Vervolgverhaal - Joke Verweerd – Snoeitijd (90)

‘Dat zit er voorlopig niet in. U bent nogal wat van plan, heb ik begrepen.’
Van Eerden buigt glimlachend zijn hoofd alsof hij in dank een compliment aanneemt. ‘Als u even meekijkt, leg ik u uit dat het uw broer enkel maar goed zal doen.’
Chiel kijkt mee en ergert zich aan het enthousiasme.
‘U herkent het wel. Meijlanden, het eerste perceel, tweede perceel tot aan de Verbindingsweg. Hier de Herenweg – jammer dat daar het eigendomsrecht niet doorloopt naar de andere boomgaard. Ik heb uw broer vorig jaar nog geadviseerd een bod te doen op dat tussenliggende stukje weiland, maar hij zag geen financiële mogelijkheid. Nu moeten we rekening houden met de mogelijkheid dat de bouwvergunning alleen wordt verleend voor het gebied Meijlanden, eerste en tweede perceel. Maar ook dat kan genoeg opleveren.’
‘Wacht even!’ zegt Chiel. ‘Nu gaat u ervan uit dat het plan b wordt. Dat is nog niet zeker. Ik ben van mening dat er veel tegenstemmen zullen komen op die optie. Dit is allemaal agrarische bestemming. Ik denk dat dat niet zomaar terzijde geschoven kan worden.’
‘U gaat uit van de verouderde maatstaven, mijnheer. Heel begrijpelijk, maar er is meer veranderd dan u beseft. Nederland heeft tegenwoordig veel minder belang bij agrarisch gebied dan vroeger. Dat heeft alles te maken met de Europese afspraken. Er moet al jaren zoveel bij gesubsidieerd worden, dat het een kostenpost geworden is voor Den Haag en Brussel. Het is geen melkkoe meer.’
Chiels weerzin groeit. Deze man weet geringschatting in beleefdheid te verpakken; hij is veel gladder dan Lode beseft. Lode wordt in de waan gelaten dat hij partij is, zeggenschap heeft en keuzes kan maken, maar Chiel begint te begrijpen hoe de projectontwikkelaar de eigenaar losweekt van zijn grond, met mooie beloftes en grootse plannen, met de suggestie van macht en de vooruitzichten op een nieuwe start. En Lode laat het zich voorspiegelen als de toekomst waarin het altijd beter zal zijn dan nu.
‘Stel dat u gelijk krijgt, hoe dacht u te werk te gaan?’ vraagt Chiel sceptisch.
‘Dit is een aantrekkelijk gebied voor de man die wat te besteden heeft. Als we ervan uitgaan dat het gebied Meijlanden en de twee percelen bestemd worden voor woningbouw, dan moeten we er geïnteresseerden voor naar het dorp lokken.’
Alsof het een troef is, legt Van Eerden een fraaie computertekening op tafel. ‘Dit kwam ik uw broer laten zien. Het voorstel is dit te plaatsen in een aantal landelijke dagbladen.’
Chiel leest hardop de kop. ‘Meijlanden, prestigieus woningbouwproject in voormalig fruitteeltgebied. Bepaal nu uw voorkeur en stel uw optie veilig.’
Willemijn komt de kamer in en Van Eerden vindt dat duidelijk een welkome afleiding. Maar ze moet weinig van hem hebben, merkt Chiel. Ze gaat niet in op zijn overvriendelijke verzoek om ook naar de tekening te komen kijken.
‘U hebt er belang bij!’ dringt Van Eerden grijnzend aan. ‘Nu kunt u de ruimste slaapkamer nog claimen.’
‘Nee, dank u. Ik zit nog liever in een pipowagen!’ zegt ze met een grimas naar Chiel. Voor Van Eerden weerwoord heeft, is de deur achter haar dicht.
Met het bericht dat de koffie er aan komt, schuift Lodewijk weer op zijn plaats. Ook hij buigt zich over de tekening. Chiel krijgt haast medelijden met Lodes enthousiasme. Het is een aardig plan: een zestal geschakelde woningen op de plaats waar Meijlanden staat. Iets meer naar achteren toe een grote villa in een parkachtig aangelegde tuin. Op het perceel daarnaast kan worden ingeschreven voor kavels vanaf 450 vierkante meter.
Van Eerden legt uit dat de zes woningen aan de weg gepland zijn om de gemeente over te halen het hele project goed te keuren. Een niet al te dure nieuwbouwwoning zal heel wat belangstellenden trekken.
‘Kijk dan, Chiel! Het is precies zoals ik het me voorstel!’
‘Dit krijg je nooit voor elkaar,’ is Chiel van mening. ‘Als de gemeente al kiest voor plan b, dan lijkt het me sterk dat jullie voor de invulling van het project mogen zorgen. De gemeente zal bepalen hoeveel en wat voor soort woningen hier komen. Ze kunnen hier wel rijtjes huurwoningen willen. Als je de grond verkoopt, Lode, dan heb je daar niets meer over te zeggen!’
Lode kijkt van de een naar de ander.
‘Ik heb goede contacten met de gemeentelijke commissies en het komt hier steeds vaker voor dat de gemeente bepaalde taken delegeert. U bent blijkbaar niet geheel op de hoogte van de gang van zaken vandaag de dag.’ Er komt iets scherps in de toon van Van Eerden.
‘Ik heb mijn gezond verstand,’ zegt Chiel terwijl hij zich over de kleine letters onder aan de tekening buigt. Hij leest hardop: ‘U kunt uw optie veiligstellen door het storten van een borgsom, waarbij wordt uitgegaan van een percentage van de totale grondprijs. U kunt voor een vrijblijvende offerte contact opnemen met Van Eerden, projectontwikkeling.
Chiel kijkt op. ‘Ik begrijp dat u die mogelijkheid nu al wilt openstellen voor de gretige belangstellenden?’