Afbeelding
Foto:

Neem en lees: Struikelblokken

We weten dat het Oude Testament een lange tijd geleden geschreven is in een andere cultuur. Voor ons levert dat allerlei vragen op: wisten de Israëlieten wel van een leven na de dood? Wat kunnen wij met de wetten die voor het leven in Kanaän bedoeld waren? Is met de Knecht des HEEREN in het boek Jesaja echt Jezus als Messias bedoeld? Niet allen christenen hebben vragen bij de uitleg, ook kritische buitenstaanders bevragen ons. Waarom bevat het Oude Testament zoveel passages met geweld? En… kloppen de beschreven gebeurtenissen wel? Het is toch onmogelijk dat een volk van meer dan 2 miljoen mensen door de woestijn zwierf? De stad Jericho was toch al lang verwoest voordat het volk Israël daar arriveerde? In dit uiterst belangwekkend boek voor docenten, ambtsdragers en geïnteresseerde lezers behandelt de auteur tientallen vragen, om struikelblokken bij het lezen uit de weg te ruimen.

Dr. Mart-Jan Paul is hoogleraar Oude Testament aan de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven en eindredacteur van de twaalfdelige serie Studiebijbel Oude Testament.
De schrijver heeft de vragen gerubriceerd in zes delen (afdelingen): vragen over Bijbelboeken, historische en archeologische vragen, Godsdienstige vragen, ethische vragen, actualiteit voor ons, tekstoverlevering van het Oude Testament. Een tekstregister completeert het geheel, alsook een verantwoording van illustraties.
In dit boek worden niet alle vragen beantwoord, maar wel een veertigtal van de belangrijkste. Mocht u nog verder willen lezen en onderzoeken, dan kunt u terecht in de twaalfdelige Studiebijbel Oude Testament, waar deze vragen grondiger behandeld worden.

Bijbelteksten worden meestal uit de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling geciteerd, maar in de bespreking komen ook andere vertalingen aan de orde.
De genoemde zes delen zijn zelfstandig te lezen en het is niet nodig ze op volgorde door te nemen. Verwijzingen naar verwante onderwerpen worden met een pijltje en het betreffende hoofdstuk aangegeven. Zo kunt u ook verwijzingen aantreffen naar Bijbelteksten die toegelicht worden in het tekstregister.

Dr. Paul bedankt in zijn woord vooraf, Anne Exalto-Boonzaaijer voor haar hulp in het publicatieproces. Hij geeft aan het eind ook aan voor wie dit boek bedoeld is. Om in beknopte vorm enige belangrijke kwesties aan de orde te stellen. Want, zo zegt hij, we kunnen in dit leven nooit alles begrijpen van het Woord van God (zie 1 Kor. 13 : 12), maar er is soms meer bekend dan wij denken! De auteur hoopt dat de antwoorden helpen om struikelblokken bij het lezen uit de weg te ruimen, zodat het Woord van God des te meer kracht in ons leven zal doen.

Uit de veertig vragen bij het Oude Testament, lichten we er één uit als voorbeeld.

Al worden de eerste vijf Bijbelboeken vaak de ‘boeken van Mozes genoemd’, dat wil niet zeggen dat alles door hem geschreven is. Het is goed mogelijk dat Mozes het boek Genesis heeft samengesteld, maar het bewijs daarvoor ontbreekt. Ook is het boek Genesis een afgeronde eenheid, maar veel beloften daarin zijn nog niet vervuld. Het boek Exodus is het logische vervolg. Omdat Mozes in Exodus de hoofdpersoon is, kan ook de inhoudelijk samenhang tussen beid boeken een argument zijn voor het auteurschap van Mozes of voor het grote aandeel dat hij gehad heeft in de samenstelling.

De eerste vijf Bijbelboeken worden ook wel de Pentateuch (‘vijf rollen’) genoemd. Diverse gedeelten worde expliciet aan Mozes toegeschreven, bijvoorbeeld de Tien Geboden en de daaropvolgende wetten. Dat geldt ook voor de wetten voor de eredienst. God gaf aan Mozes nog meer instructies op weg van Sinaï naar Moab (zie het boek Numeri). In Moab gaf Mozes een toelichting op de wet in de redevoeringen die in Deuteronomium staan opgetekend. Jezus en Zijn volgelingen bevestigen dit (Matth. 8:4; Lukas 16 : 31; Lukas 24 : 27, 44; Joh. 1 :17; Hand. 3 : 22). De eerst Bijbelboeken zijn inhoudelijk met elkaar verbonden. Het slot van de eerste boeken noemt telkens het hoofdonderwerp van het volgende boek. Het slot van Genesis vermeldt dat Jozef voor zijn sterven beveelt in later tijd, bij het vertrek uit Egypte, zijn gebeente mee te nemen naar het Beloofde Land. In Exodus, dat daarop volgt, wordt dit vertrek uit Egypte genoemd en ook dat het lichaam van Jozef wordt meegenomen. Op zijn beurt eindigt Exodus met een aantal hoofdstukken over de tabernakel. Leviticus handelt verder over de dienst in de tabernakel. Vervolgens wordt Leviticus afgesloten met een herinnering aan de gebeurtenissen bij de berg Sinaï. Numeri vangt aan met ‘Mozes in de woestijn Sinaï’. Dit boek eindigt met een verwijzing naar de geboden die de HEERE door Mozes aan Israël gegeven heeft. In Deuteronomium staat de prediking van Mozes over de geboden. Het is duidelijk dat de boeken samenhangen en dat er geleidelijke overgangen zijn. Blijkbaar vormen de eerste vijf Bijbelboeken een eenheid. Vanwege de grote plaats die Mozes in de boeken inneemt, is het waarschijnlijk dat hij een grote rol vervulde bij het schrijven en bij het ordenen van de stof. De latere overlevering in het Oude en Nieuwe Testament bevestigt die centrale rol.

Dr. Paul eindigt het laatste hoofdstuk met de volgende uitspraak: ‘Het was belangrijk het oorspronkelijke werk over te leveren. Inhoudelijk is dit ook te begrijpen: waaraan hebben hoorders en lezers houvast? Aan woorden die door God Zelf geopenbaard zijn daarna zorgvuldig overgeleverd werden. (zie verder Studiebijbel OT, deel 12 Excurs 5, ‘Het ontstaan van de profetische boeken’.

Neem, lees, onderzoek en doe er uw winst mee. Dit boek wens ik in vele handen, niet alleen predikanten en andere ambtsdragers, maar ook docenten, studenten en zij die op een eerlijke wijze voorgelicht willen worden naar Schrift en Belijdenis.