Afbeelding
Foto:

Column: Mondkapjes

Wij waren afgelopen zomer van die mensen die geen last hadden van vakantieschaamte en er vrolijk op uit gingen. Richting Italië nog wel. Mensen keken me bij deze mededeling regelmatig aan of ze water zagen branden. Ik stelde ze dan gerust door te vertellen dat we, door van de onveilige regio Rotterdam naar de veilige regio in Noord-Italië te reizen, eigenlijk heel slim bezig waren.

Het was een heerlijke vakantie zonder hittegolf. Ik weet dat het een luxeprobleem is ten opzichte van alle landgenoten die hutjemutje op de camping zaten te zweten, maar ik had één kanttekening bij onze vakantie. Die vreselijke mondkapjes. Hij zat om je arm als een soort polsversiering, want in iedere Italiaanse winkel moest dat verstikkende ding op je gezicht.

Het is een utopie om te denken dat het daardoor veiliger werd. Van een maximaal aantal bezoekers hadden ze namelijk nog nooit gehoord. Dus wurmden we ons noodgedwongen zij aan zij of rug aan rug langs marktkraampjes en door de veel te krappe supermarktpaden, want ja, er moest toch ook gegeten en gedronken worden. In stilte hopend dat de rij bij de kassa niet al te lang was en dat verschrikkelijke onding zo snel mogelijk weer om je pols kon.

Zo tegen het eind van de vakantie kwamen me plotseling de foto’s van de verpleegkundigen voor de geest die ik in de hoogtijdagen van de corona-uitbraak interviewde voor de krant. Toen schaamde ik me toch wel een beetje voor mijn gezeur, want zij moesten dat ding de hele dag op, vaak onder zeer zware omstandigheden. En dan heb ik het nog niet over alle andere beschermingsmiddelen. Ik nam in gedachten mijn pet nog maar eens voor hen af.

Maar ik stap voorlopig echt niet meer in een bus of trein.