Meditatie: Op weg naar Jeruzalem

U mag dat heel letterlijk nemen. Als Jezus hier met Zijn discipelen spreekt, dan zijn ze in de buurt van Jericho. En van Jericho naar Jeruzalem, dat was klimmen. De weg liep geleidelijk omhoog. Het was een verschil tussen die twee plaatsen van zo'n 750 meter. Maar u mag dat opgaan ook nog in een andere zin nemen. Zoals we dat zingen uit Psalm 43: dan ga ik op tot Gods altaren. In deze opgang naar Jeruzalem gaat Jezus op naar het altaar der verzoening. Hij zal voldoen aan Gods heilig recht. Hij laat Zich breken onder het oordeel van de dood als Hij de vloek op Zich laadt. Naarmate Jezus stap voor stap omhoog klimt naar de Godsstad, daalt Hij stap voor stap af in de diepte van de vernedering. Hij gaat het kruis tegemoet.
Jezus gaat hier wel voorop, maar de twaalven gaan wel mee. Hij zegt niet: "Ik ga op..", maar: "Wij gaan op". De discipelen moeten volgen. Hebben zij dat gewild? Was dat de bedoeling? Ik denk het niet. Want dit doorkruist al hun plannen. Er gaat een streep door hun idealen, door al hun verwachtingen. Want weet u wat ze op deze weg gaan leren? Ze gaan leren de les die alle discipelen van Jezus in deze wereld tot vandaag toe leren: Zijn smaadheid dragen, in Zijn schande delen, meegaan in Zijn lijden en dood. Het is een leven onder het kruis. We verleren alle fierheid en we verliezen alle zelfverzekerdheid. We worden innerlijk verbrijzeld tot wat we zijn: arme zondaars en berooide bede­ laars, die leven van genade. Dat leren we al gaande: kruis dragen, zelfverloochening. Om ons te verblijden in Hem. Dat is toch de kern van het Evangelie? Zoals Jezus zei, ergens op de weg: "Wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen, maar wie zijn leven zal verliezen om Mijnentwil, die zal het behouden". In blijde verwondering. En ook u wil Hij zo graag meenemen op die weg. Hij kruist uw pad. Vandaag nog nu u dit leest.

Hebben ze het verstaan de discipelen hier? Dat schrijft Lukas duidelijk: En zij verstonden geen van deze dingen. Ze willen wel naar Jeruzalem. Maar dan naar de troon. "Hosanna, gezegend is Hij die daar komt in de Naam des Heeren". Zoals het ook in onze dagen is. Veel mensen willen Jezus nog wel. O ja, Jezus is in. Maar dan Jezus als maatschappijvernieuwer, de sociale hervormer, de Jezus van de ware humaniteit. Die gaat erin als 'koek'. Maar de echte Jezus, die naar het kruis van Golgotha gaat, die daar Zichzelf offert en Zijn bloed plengt om verzoening tot stand te brengen met de heilige God en schuldige mensen. Ja dan zijn velen niet thuis. Wat koop je daar nu voor? Daar kun je vandaag toch niet mee aankomen? Zij verstonden geen van deze dingen. Het is voor hen verborgen. Ze hadden zich heel andere voorstellingen gemaakt.
Verstaat u het? Is het ons mensen niet eigen het hier beneden goed te willen hebben en onze wensen vervuld te willen zien? Wij willen er graag geestelijk en lichamelijk warm bij zitten en als het onvermijdelijke uur van de dood komt, nou ja, dan spreekt het vanzelf dat God er zal zijn om ons in de hemel te helpen. Zo is het met ieder mens gesteld van nature. Maar wat verstaan we ervan dat we diepgevallen zondaren zijn en blijven, die de eeuwige dood verdiend hebben, en dat we daarom een Borg en Middelaar nodig hebben, die elke dag, elk uur, elk ogenblik voor ons intreedt?
Zij verstonden geen van deze dingen... Weet u wanneer dat anders wordt? Na Pasen. "En hun ogen werden geopend". Dat schrijft Lukas in hoofdstuk 24. Na Pasen. Maar hier zitten ze dicht. Vlakbij de Meester, het beste onderwijs, bij herháling. Ach, je ogen moeten ervoor geopend worden. Anders hoor je het aan, maar het zegt je niks. Dan ben je op klaarlichte dag stekeblind. Dat kan. Een oogoperatie, dat is nodig.

Maar nou is het Pinksteren geworden. Nu heeft Jezus de Heilige Geest verworven. En Die geeft: verlichte ogen van het verstand om God te kennen in het aangezicht van Jezus Christus. Weet u wat er dan gebeurt? Dan gaat u alles zien en vinden in de Heere Jezus Christus; alles zien in Zijn wonden, in Zijn voorbede bij de Vader. Dan wordt Jezus u alles. Dan ziet u op naar Zijn kruis om daarin alleen te roemen.
En u zegt het tegen uzelf en tegen anderen in uw omgeving: "Jezus leeft".

Deze overdenking stond eerder in het voorjaar van 2002 in Eilanden-Nieuws.