Jan van Hoorn: “Ik zie deze coronacrisis als een roepstem van God.
Jan van Hoorn: “Ik zie deze coronacrisis als een roepstem van God."

Oud & Wijs in de coronapandemie: "In moeilijke tijden komen er ook mooie dingen bovendrijven"

Jan van Hoorn (1924) uit Middelharnis is vanmiddag nog even op de fiets naar de kaasboer geweest. Wel met een andere fiets tegenwoordig, want zijn vorige is gestolen. “Het was heerlijk weer. Ik voel me uitstekend. Door een longaandoening heb ik weinig lucht, maar het fietsen gaat vrij goed. Ik probeer altijd een half uur te bewegen. Als ik niet buiten fiets, dan doe ik dat op de hometrainer”, laat hij weten. Het coronavirus maakt wel dat hij, behorende tot de groep kwetsbaren, heel voorzichtig is. “Van China naar Italië en Brabant, is het virus nu ook volop op Flakkee. Ook vrienden van mij zijn besmet. Ik maak me daar zorgen om. Het komt dan opeens heel dichtbij. Ik bid dat mijn vrienden mogen genezen en dat ikzelf gespaard mag blijven.”

Dat het virus hem aan huis houdt, is een trieste bijkomstigheid. Zijn vrouw Riet overleed elf jaar geleden, hij woont alleen en heeft doorgaans veel aanloop van zijn familie. Hij heeft vijf kinderen, zeventien kleinkinderen en achttien achterkleinkinderen. “Door het coronavirus kan ik nu geen bezoek ontvangen. Alles gaat via de telefoon. Gelukkig ben ik altijd druk, ook thuis, en dat brengt afleiding. Ik ben nu een paaspuzzel aan het maken, speel veel orgel en ben voor mijn zoon dingen van vroeger aan het uitzoeken. Ik heb gelukkig hele lieve vrienden, die goed voor me zorgen. Echt geweldig! Ik krijg veel telefoontjes met de vraag of ik iets nodig heb. Ik ben diep onder de indruk van zoveel belangstelling en zoveel lieve mensen. Er zijn vrienden die eten komen brengen. Vanavond kreeg ik nog een heerlijke prak hutspot, keurig aangeboden met de nodige afstand.”

Toespraken

Tot zijn pensioen in 1984 was Jan van Hoorn jarenlang directeur van de Prins Maurits Scholengemeenschap in Middelharnis. De sluiting van de scholen door het virus gaat hem aan het hart. Net als het laten vervallen van het centraal examen. “Maar je moet er ook niet aan denken dat alle scholieren door het coronavirus het hele jaar zouden moeten overdoen, omdat er geen examens gedaan kunnen worden. Dit is zo de beste oplossing, denk ik, schoolexamens afnemen en met die cijfers iemand wel of geen diploma geven. Iedereen doet zijn best, maar de kwaliteit van het onderwijs komt het natuurlijk niet ten goede. Trouwens, veel dingen worden er niet beter op. De economie loopt terug. De werkeloosheid loopt op en we kunnen alle gevolgen nog niet eens overzien. Bovendien weten we ook nog niet hoelang het allemaal gaat duren.”

Van Hoorn wil ook nog even kwijt, dat hij in de toespraken van de koning en de minister-president niets over God gehoord geeft. Heel jammer, vindt hij dat. “Ik zie deze coronacrisis als een roepstem. Voor velen was alles maakbaar. Velen dachten alles te kennen en te kunnen. God laat ons nu met een klein minuscuul virus duidelijk zien wat onze plaats is. Gelukkig is er altijd hoop op inkeer. Ik hoop dat Nederland tot inkeer komt. Dat we beseffen dat er een Schepper is van hemel en aarde, Die met ons doet wat Hij wil en dat is niet altijd wat wij willen.”

Trots

Voor Piet van Zielst (1938) uit Sommelsdijk is het een hele verdrietige tijd. Zijn vrouw Katy lijdt aan dementie en woont al een aantal jaren in zorgcomplex Nieuw Rijsenburgh. Daar zijn bewoners besmet en overleden aan het coronavirus, zo werd deze week bekend. Ook verzorgenden hebben het virus opgelopen. Hij mag zijn vrouw nu al tweeënhalve week niet meer bezoeken. Het is hartverscheurend. “Elke middag ging ik naar haar toe. In haar ogen zie ik dan herkenning, hoewel ze niet meer weet wie ik ben. Dat is nu ook het allermoeilijkste. Ik kan en mag haar nu niet bezoeken, maar zij weet niet dat het niet kan. We hebben geprobeerd via Skype met beeld te bellen, maar dat ging niet. Ze was zo verdrietig en vroeg me waar ik was en wanneer ik haar kwam halen. Ik had nooit gedacht dat een situatie zo intens kon zijn. Als ik bij haar ben, drinken we koffie of luisteren we naar muziek. Katy beweegt dan met haar handen mee. Het is alles wat ze heeft en dat gaat nu niet meer.”

Piet vindt het moeilijk. “Twee keer per dag bel ik met de afdeling en word ik door de verzorgenden op de hoogte gehouden. Ze doen allemaal hun uiterste best. We mogen echt trots zijn op alle medewerkers in de zorg. Niet alleen op de mensen aan het bed, maar ook op de mensen die de personele planning verzorgen. De zorg is van heel hoog niveau en ze gaan allemaal tot het uiterste. Ik vind het ook geweldig dat mensen die niet langer werkzaam waren in de zorg, zich nu opnieuw aanmelden om in deze crisis weer aan de slag te gaan.”

Ontspanning

Piet van Zielst, die veertig jaar in de woninginrichting werkte, maakt zich zorgen. Hij beseft dat hijzelf en zijn vrouw in een groep zitten waar de klappen vallen. Ook zijn dochter heeft een kwetsbare gezondheid. Het houdt hem bezig. Piet is de hele dag thuis, op een wandelingetje na. Ook doet hij op rustige momenten wat boodschappen. “Mijn gezondheid is goed. Ik ben in een goede conditie. Door de maatregelen van de overheid ligt de voetbal- en de biljartclub stil. Ook bezoek van de kinderen en mijn drie kleinkinderen zit er nu niet in. Ik vind het lastig om voor die sociale activiteiten een andere invulling te vinden, omdat de middelen daarvoor zeer beperkt zijn. Gelukkig heb ik de familie aan de telefoon. Verder puzzel ik een beetje, lees wat en ook de herhalingen van oude programma’s op tv geven wel een beetje ontspanning. Het nieuws, dat doorgaans alleen in het teken staat van het coronavirus, daar wordt je natuurlijk helemaal niet vrolijk van. Het angstige vind ik vooral, dat er geen middelen zijn om de situatie te beteugelen.”

Toch komen er in moeilijke tijden ook altijd weer mooie dingen bovendrijven. “Ik vind het mooi om te zien dat in deze tijd het goede in de mens naar boven komt. De bereidwilligheid om naar een ander om te zien. Van de week belde er een vrouw met haar dochter bij me aan. Ze hadden een bosje tulpen voor me op mijn stoep gelegd. Zo lief! Dat doet me veel, dat je door anderen gezien wordt en dat ze iets voor een ander over hebben. Dat vind ik dan weer positief in deze vervelende tijd.” Hij besluit hoopvol: “Ik houd me er verder maar aan vast dat er na een moeilijke periode toch altijd weer verbetering moet komen.”

Piet van Zielst: