Afbeelding
Foto:

Over ‘staatslijken’ en stemmingen

Al in juni 1995 kwam een CDA’er met het voorstel om een soortgelijk systeem als dat we nu hebben in te voeren: je moet aangeven dat je géén donor wilt worden, anders ben je automatisch wél donor. Onder andere de VVD stemde tegen, met als argument dat er ‘staatslijken’ gecreëerd worden. Het voorstel wordt weggestemd. In 2005 doet de SP weer een poging, maar nu stemt (o.a.) het CDA tegen, net als wederom de VVD. Het voorstel wordt weggestemd met 68 stemmen vóór en 78 tegen.

In 2012 blaast D66 het voorstel weer nieuw leven in, drie jaar later wordt erover gestemd. Nu stemmen er 75 Kamerleden voor, en 74 tegen. Een PvdD-Kamerlid dat tegengestemd zou hebben, zit vast in het openbaar vervoer. Als hij het gehaald zou hebben, zou het voorstel verworpen zijn. Er rest dan nog één hindernis: de Eerste Kamer. Die is behoorlijk kritisch en neemt de tijd om het onderwerp goed door te spreken: in 2018 vindt de stemming plaats. Een hartpatiënte die het debat bijwoont, wordt onwel en overlijdt nog dezelfde dag. Het is niet denkbeeldig dat dit sterfgeval invloed heeft gehad op de stemming. Uiteindelijk stemmen veel partijen verdeeld. Onder aan de streep zijn er 38 vóór en 36 tegen. De wet heeft het op een nippertje gehaald.

Je kunt je met zo’n uitslag wel afvragen of de wet wenselijk is. Een ding is wel duidelijk: iedere stem in het parlement telt. Had de trein van het PvdD-Kamerlid perrongeluk op tijd geweest, was de wet er niet geweest.