Weercolumn: Doorstroomd weekendweer

Voor diegenen die nog geen genoeg hadden van de recordlange tropische periode, was er nog een aardige toegift op donderdag. Het werd nog even nipt 30 graden. Een tamelijk diepe depressie ten westen van Ierland was de aanjager van die zeer warme lucht richting de Benelux. De instroom van die warmte ging eerst nog gepaard met wat regen het eerste deel van donderdag. Op donderdag vertoefden we in de zogenaamde warme sector depressie.

Vervolgens klopt het onvermijdelijke koufront aan de deur dat eveneens neerslag met zich meebrengt. Vooral op vrijdag vallen er dan enkele (stevige) buien in Zuidwest-Nederland. De warmte lijkt dan voor langere tijd te zijn verdreven uit onze contreien, maar blijft echter nog lang hangen ten oosten van Nederland. We schakelen over naar meer normale temperaturen die gelden voor de tweede augustushelft. Overdag veelal rond 21 graden.

Het blijft daarbij licht wisselvallig met een stroming die overwegend aanlandig blijft. Dit doorstroomde Hollandse weerbeeld geeft ook voldoende zonuren het weekend. Met name op zondag passeert weer een buienstoring. Er kan zo’n 5 tot 10 millimeter water vallen dan.
Juist in het Noordzeegebied kunnen de gevormde buien nog een extra impuls krijgen door het inmiddels zeer warme water rondom. Soms wordt tot bijna 23 graden gemeten in ondiepe gedeelten. De kans op het zien van waterhozen zal ook sterk toenemen. Mogelijk worden er enkele zeer stevige exemplaren gespot, wie weet zelfs op of nabij de Eilanden.

De eerste augustushelft is nagenoeg recordwarm geworden (samen met 1975) en de gemiddelde maandtemperatuur ligt op dit moment een slordige 5 graden boven de norm.

In delen van het land is het ook nog uitgesproken droog. Vooral in het zuidoosten, Zeeland en ook in het oosten van het land is niet veel gevallen. Op andere plaatsen daarentegen is soms de hele maandhoeveelheid in nog geen twee uur tijd naar beneden gekomen als gevolg van lokale noodweders. De neerslagkaart van Nederland laat hierdoor een grillig beeld zien. Op sommige plaatsen is dus bijna niets gevallen terwijl tien kilometer verderop anderhalf keer de maandhoeveelheid viel.