Afbeelding

Opinie: Nooit meer zwaaien naar de Gouden Koets?

Eerst maar even het probleem schetsen, al is dat door alle aandacht en discussie vermoedelijk al wel bekend. Aan de linkerkant van de Gouden Koets is bij de beschildering ‘Hulde der koloniën’ een zwarte man te zien die knielt voor een blanke man.

Voor de één is het plaatje een eerbetoon aan het Nederlandse koloniale verleden en daarmee ook iedere rit die de koning en de koningin in de Gouden Koets maken. Voor veel anderen is de Gouden Koets een nationaal symbool en de beschildering een inkijkje in de geschiedenis. Volgens historici heeft de beschildering op de Gouden Koets niets te maken met een verheerlijking van de koloniën en is het ook geen voorstelling is van slaven die knielen voor het koningshuis. Het plaatje beeldt de toen geldende verhoudingen uit tussen Nederland en de koloniën uit. Niet meer en niet minder.

Dat met name zwarte mensen vaak als minderwaardig werden behandeld en dat dat ook nu nog gebeurt, is een treurig feit. Wat steeds meer mensen echter tegen borst stuit en de discussie rondom slavernij en racisme absoluut geen goed doet, is dat werkelijk niets meer ‘veilig’ is. Feit is namelijk dat de geschiedenis – hoe donker sommige bladzijden ook zijn – niet uitgewist kan worden. Eerst moesten de meeste standbeelden het al ontgelden, nu is de Gouden Koets aan de beurt. De vraag is wat hierna volgt.

Momenteel wordt de koets gerestaureerd en dus kan koning Willem-Alexander zijn beslissing uitstellen wat er met de Gouden Koets dient te gebeuren. Onder druk van de door de media bepaalde publieke opinie ziet het er evenwel slecht uit voor de Gouden Koets. De kans is klein dat het rijtuig nog uit het Amsterdam Museum komt, waar het tentoongesteld wordt.

Als de koning de keuze maakt om de Gouden Koets niet meer te gebruiken, is dat op zich niet zo erg. Zijn overgrootmoeder koningin Wilhelmina vond het maar een lelijk ding en liet het koninklijke rijtuig regelmatig in de stalling staan. De Gouden Koets is niet per se nodig om de koning zijn taken te laten uitvoeren. Desnoods wordt de Glazen Koets weer uit de stalling gehaald.

Net zoals voor de standbeelden geldt dat het onzinnig en kortzichtig is om ze omver te gooien omdat de betreffende historische figuur ‘fout’ was, geldt dat ook voor het laten verdwijnen van de Gouden Koets omdat er een plaatje op te zien is die critici niet aanstaat. Er ontstaat een probleem als de Gouden Koets wordt opgeworpen als symbool van slavernij en koloniale onderdrukking. Dat zorgt voor een discussie zonder nuances en die ontaarden meestal in scheldpartijen over en weer.

Eerst en vooral is het nodig dat we de geschiedenis begrijpen. Waarom staat dat plaatje eigenlijk op de Gouden Koets? Waarom waren Piet Hein en Michiel de Ruyter zo belangrijk voor Nederland dat onze broodnuchtere voorouders een standbeeld voor hen oprichtte? Pas als die historische context duidelijk is, kan een zuivere discussie gevoerd worden over het slavernijverleden en de mogelijke invloed daarvan op hedendaags racisme en discriminatie.

In dat licht is de tijdelijke tentoonstelling van de Gouden Koets misschien wel pure winst. Zeker als ook de critici verder durven kijken dan alleen de bekritiseerde beschildering.