Afbeelding
Foto:

Neem en lees: Om het hart van jongeren

De uitgave is geschreven vanuit de pastorale praktijk en wil een handreiking bieden bij pastoraat voor kinderen en jongeren.

Bijdragen van A.J.C. van Bemmel, ds. H. Brons, ds. A.A. Brugge, ds. M. Karens, L.A. Kroon, J.H. Mauritz, H.J. Nijsink, E. N.W. Pater, J.J. Bons, N. van Steensel en W.M. van der Wilt.
De serie ‘Pastoraal bekeken’, biedt een praktische en concrete benadering van pastorale thema’s. Ieder deel bevat feitelijke informatie, pastorale bezinning en duidelijke adviezen. De serie staat onder redactie van J. H. Mauritz. Dit boek bevat voorbeelden uit de praktijk. Tenzij anders aangegeven, zijn die niet te herleiden tot concrete situaties of personen.

Hier een citaat uit het Woord vooraf:

In de kerkbode verschijnt een oproep aan jongeren om zich te melden voor de belijdenis catechisatie. Ouderling Van Belzen, die de belijdeniscatechisatie verzorgt, wordt gebeld door Johan, een dooplid van 21 jaar. Johan vraag of een gesprek ook mogelijk is als je nog niet besloten hebt om belijdenis te doen. Menig ambtsdrager herkent die verzoek. Een jongvolwassene van 21 jaar vraagt om een pastoraal gesprek. Dat is iets heel moois. Een jongere zit met de vraag of hij er wel rijp voor is om belijdenis te doen. Hij heeft vragen bij sommige zaken die de leer betreffen en hij wil er weleens over in gesprek. Het kan ook zijn dat Johan worstelt met de vraag: ‘Waar is God als het leven pijn doet?’ Johan heeft nog niet zo lang geleden zijn moeder verloren. Hij begrijpt het niet. Waarom heeft God dit gedaan? Zo zijn er veel vragen bij kinderen, jongeren en jongvolwassene.
Ouderling Van Belzen ziet wel op tegen het gesprek. Hoe zal het verlopen? Zou hij wel richting kunnen geven aan het gesprek? Johan is geboren in een kerkelijk gezin, bij een open Bijbel. Dat is Gods leiding in zijn leven. Als een ‘kleine lidmaat van Zijn gemeente’ is Johan gedoopt. En nu is hij 21 jaar. Hoe zou Johan geleid zijn als jongetje van 8 jaar? Was hij betrokken bij leeftijdsgenoten toen hij 14 was? Lukte het hem om als 16-jarige betrokken te zijn bij de catechese? Vragen die opkomen bij ouderling Van Belzen. Er komt een stil gebed in het hart van de ouderling. Hoe kan hij op de vragen van deze jongere ingaan? Welk Bijbelgedeelte zal hij lezen? Hoe brengt hij de nood van Johan in het gebed bij de Heere?
Jonge mensen verlangen naar een bemoedigend en onderwijzend woord. Dit besef brengt menig predikant, ouderling, diaken of jeugdleider in verwarring als het gaat om de pastorale zorg van kinderen en jongeren. Waar gaat dit boek over? Over kinder- en jongerenpastoraat en maakt aan de lezer duidelijk kinderen en jongeren erbij horen in de gemeente. Hoe kunnen we deze kerkelijke jongeren typeren? Het zijn doopleden van een kerk van gereformeerd belijden. Het is niet voldoende als we ons als ambtsdrager beperken tot het overdragen van de Bijbels-gereformeerde leer. Wat leert de Schrift ons in Spreuken 22:6? ‘Leer den jongen de eerste beginselen naar de eis zijns wegs, als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken’.

We moeten rekening houden met de leeftijd en de omstandigheden waarin een kind of jongere verkeert. De kanttekening legt uit: ‘dat is, naar de eis of gelegenheid zijns wegs, dat is, in de aanvang zijn levens.’

Een goede vriend van Augustinus worstelde als jonge diaken met het overdragen van het christelijk geloof aan beginnelingen. Augustinus schreef voor hem een boek. In de Nederlandse vertaling: Goed onderwijs. Er zijn in dit boek zes adviezen te vinden. We sluiten af met het zesde: Erger je niet. Je kunt je ergeren aan het gedrag van jongeren. Daarmee neem je je eigen motivatie weg. Laat dit gevoel je juist aansporen nog scherper en gloedvoller met jongeren bezig te zijn. Sluit jongeren in je hart en houd van ze.

11 auteurs schrijven een hoofdstuk met betrekking tot het pastoraat aan onze jongeren.

Ds. A.A. Brugge schrijft over Jongeren horen erbij; Ds. M. Karens legt de nadruk op: God geeft nog kinderen; E.N.W. Pater beantwoordt vragen over kinderen (Kinderpastoraat); N. van Steensel stelt de vraag: Wie zijn onze jongeren?; L.A. Kroon legt de vinger bij: Is jongerenpastoraat nodig?; Ds. H. Brons gaat in op jongeren en ambtsdragers; J.J. Pons schrijft het hoofdstuk: wegens verbouwing even gesloten: in gesprek met tieners; H.J. Nijsink stelt de vraag: Willen jullie ook niet weggaan? – In gesprek met 16-plussers; A.J.C. van Bemmel gaat in op het gesprek met studenten; J.H. Mauritz legt de nadruk op het betrokken zijn bij de gemeente: in gesprek met jongvolwassenen; W.M. van der Wilt geeft een doorkijkje over: voor, tijdens en na het gesprek.

Op pagina 140 staat een literatuurlijst met een reeks van mogelijkheid tot verdere studie. Ook wordt gewezen op diverse instellingen, die een handleiding geven over deze jongerenproblematiek en jeugdwerk. Ook wordt verwezen naar een ambtsdragers cursus en jeugdhulpverlening: hulp bij psychosociale problemen bijvoorbeeld www.stichtingdevluchtheuvel.nl

Een waardevol boek voor ouders, ambtsdragers en allen die onze jongeren een warm hart toedragen. Van harte aanbevolen!