Natuurvergunningen garnalenvissers
Wester- en Oosterschelde bungelen nog

De Raad van State heeft nog geen einduitspraak gedaan over de natuurvergunningen voor garnalenvisserij in de Westerschelde en Oosterschelde. De hoogste bestuursrechter wil dat LNV-minister Carola Schouten gaat uitzoeken wat de effecten zijn op de natuur van de Nederlandse en Belgische garnalenvissers tezamen.

Over deze zogeheten cumulatietoets heeft de minister weliswaar wat uitgezocht, maar tegenstanders van de garnalenvisserij in de beschermde natuurgebieden hebben beargumenteerd dat het onderzoek niet deugt. Daar had de minister een reactie op moeten geven, vindt de Raad van State in twee tussenuitspraken. Die reactie moet er binnen acht weken zijn. Dan volgt einduitspraak over de natuurvergunningen. Die zijn verleend aan zes garnalenvissers en enkele producentenorganisaties waaronder de Nederlandse Vissersbond. De vergunningen zijn geldig tot 2023.

Vereniging Natuurmonumenten vecht de vergunningen aan omdat de garnalenvissers onherstelbare schade zouden toebrengen aan de natuur in de Wester- en Oosterschelde. Niet de hele garnalenvisserij hoeft plat, zeggen de natuurorganisaties. Maar volgens de clubs heeft de minister geen adequate passende beoordeling gemaakt. Ze vinden de hele passende beoordeling "een flutonderzoek". Daar lijkt de Raad van State het niet mee eens te zijn. Maar de minister moet nog wel komen uitleggen dat er geen schadelijke cumulatieve effecten zijn.