Afbeelding
Foto:

Neem en lees: De genezing van de blinde Bartimeüs

In zeven preken over Lukas 18: 35-43 behandelt de bekende oude schrijver Theodorus van der Groe de geschiedenis van de blinde Bartimeüs. Van der Groe verklaart de geestelijke genezing van blinde zondaren en de bereidwilligheid van Christus om hen te genezen.
Deze zeven preken zijn uitgesproken in 1742 (dus uit het begin van zijn Kralingse periode) en zijn bijzonder helder, onderscheidend en pastoraal van inhoud.

We laten de hertaler, C. Bregman, aan het woord in zijn verantwoording:

… Alhoewel Van der Groe ingaat op alle details van de geschiedenis, zoals Lukas die beschrijft, toch ligt de kracht van de preken in het toepassen daarvan in het leven van zijn gemeenteleden. Opmerkelijk is het dat hij niet voorbijgaat aan het leven van alledag, maar toch ligt de spits in de geestelijke toepassing, waarbij het gaat om de genezing van blinde zondaren. Van der Groe tekent in de blinde Bartimeüs het beeld van de gevallen mens, maar in zijn genezing maakt Christus duidelijk dat Hij gekomen is om gevallen en blinde zondaren te wijzen op Hemzelf als de Weg des levens. Zo maakt deze verrassende en indringende bundel preken duidelijk dat de Heere de ogen van geestelijk blinde mensen wil openen.

De hertaler heeft deze hertaling met grote vreugde mogen uitvoeren. Wel heeft hij geprobeerd om zo dicht mogelijk bij de tekst van Van der Groe te blijven. Omdat Van der Groe een opvallend fris en helder taalgebruik had, was dit voor de hertaler geen al te grote inspanning. Hij hanteerde, al was het ongeveer 280 jaar geleden dat een en ander aan het papier was toevertrouwd. Voor de lezer van 2020 moet het geen probleem zijn om deze tekst zich eigen te maken.

De hertaler heeft, waar dat nodig was, voetnoten geplaatst (235), om de oorspronkelijke tekst van Van der Groe weer te geven. Het citeren van teksten uit de Bijbel is uit de meest recente GBS-uitgave. Om een zekere structuur aan te brengen, is gebruikt gemaakt van kopjes of een enkele cijfer- of letteraanduiding.

Ook is het een geweldige steun in de rug wanneer er meelezers zijn, die de hertaling kritisch hebben gevolgd. Op pagina 10 noemt de hertaler er enkele: D. Baarssen, hersteld hervormd kandidaat theologie op Urk; ds. W.J. van Gent, christelijk gereformeerd predikant in Ouderkerk aan de Amstel; en ds. J. Schipper, emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten, woonachtig in Scherpenzeel. Hij dankt hen hartelijk voor deze vriendendienst, die zij hem hiermee hebben bewezen. In ieder geval is het de tekst zeer ten goede gekomen!

Het is de wens van de hertaler dat de Heere de uitgave van deze bundel preken wil gebruiken tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk, opdat Zijn huis vol worde met verloste zondaren, die uitroepen: ‘Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.’

Een citaat uit de laatste preek:

… Er was een grote menigte van allerlei slag mensen aanwezig tijdens de genezing van de blinde. Ze zagen dat grote wonder allemaal voor hun ogen gebeuren, en omdat ze er Gods grote macht, genade en heerlijkheid in erkenden, werden zij hier zó door getroffen dat ze allemaal God hebben geloofd en geprezen. Zo vermeldden ze Gods lof en grootheid. Dit gebeurde echter alleen maar in uitwendige zin, zoals ook nu onbekeerde mensen God uitwendig kunnen loven en prijzen. De lof van God is namelijk niet altijd een zaak van het hart, en gaat niet altijd samen met geloof en ootmoed. Als deze mensen God vanuit heel hun hart hadden geloofd en geprezen, zouden ze allen zeker zalig geworden zijn. Dan zouden ze vanaf dat moment ook allemaal de Heere Jezus vastberaden hebben gevolgd. Maar… nu keerde ieder weer gauw terug naar zijn huis, want hun nieuwsgierigheid om de Zaligmaker te zien was bevredigd.

Van harte deze hertaling van ‘oud goud’ aanbevolen. Hier hoeft niemand het excuus aan te voeren dat het ouderwets taalgebruik is, want de heer Bregman is er bijzonder in geslaagd om voor mensen uit de 21e eeuw dit werk toegankelijk te maken. Neem en lees.