Afbeelding
Foto:

Zegenrijk Avondmaal vieren

Ds. S.J. de Hoest biedt broodnodig pastoraat aan zulke worstelaars. Hij stelt de wezenlijke vragen. Wie mogen er eigenlijk aangaan? Hoe hebben we ons voor te bereiden? Wat kunnen/mogen we van het Avondmaal verwachten? Op een nuchtere manier gaat hij op deze vragen in. Hoe? Hij neemt de lezers bij de hand en helpt ons echt verder. Verwacht geen studeerkamertheologie, maar werkelijk pastorale (herderlijke) theologie.

Het Woord vooraf is van ds. T.A. Bakker uit Nieuwe-Tonge.

Een enkel citaat daaruit:

‘Toen ik het boekje doorlas, trof het evenwicht me. Drie voorbeelden daarbij. Ds. De Hoest verwoordt heel duidelijk wat er noodzakelijk is om aan het Heilig Avondmaal deel te nemen: een oprecht geloof. Die duidelijkheid is nu net zo hard nodig als toen. Het sacrament werkt het geloof niet, maar versterkt het. Tegelijk heeft hij oog voor de ‘lammetjes’. Als hij de vraag beantwoordt wie er nu tot het Avondmaal worden geroepen, luidt zijn antwoord: ‘Zondaars die niet meer buiten Jezus kunnen’. Het woord zondaars staat voorop. Daar herkennen die kleintjes in de genade zich in. En als het goed is, zeggen ook de volwassen christenen: dat ben ik! Maar we kunnen niet buiten het Lam…’

… Ook ligt er evenwicht als het gaat over de betekenis van het Avondmaal. Een belangrijk aspect is dat wij ons richten op de tekenen van brood en wijn in de tekenen op Christus. Juist in het Avondmaal denken we aan Hem, aan Zijn offer, aan Zijn lijden en sterven…

Maar ds. De Hoest merkt op dat de betekenis van het Avondmaal verder strekt? ‘De Heere zegt tot hem in het Avondmaal: ‘Ik ben uw heil!’ Een machtig wonder! Een diepe zekerheid. Deelname aan het Heilig Avondmaal betekent niet alleen een moment van gedenken wat Christus gedaan heeft, het is ook een verzegeling van Gods Evangeliebelofte aan ons persoonlijk. Wat een versterking van het geloof!

Ten slotte maakt deze vriend van H.F. Kohlbrugge duidelijk dat je komen mag zoals je bent. Moe, arm en naakt mag je vluchten tot die genadige God, Die zeker zalig maakt. Toch maakt dat ons volgens hem niet onverschillig als het over het leven gaat. In het laatste deel – dat er zeker niet bekaaid vanaf komt – wordt beklemtoond dat een christen niet wandelt naar het schema van deze wereld. ‘Ons hele leven zal de waarheid van onze belijdenis onderstrepen.’

Ds. de Hoest en de opbouw van dit boekje

Eerst gaat het in dit boek over de goede voorbereiding op het Avondmaal. Daarna behandel ik de viering van deze instelling. Tenslotte komen de dankzegging en de geestelijke overdenkingen na het Heilig Avondmaal aan de orde. Ik schrijf dit voor degene die God wil dienen in geest en waarheid. Steeds stel ik mij zo iemand voor ogen. Ten eerste wanneer de nodiging tot het Heilig Avondmaal uitgaat. Daarna wanneer hij naar de toebereide tafel gaat. En ten slotte wanneer het heilige werk verricht is. Dit Avondmaalsboekje bestaat daarom uit drie gedeelten. Ik hoop dat u elk deel biddend zult lezen en overdenken.

Omdat ieder van de drie hoofdstukken weer uit vele subhoofdstukjes bestaat is het in deze bespreking niet mogelijk alles aan de orde te laten komen. Vanzelf moet een selectie worden toegepast.

Het eerste hoofdstuk heeft als titel: Geroepen om Avondmaal te vieren, het tweede handelt over de tijd van het Avondmaal gekomen en het derde eindigt met het Avondmaal gehouden.

Op pagina 68 lezen we de ‘eigenschappen der personen voor wie het Avondmaal is ingesteld, hij noemt er drie:

1. Zijn hebben zo’n bevindelijke en levendige kennis van hun erf- en dadelijke zonden, hun schuld en onmacht, dat zij een mishagen aan zichzelf hebben vanwege hun zonden.

2. Zij hebben uit het gehoor van Gods Woord zo’n bevindelijke en levendige kennis van Christus ontvangen, dat zij hun licht, gerechtigheid en kracht buiten zich zoeken, in Hem als de enige, algenoegzame, dierbare Profeet, Hogepriester en Koning.

3. Door die kennis van Christus en van Gods genade in Hem is hun hart zodanig veranderd dat zij, niettegenstaande de grote overgebleven verdorvenheid, ook in zich bevinden een waarachtige gezindheid om door ’s Heeren kracht naar alle geboden van God te wandelen

Alhoewel er vele boeken verschenen zijn met betrekking tot het Heilig Avondmaal, is dit boekje niet overbodig. Aan een evenwichtige, pastorale benadering hebben we ook in de eenentwintigste eeuw behoefte en het is opmerkelijk dat van een boekje van de negentiende eeuw zoveel te leren valt.

Bij het vorige boekje wat verschenen is, was dit ook het geval. Ouderling A. E. Knöps en mevrouw E. Knöps-den Ouden mogen we hartelijk danken voor het vele werk dat zij hieraan besteed hebben. Bovendien hebben ze passende gedichten aan het boekje toegevoegd; deze gedichten stonden dus niet in de oorspronkelijke uitgave. Een tekstregister maakt het geheel compleet. Neem en Lees!

De Heere zegene ons door deze dienaar die Hij alweer zolang geleden tot Zich riep. Maar de hoogste Profeet en Leraar, onze Heere Jezus Christus, leeft!