Meditatie: Blijdschap

Blijdschap. Dat is een woord dat ons wel boeit. Iedereen wil graag blij zijn. Je ziet het wel eens achter op een auto staan: 'Blij dat ik rij'.
Toch is er een groot verschil tussen blijdschap en blijdschap. De blijdschap van de wereld duurt maar kort en is maar ten dele. Altijd is er wel iets waardoor er een schaduw valt over onze blijdschap. Maar de blijdschap die het geloof mag kennen als vrucht van de Geest, is echt en blijvend. Deze blijdschap wordt niet gekend als niet eerst de tegenstelling ook gekend wordt, namelijk de droefheid, de droefheid naar God over de zonde. Veel mensen willen daar niet meer van weten. Ze zijn altijd even blij en dankbaar, tenminste, als je ze zo hoort. Maar hun opgeschroefde blijdschap heeft geen grond. Ze zijn nog nooit echt bedroefd geweest en nog nooit echt door de HEERE vertroost geworden.
De blijdschap als vrucht van de Heilige Geest wordt gekend door iemand die de droefheid kent over z'n zonde. Die verbroken en verslagen is geworden vanwege z'n zonden, waardoor hij de heilige God heeft beledigd. Waardoor hij zich van zijn Schepper heeft losgescheurd. En voor zo'n bedroefde staat er nu in Gods Woord geschreven: 'Zie, Ik verkondig u grote blijdschap! De Zaligmaker is voor u geboren en Hij is voor u gestorven aan het kruis. Hij heeft de zonde verzoend, de smart des doods en de angsten der hel voor u gedragen.' Ja, dan komt er blijdschap in het hart, dat schreiend tot de HEERE vluchtte vanwege de zonde. Dan komt er blijdschap in het hart, als zij dat mag horen en geloven. Als dat werkelijkheid wordt dat zij met de Persoon van de Heere Jezus verenigd wordt door het geloof en in Hem vergeving van zonden ontvangen mag, dan komt er blijdschap in het hart als nooit tevoren.

U, die dit leest, kent u deze blijdschap? Deze blijdschap is niet van mensen, maar van de Heilige Geest. God de Heilige Geest is het, Die deze blijdschap in het hart van hen die met de Heere zijn verzoend door het bloed van Christus, werkt en onderhoudt en vast maakt.

O jawel, deze blijdschap kan wel getemperd worden door het verdriet over de zonde. Er is zoveel wat het hart in beslag neemt, maar deze blijdschap kan niet worden afgenomen. Deze blijdschap is een hartelijke vreugde in de HEERE door Jezus Christus, die telkens weer opleeft en ervaren wordt. En weet u wanneer? Wanneer het hart in oprechte verootmoediging vanwege de zonde en in hartelijke droefheid over haar verdorven bestaan door Christus tot God mag gaan. En dan mag dat hart de HEERE als haar God en genadige Vader in Christus vinden. O, dan is de HEE­RE je alles. Het is een blijdschap in de HEE RE, een blijdschap, dat je de HEERE weer als jouw God hebt en dat God weer goed op je is.

Het is ook een onderlinge blijdschap die de gelovigen in gemeenschap met elkaar erva­ren mogen, wanneer zij gezamenlijk naar het huis des HEEREN gaan. Wanneer zij in de Geest voor de HEERE neerknielen en met elkaar mogen zingen van Gods goedertierenheên. Of wanneer ze elkaar opzoeken en samenkomen om Gods wondere wegen en daden elkaar te vertellen tot eer van God.

M'n lezer, lezeres, kent u deze vreugde, deze blijdschap? Want deze vreugde, deze blijdschap blijft, altijd! In tegenspoed en rampen, of bij de dood, als alles ons ontvalt, heeft de mens van de wereld en de naam­ christen niets, helemaal niets. Geen blijdschap, geen Redder, geen God. Ze zullen zichzelf moeten redden en dat is onmogelijk. Ze zullen voor eeuwig omkomen, ze zullen geworpen worden in de eeuwige smart. Hun blijdschap is verdwenen. Maar Gods kind mag zelfs in de nacht van beproevingen in zijn God verblijd zijn en zelfs dan wel eens zingen:
"k Zal Zijn lof zelfs in de nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht.
En mijn hart, wat mij moog' treffen
Tot de God mijns levens heffen.'

Hier op aarde wordt de blijdschap van Gods kinderen nog vaak overspoeld door droefheid. Hier wisselen de tranen van verdriet de vreugdetranen af. Hier is er nog droefheid onder allerlei leed en kruis en het allermeest om de zonde. Maar hoe dieper de droefheid over eigen zonde wordt, des te dieper de blijdschap in de HEERE door Christus, om Wiens wil de HEERE al onze zonde vergeeft, onze krankheden kent en liefderijk geneest. En deze blijdschap is het beginsel van de eeuwige blijdschap, die straks aanbreekt, wanneer Gods kinderen eeuwig bij Hem zullen zijn.

'Hun blijdschap zal dan onbepaald,
Door 't licht, dat van Zijn aanzicht straalt,
Ten hoogste toppunt stijgen.'

We bidden elkaar van harte toe dat ook wij van die blijdschap in dit leven al iets mogen kennen. De HEERE geve het ons allen.

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van oktober 1999.