Afbeelding
Foto:

Veroordeeld om mee te doen

Zoals je vroeger met vrienden een potje voetbal speelde en jouw kant met 10-0 achter stond, dan zei je: 'Ik doe niet meer mee hoor', en vertrok.

Maar zo gemakkelijk is dat niet altijd. Ooit logeerde er een kleindochter voor een nachtje bij ons. Om half drie stond ze bij onze slaapkamerdeur met de woorden: 'Ik wil niet meer, hoor'. Ze wilde naar huis, ze wilde niet meer meedoen, maar dat was niet zo eenvoudig. Deze week had ik het plan om naar België te gaan, maar mensen afkomstig uit Zuid-Holland, Noord-Holland en Groningen zijn daar vanwege de toename van coronabesmettingen niet meer welkom. Aan de ene kant niet helemaal onbegrijpelijk, want hoewel we in veel gevallen er maar wat bijhangen als eiland, horen we toch bij Zuid-Holland. Aan de andere kant dacht ik: het valt hier toch wel mee? We worden afgerekend op de grote steden in onze provincie. En ik begreep die Duitse recreant op de Brouwersdam, op de grens van Holland en Zeeland, in het NOS journaal die het ook niet begreep. Dus zal ik België toch maar proberen binnen te komen en gewoon tegen Zuid-Holland zeggen: ‘We doen niet meer mee?' Dat is ook in dit geval niet gemakkelijk. Wat wel gemakkelijk is? Dat is gewoon zeggen: ‘Ik doe niet meer mee’, zoals een aantal, voor mij onbekende, Bekende Nederlanders afgelopen week deed. Ik begrijp ze, maar dat is net zoiets als dat je al een half uur in de file staat en opeens zegt: ‘Ik doe niet meer mee’ en je geeft gas en gaat verder over de vluchtstrook. Dat loopt verkeerd af. Ook rondom de coronamaatregelen zijn we veroordeeld om mee te doen. We ‘leven samen’, het is niet anders!