Vraag van de week: Zwart/geel/rood

Toen er tijdens de Oostenrijkse overheersing van de Zuidelijke Nederlanden verzet gepleegd werd tegen keizer Jozef II wegens allerlei moderniseringen en de opheffing van kloosters en seminaries, tooiden vele leden van de oppositie zich met kokardes in de kleuren van hun provincie. De hertogen van Brabant voerden een klimmende gouden leeuw met rode tong op hun wapenschild, dat later op een zwart veld is geplaatst. Het oude graafschap Henegouwen had een samengestelde vlag, waarin de eigen rode leeuw zowel als de zwarte leeuw van Vlaanderen op een gouden veld waren uitgebeeld. De Republiek der Verenigde Nederlandse Staten, welke uit de revolutie van 1790 ontstond, nam daarom het zwart, goud en rood op in haar vlag, maar die werd nog in verschillende uitvoeringen gehesen. Met die kleuren van de onafhankelijkheid nog in gedachten, werd dit zwart-geel-rood de rationale vlag van de Belgische opstandelingen tegen het gezag van koning Willem I, die na de val van Napoleon soeverein vorst over de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden was geworden. Eerst zag men nog liggende banen, maar het Voorlopig Bewind te Brussel koos voor staande kleuren om de eigen vlag duidelijker van de Nederlandse driekleur te kunnen onderscheiden.