Afbeelding
Foto:

Column:Waarheidsvinders

Het enige moment dat de landelijke media over de kerk schrijven, komen ‘we’ er meestal niet zo best vanaf. Dan is er iets heel erg fout gegaan. Er zijn bijvoorbeeld duizelingwekkende bedragen aan collectegeld weggesluisd naar een privérekening. Of er komt weer zo’n vreselijke misbruikzaak aan het licht. Die aandacht is niet leuk, maar nog wel te begrijpen.

Staphorst was echter een heel andere zaak.

Boos is misschien wat overdreven, de teleurstelling was des te groter. Ik kan me gewoon niet voorstellen dat je als journalist, een waarheidsvinder nota bene, de waarheid zo kunt wegmoffelen of verdraaien zoals dat rond de kwestie Staphorst gebeurde.

Uitzonderingen daargelaten was de (overwegend Randstedelijke) boodschap: iedereen houdt zich aan de regels van groepsgrootte, behalve de kerken. De waarheid was: in de grote steden gaat het vreselijk mis omdat men zich massaal niet aan de regels houdt, maar de kerken houden zich perfect aan de voorschriften en kunnen daarom met flinke groepen samenkomen.

Ze kregen het niet uit hun mond. De kerk als zondebok aanwijzen was veel eenvoudiger en bovendien een prima afleiding van het echte probleem. Was er al een genuanceerd geluid te horen, dan verdween die in het oorverdovende ‘wij-niet-dan-zij-ook-niet’.

Gelukkig waren daar de predikanten. U weet wel, de mensen die belachelijk werden gemaakt. Om hun boodschap en vooral om hoe ze die brachten. Echt luisteren was er helaas niet bij. Die dominees riepen op tot geloof en bekering, tot kalmte, om vredestichters te zijn. Maar ook om de regels vanuit de overheid te volgen. Het was alleen jammer dat deze woorden alleen werden gehoord door de mensen die zich er toch al keurig aan hielden.

Waarheidsvinders, tegellichters, hoeders van de rechtsstaat, de vierde macht, de luis in de pels. Er zijn al veel eretitels gegeven aan het journaille. Sinds vorige week hoort daar voor een groot deel van hen officieel ook de titel ‘kerkhater’ bij.