Meditatie: Goddelijk berouw

De profeet Amos trekt ten strijde tegen de schijnvroomheid en onzedelijkheid in Noord-Israël onder de regering van Jerobeam II. Op scherpe wijze striemt Amos de misstanden, die er heersen. Als een brullende leeuw treedt deze eenvoudige boer uit Tekoa koning Jerobeam en het volk tegemoet. Amos predikt Gods gerechtigheid en het oordeel. Juist omdat het de profeet te doen is om het behoud van het volk. Amos ziet dat het oordeel van God dreigend nadert in het beeld van de door de Heere geformeerde sprinkhanenplaag. En dat drijft hem tot het gebed, ja, tot een innig smeekgebed. Amos is begaan met zijn volk en daarom bidt hij de Heere om afwending van Zijn toornende en straffende hand. Amos weet, dat, wanneer de Heere naar recht handelt, niemand en niets gespaard zal blijven. En dat drijft hem des te meer tot de troon van Gods genade. Amos pleit voor zijn volk, hij bidt om de vergeving van de zonden. Want de zonden van het volk zijn de oorzaak van Gods toorn. En dat ziet Amos.
Maar kan het gebed van een zondig mens de afwending van Gods toorn bewerkstelligen? Heeft het gebed van Amos zoveel kracht en zoveel inhoud dat de Heere dit gebed verhoord? Kan de Heere aan oprechte smeekgebeden Zijn oor lenen? Ook als wij zo bidden en smeken? Wij zingen het toch:

'Maar neen, daar is vergeving
altijd bij U geweest;’

De tekst zegt: 'toen berouwde zulks den HEERE.' Het gebed van de rechtvaardige vermag veel. Het gebed van de rechtvaardige brengt Gods ontferming in beweging. Het gebed van de rechtvaardigde doet de Heere zeggen ten aanzien van Zijn oordelen: ‘Het zal niet geschieden’.
In het catechisatieboekje van Hellenbroek staat de vraag: 'Is God veranderlijk of onveranderlijk?' Het antwoord zegt: 'onveranderlijk,' Maleachi 3:6: 'Ik, de HEERE, wordt niet veranderd.' En de volgende vraag luidt: 'Nochtans wordt aan God berouw toegeschreven?' En dan luidt het antwoord: 'Dat berouw is in God maar een verandering in Zijn werk; niet in Zijn wil en wezen zelf.' Onbegrijpelijk mysterie! God heeft berouw! Ja echt, het staat in Gods Woord. Een berouw van eeuwigheid! 'Toen berouwde zulks den HEERE.' En dat - o eeuwig wonder - op het gebed van een smekend en pleitend, maar schuldig volk. Wat groot, wat een wonder! Kunt u er bij, dat God ook over u genadig wil zijn? Och nee, maar het geloof van Gods kind zegt: amen!
Gods kinderen ervaren het dat de Heere berouw heeft en dat Hij berouw toont tegenover Zijn volk. ‘Ja, onze God ontfermt Zich op ’t gebed’. Dat gebed is een middel waarmee zij als een kracht van het geloof de roede van het oordeel uit de hand des Heeren nemen. En dat Goddelijk berouw, waardoor Gods oordeel verandert in ontferming, komt op duidelijke wijze tot uiting in het kruis van Christus. Zonder dat kruis en zonder die Christus was het oordeel onafwendbaar over elke zondaar. Maar wie de Borg en Zaligmaker Jezus Christus mag zien bezwijken onder het oordeel van God over de zonde van het ganse menselijke geslacht, die mag ook aanschouwen dat in het volbrachte Middelaarswerk Gods toorn is gestild. ‘Toen berouwde zulks den HEERE’. Ja, God heeft berouw over degene die het oordeel van God over zijn zonde en schuld leerde zien in het licht van Gods heiligheid en zijn toevlucht leerde nemen tot de Middelaar Gods en der mensen. Die mens krijgt ook te ervaren dat in Christus het oordeel van God geweken is. Van nature: een kind des toorns; in Christus: een kind Gods. Mijn lezers, hebt u die oordelen van God wel eens mogen aanschouwen als een Amos? Dan is ook het gebed van Amos u niét vreemd. Dan kent u ook dat smekende wor­stelen om vergeving. Dan grijpt ook u in uw gebed het hart van de Heere aan. Dan pleit ook u op de trouw van de Heere jegens Zijn volk. Maar dan waarschuwt u ook als Amos voor de oordelen van God vanwege de zon­de. Dan durven wij ook alleen nog maar te pleiten op dat enige offerlam, de Heere Jezus Christus. Dan is Hij uw enige Toevlucht, want in Hem is Gods toom gestild. In Hem is de gramschap van de Heere geblust.

'Hij maakt, op hun gebeden,
Gans Israël eens vrij
Van ongerechtigheden'

Och dat uw bede is: ‘Zo doe Hij ook aan mij’. Dan zult u ervaren wat het zeggen wil: ‘Toen berouwde het den Heere’.

De overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van oktober 1999.