Vervolgverhaal - Joke Verweerd – Snoeitijd (96)

‘Genoeg, Lode! Ik wil veel voor je doen en sorry, ik moet beter op mijn woorden letten, maar ik ga niet met een halfdronken kerel op stap en ik draag geen boxershorts.’
‘Wie draagt hier boxershorts?’ wil Willemijn weten. Ze staat in de deuropening met koude rode wangen en ze stopt haar verkleumde handen in haar mouwen.
‘Voor geen goud!’ wuift Chiel dat verhaal van tafel. ‘Is het gelukt?’ vragen zijn ogen.
Willemijn schudt haar hoofd. ‘Niet thuis, straks weer proberen.’
Ze loopt door naar de gang en Chiel vindt haar voor de spiegel.
‘Hoe was Martijn?’
‘Ja, hoe moet ik dat uitleggen? Blij dat Aijsa onderweg is, maar opgelucht kan hij nog niet zijn. Ik pikte hem op bij de bibliotheek en we zijn meteen naar Ugurs huis gegaan, maar alleen zijn zus, Farah, was er. Ze zei dat Ugur naar de moskee was. Daar is zo’n vergaderzaaltje waar de mannen
’s middags zitten. Als vrouw kun je niet binnenstappen en het leek ons niet verstandig dat Martijn daar in zijn eentje op afging. Dus na een poosje wachten hebben we maar besloten het aan het begin van de avond nog eens te proberen. Om half zeven pik ik Martijn weer op. Het komt wel goed, Chiel. Gewoon een kwestie van volhouden en rustig blijven.’
Hij forceert een glimlach en knikt, maar in de spiegel zijn hun beider ogen zorgelijk en bang.
‘Als ik om kwart voor acht geen telefoontje van je gehad heb, ga ik niet weg!’
Ze knikt en omdat Lodewijk de gang inkomt, begint ze over iets anders.
Er hangt een gespannen sfeer aan tafel en de pannen gaan nog halfvol terug naar de keuken. Catharina zegt er niets van.
Lodewijk zeurt over het feit dat Catharina nog geen nette kleding voor hem heeft klaargelegd. Chiel gaat de vaat wassen om Willemijn de gelegenheid te geven meteen na het eten te vertrekken.
Mijntje moppert dat dat nergens goed voor is, want nou zit ze weer alleen in de kamer. Chiel rijdt de rolstoel naar de keuken en geeft haar de theedoek. Het schiet niet op, elk bord wordt eerst uitgebreid gedroogd en dan opnieuw op het aanrecht gezet, waar Chiel met de vaatdoek steeds weer de waterplas probeert te keren.
‘’t Is vechten tegen de bierkaai!’ leeft Mijntje mee.
Lode komt naar beneden, keurig in het pak, en daar krijgt hij van Mijntje een compliment voor.
‘Zo zie ik je graag, jongen! Ga je naar de kerkenraadsvergadering?’
Daar hoeft Lode geen antwoord op te geven, blijkbaar.
‘Schiet op, joh!’ zegt hij tegen Chiel. ‘Ik heb geen zin om daar als laatste binnen te komen.’
Juist dan gaat Chiels mobiele telefoon. In twee stappen is hij de kamer uit, hij ziet nog net Lodes verbaasde blik.
‘Ja?’
Het is Willemijn. ‘Het is gelukt!’ zegt ze. ‘Ugur was al op de hoogte, de vader van Aijsa zit hier. Ze gaan nu samen naar zijn huis. Ja, Aijsa’s huis. Het is daar niet zo goed gevallen. Salim ging vreselijk over de rooie en die heeft zijn moeder mee, dat weet je, maar met Ugur erbij moet het lukken. Aijsa’s vader is nu ook weer rustig. Ik breng Martijn thuis en dan kom ik meteen naar Meijlanden. Ga jij nou maar met mijn vader mee. Volgens mij komt het wel goed.’
Chiel protesteert. ‘Ik ga zo niet weg, Willemijn! Wie weet wat Salim in zijn kop haalt?’
‘Chiehiel, please, doe het voor mamma, voor mij dan!’
‘Je belt meteen als er iets is!’ zegt hij, zich verzettend tegen het machteloze gevoel.
‘Daar kun je van op aan.’
‘Wees voorzichtig!’ zegt hij nog, maar ze heeft het gesprek al beëindigd.
In de kamer probeert Catharina tevergeefs Lodewijk zover te krijgen dat hij zijn wandelstok meeneemt.
‘Je bent gek, jij!’ briest hij.
Chiel pakt de autosleutels en gaat de auto halen. Lode stuntelt achter hem aan.
‘Had je Willemijn aan de lijn?’ vraagt Catharina die de wandelstok ondanks de protesten van Lode op de achterbank legt.
‘Ze komt nu naar huis,’ zegt hij. Het moet geruststellend klinken, maar dat doet het niet.
Catharina klemt haar lippen op elkaar als ze knikt.
‘Gaan we nog?’ klinkt het geïrriteerd naast hem.
Chiel zet de ruitenwissers aan, het miezert.

Het is druk in de raadszaal van het voormalige gemeentehuis. De bestuurlijke activiteiten vinden sinds de herindeling allemaal plaats in het pasgebouwde stadskantoor. Voor deze bijeenkomst heeft men voor de oude locatie gekozen. Chiel heeft bij binnenkomst heel wat handen te drukken, verrast als men is hem te zien. Na vijf keer summier iets over zichzelf en Gold Apple Garden verteld te hebben, accepteert hij dat Lode dat overneemt. Het maakt hem momenteel geen fluit uit wat Lode er bij verzint, al zal dat ongetwijfeld heel wat zijn. Nogmaals controleert hij het bereik van zijn mobieltje.