directe en indirecte schade die het virus heeft aangericht. Of je die nou serieus neemt of wegzet als ‘een griepje’.

Maar als we omkijken, zien we nog meer.

We zien hoe egoïsme en liefdeloosheid hoogtij vieren. ‘De 80-plussers overlijden binnenkort toch sowieso. Is het niet aan corona, dan wel ergens anders aan. Daarvoor hoeven we toch niet het hele land plat te leggen?’ Het klinkt zelfs een beetje logisch. Totdat de vrije vertaling volgt: 'Laat ze maar creperen en het zorgpersoneel erbij. Als ik maar gewoon door kan gaan met mijn leven.' Dezelfde mensen die met bloed, zweet en tranen ons (ei)land hebben opgebouwd na de oorlog en de ramp, worden zonder pardon geofferd op het altaar van de economie.

We zien families en vrienden toch gewoon in grote groepen bij elkaar komen en elkaar soms massaal besmetten. En ook massaal de overheid de schuld geven dat die het helemaal verkeerd doet.

We zien dat Nederland langzaam veranderd is. Eerst waren er acties voor de eenzamen en applaus voor het zorgpersoneel. Nu wordt steeds meer verdeeldheid gezaaid. We zijn allemaal viroloog, we hebben allemaal de enige mening die ertoe doet en we profileren ons ook graag zo. De gedrevenheid om samen voor iets te vechten is deels verdwenen.

Spiegel

Misschien wordt het tijd om eens in de spiegel te kijken. Iedereen voor zichzelf. Wie zien we dan? Iemand die verdeeldheid zaait of eenheid? Iemand die eerst aan de ander denkt of eerst aan zichzelf? Iemand die de ander uitnemer acht dan zichzelf, of iemand die het toch maar goed met zichzelf en zijn of haar mening heeft getroffen? Iemand die Mark Rutte, Hugo de Jonge en anderen die over ons gesteld zijn graag belachelijk maakt? Of iemand die zich verootmoedigt en voor hen bidt om wijsheid?

Als we echt nog eens goed omkijken, zien we dat er eigenlijk maar eentje is die lacht.