Ziekenhuiscolumn: Zorgverlener en lotgenoot (12)

Vorige maand was ik aan de beurt. Hevige pijn, forse benauwdheid, hoge koorts, geur- en smaakverlies en ontzettende vermoeidheid: het is allemaal de revue gepasseerd. Medicatie moest al snel te pas komen om erger te voorkomen. Het herstel zette zich na bijna twee weken in. Een lang herstel. En nu heb ik het alleen nog over de zichtbare dingen gehad. Wat dacht u van de eenzaamheid die zich aandringt? Je zit alleen in quarantaine. Je zou een arm om je heen nodig hebben. Maar men blijft angstvallig uit je buurt. Je bent gevaarlijk. Daarnaast is er nog een onmenselijk aspect. Toen de huisarts ’s avonds mij bezocht, zag ik niets anders dan een paar ogen. De rest was gecamoufleerd door beschermende kleding. Ik zag geen gezichtsuitdrukking, geen mimiek. Het menselijke ging er vanaf. Al die keren dat ik zelf als een marsmannetje mijn patiënten hielp, is mij dat nooit opgevallen. Tot nu. Zo blijkt maar weer dat geen enkele ervaring voor niets is. Als ik eenmaal de frontlinie weer in mag, zal ik deze ervaringen meenemen. Dan zal ik daar niet alleen staan als zorgverlener, maar ook als lotgenoot. Dan mag ik zorg verlenen met dubbele lading.

Het is alleen jammer dat zo’n beetje iedere Nederlander zijn of haar mening wil profileren. Iedereen is ineens viroloog, epidemioloog, coronaloog en wat voor -loog dan ook geworden. De een overschreeuwt de ander. Ik kan u vertellen dat hard praten meer geluid geeft, maar niet meer gelijk. Misschien hebt u corona als een ‘griepje’ ervaren. Dan mag u daar heel blij en dankbaar voor zijn. Veel mensen vinden het hun recht om de regels aan hun laars te lappen. Werkelijk onbegrijpelijk. U bent coronamoe. En wie niet. De media praat nergens anders over en boezemt angst in. Er lijkt niks anders te bestaan dan corona. We worden er moe van en zijn het zat. Maar corona is ons nog niet moe. En daarom moeten we volhouden. En doet u het niet voor uzelf, doe het dan voor een ander. Doet u mee?