Ethiek: Psychische problemen

Dergelijke psychische problemen komen eigenlijk best vaak voor. Soms wordt het in stilheid gedragen, maar er zijn mensen die diep gebukt gaan onder dergelijke problemen. Die problemen kunnen zich voordoen in eigen leven, maar ook in relaties en onder kinderen komen ze voor. Er zijn kinderen die bijvoorbeeld dwanggedachten hebben. Er zijn weer andere kinderen die denken over zelfdoding. Vaak is het als ouder niet eenvoudig om hiermee om te gaan. Het kan ook best zijn dat ouders niet goed weten wat er met hun kind aan de hand is. Het geeft allerlei moeite als dergelijke zaken zich voordoen.

Bij dergelijke problemen is het goed oppassen dat ieder zijn eigen plaats weet. Neem bijvoorbeeld een situatie van incest, met alle gevolgen van dien. Mentaal kan dat hele ingrijpende gevolgen hebben. We moeten dan oppassen om niet met goedkope antwoorden op de proppen te komen. Soms zijn er wel mensen die denken dat dit soort dingen in kerkelijke kring niet voorkomen. De ervaringen van de laatste tijd hebben het tegendeel wel ongeveer duidelijk gemaakt. Ook in de kerk komen ernstige zaken voor.

Hoe gaan we echter met dergelijke dingen om? Het valt mij weleens op de sommigen denken dat psychische problemen heel eenvoudig zijn op te lossen. Mensen hebben er soms zomaar een oordeel over. Soms wordt iemand met dergelijke problemen gezien als een aansteller. Dat lijkt mij volkomen onterecht. Bij een gebroken been gaan we ook niet zelf aan het behandelen. Dan hebben we een dokter nodig. Bij een gebroken geest geldt precies hetzelfde. Dan is er een hulpverlener nodig. Goedbedoelde opmerkingen hebben dan geen zin. Over medicatie en andere zaken moeten artsen oordelen. Voor therapieën hebben we een therapeut nodig. Vanuit het ambt moeten we nooit op de stoel van de hulpverlener gaan zitten. Daar komen zeker ongelukken van. Helaas is dat soms wel gebeurd, met een zeer naar gevolg. Laat elke ambtsdrager dus zijn plaats weten.

Trouwens, een ambtsdrager is ook geen opsporingsambtenaar. Kijk, mensen kunnen zeggen dat ze mishandeld zijn of dat er sprake is van incest. Maar een ambtsdrager kan niet bepalen of dat ook werkelijk zo is. Het kan best zijn dat iemand dingen vertelt die niet waar zijn of anders. Voor waarheidsvinding zijn er ook mensen beschikbaar. Bij mishandeling kunnen mensen naar de politie gaan en die doet onderzoek. Hulpverlening en onderzoek zijn bij psychische noden belangrijk, maar horen niet thuis op het bord van de ambtsdrager.

Wat is de roeping van een ambtsdrager? Deze komt luisteren naar noden en zorgen. Die noden en zorgen kunnen groot en pijnlijk zijn. Iemand kan helemaal levensmoe zijn geworden. Soms uiten mensen ook wel zaken in die richting. Elia wilde ook maar liever sterven. Vanuit het ambt zijn we dan geroepen om woorden Gods te laten klinken. We mogen mensen wijzen op hun relatie tot God. Soms is dat heel moeilijk. Soms lijkt het wel alsof we de ander niet kunnen bereiken. Echter een kort stukje uit de Bijbel (een vers of 5) en een kort maar bewogen gebed kan heel veel betekenen. Zo kunnen we elkaar helpen in een moeilijke tijd en in verdrietige omstandigheden. De eeuwigheid zal openbaren wat de vrucht is geweest.