Afbeelding

Let op: een verhaal over Sesieje

De Leeuw was 11 jaar toen hij vanuit Rotterdam in Zuidzijde kwam wonen. Het waren de vroege jaren zeventig en zijn op Flakkee geboren en getogen grootvader leefde nog. Van hem kreeg hij de prachtigste verhalen te horen. En ook schrijnende verhalen over het grote standsverschil tussen boeren en landarbeiders, over haat en nijd, boerderijen die door brandstichting in rook opgingen, de onzekerheid over inkomsten, de bittere armoede.

Uit de tras

Verhalen over de wekelijkse scheerbeurt, die altijd gepaard ging met het drinken van een borreltje. Verhalen over de tijd dat er nog geen kraan was en het water uit de tras kwam, of uit de sloot. Over het water dat in het laatste oorlogsjaar de hele omgeving bedekte, wat een enorme impact had op de voedselvoorziening en het sociale leven. Over de Watersnoodramp van 1953, die een deel van de bebouwing verwoestte en Zuidzijde een aantal Zweedse geschenkwoningen opleverde.

"Iedereen kende iedereen. Het was een heel hechte gemeenschap en iedereen wist alles van elkaar. Er waren twee huizen met een telefoon… En iedereen had een bijnaam", vertelt De Leeuw over de decennia voor zijn komst en de na-ijleffecten daarvan die in 1973 nog heel goed zichtbaar waren.

"In de jaren twintig, dertig had je hier alles: twee cafés, twee barbiers, een bakker, een smid, twee kruidenierswinkels, een melkboer. Maar alles is allang weg." Zuidzijde had zelfs een school. Die ging in 1935 dicht, het gebouw is sindsdien een woonhuis. Aan de Bommelsedijk, nabij het tramtracé, was een café en daar vlakbij stond de conservenfabriek van Holleman. Lang na de sluiting vormde de fabrieksschoorsteen nog een tastbare herinnering. Een loonwerkbedrijf, dat werk bood aan zeker twintig mensen, hield het nog lang vol. De commissionair in uien, die vanuit de haven van Den Bommel een scheepje naar Engeland liet varen, was toen al verleden tijd. Evenals de veldwachter.

"Eppenga was de laatste winkelier die ermee stopte. Die ging eind jaren zeventig in Achthuizen verder met een supermarkt en een rijdende winkel", zegt André de Leeuw. Buurman Kees van der Welle, die al zijn hele leven in Zuidzijde woont, herinnert zich de bakkerij van Leijdens en de smederij, waar geruime tijd na de sluiting de apparaten en werktuigen nog in stonden. Vader Van der Welle verkocht brandstoffen, verf, olie, bestrijdingsmiddelen, klompen, laarzen en ga zo maar door. “Het was een dependance van Mastenbroek in Sommelsdijk, de Fixet. We hadden ook een pompje met een zwengel voor brommers. Op zaterdag was het altijd heel druk. Ik heb mijn vader veel geholpen." Lachend: "Ik voel het nog."

Een praatje

Alle oude middenstand is weg, maar er is anno 2020 in Zuidzijde toch zat te koop. Eieren, verse melk, aardappelen. Er is een Landwinkel en Andrea, de echtgenote van André de Leeuw, runt het Tilse Schuurtje, een populair punt voor mensen die behoefte hebben aan groente, fruit (waaronder heerlijke aardbeien uit eigen tuin), streekproducten en een praatje. "Zuidzijde heeft meer winkels dan Den Bommel", zegt De Leeuw.

Overigens is Zuidzijde van oudsher niet alleen op Den Bommel gericht, maar ook op Achthuizen. Dat heeft te maken met religie: protestantse bewoners van het gehucht waren meer in Den Bommel te vinden, terwijl Achthuizen de rooms-katholieke Sesiejenaren trok.

Maar, verzekeren De Leeuw en Van der Welle, in Zuidzijde liep alles door elkaar en ging iedereen met iedereen om. Bijvoorbeeld op het voetbalweitje, of op de dijk, waar men elkaar op een mooie zomeravond opzocht om samen muziek te maken, wat te drinken en te kletsen over van alles en nog wat.

Die tijd is voorbij. Zuidzijde trok veel import uit de Randstad. Er zitten nieuwelingen tussen die meer op zoek waren naar rust en ruimte dan naar sociale contacten in de buurt. "De brug en de mobiliteit hebben verandering gebracht."

Ook Sjef de Baar, geboren en getogen in Zuidzijde, constateert dat de hechte gemeenschap van zijn jeugdjaren (hij is van 1965) de nodige glans verloren heeft. "Als ik in mijn jonge jaren op mijn fiets door Zuidzijde reed, richting Achthuizen, kende ik iedereen op d’n diek." Hij bedoelt de Bommelsedijk, in de volksmond ook wel tramdijk geheten, die de laatste decennia doodloopt op de A59, maar vroeger doorliep.

Op de wurft

"Toen was de buurtsuper van Eppenga er nog. En aan de overkant had je Esser, de kruidenier. Bakker Kees en de smederij waren er ook nog. De smid had een molensteen voor de deur. Die heb ik gekregen en ligt nu hier, op de wurft." De Baar, die samen met zijn vrouw Hanneke een pluimveebedrijf runt, is er blij mee, want die steen is toch iets typisch Sesiejes.

"Hoe de sfeer was? Goed, leuk. We gingen vaak naar d’n Blok, bij de houten huizen, om te voetballen. Ik heb er wat gespeeld… Speelkameraden genoeg in Zuidzijde, je hoefde echt niet naar Den Bommel of Achthuizen. Op de wurft kon ik crossen met een auto. Ik heb ook nog een Solex gehad. Alles wat leuk, als er maar een motorretje op zat… Ach, er was altijd wat te doen. Tennissen en volleyballen deden we op het beton. Je ging echt niet voor de tv zitten, je zocht de gezelligheid buiten."

"Nu zijn er niet veel activiteiten meer. Zuidzijde is veranderd. Er wonen ongetwijfeld nog altijd hele aardige mensen, maar ik ken ze niet meer allemaal. Dat vind ik wel jammer. Hier een praatje, daar een praatje – dat is wel minder geworden."

Sjef de Baar heeft nooit overwogen te vertrekken. Hij is verknocht aan de plek waar hij zijn hele leven al woont en waar hij een goedlopend bedrijf heeft opgebouwd. "Je hebt hier de ruimte. Wij zouden niet passen in een dorp. Je moet kunnen roepen over de wurft… Nee, in een dorp zouden wij absoluut niet passen. Ruimte, lekker je ding doen. Bovendien: je hebt hier toch altijd nog wat meer met elkaar te maken. Als de buurman belt of je even kan komen helpen, dan ga je… Als je een beetje sociaal bent en rekening houdt met anderen, krijg je dat ook terug."

Naar de winkel

Nadelen zijn er ook als je in zo’n klein gehucht woont. "Effe gauw naar de winkel, dat kan niet, al kan je voor groente natuurlijk terecht bij Andrea, hier aan de overkant." De Baar wijst naar het Tilse Schuurtje. "Verder zijn we voor de boodschappen gericht op Oude-Tonge. Een voordeel van hier wonen is weer dat je niet effe naar de kroeg rijdt op je fiets…"

Alles wegend heeft De Baar een hoog rapportcijfer over voor het wonen en leven in Sesieje. "Ik ben niet van de tienen, maar een 8,5 vind ik het zeker waard." De overburen komen ook rond die koers uit. Kees van der Welle geeft een 8, André de Leeuw – hij is er nog niet helemaal uit – een 8+ of een 9-. "Dat heeft te maken met natuur, de ruimte om je heen, liberty, het boerenleven. Maar je moet wel mobiel zijn."

Zijn zoon Julian, die als timmerman werkt bij een Flakkeese aannemer, geeft een 9. "Het is hier goed, ik heb het naar mijn zin. Het is altijd gezellig. En als je naar een café wilt, dan ga je gewoon naar Middelharnis."


Zuidzijde, feiten

Aantal inwoners: circa 150
Landwinkel
Het Tilse Schuurtje (groente, fruit, streekproducten)
Verkooppunten voor eieren, verse melk en aardappelen
Camping
Meest opvallende gebouw: watertoren (1934)


Huis-aan-huis

Deze abonneekrant wordt in Middelharnis eenmalig huis-aan-huis bezorgd. Elders in deze krant staat een aanbieding om de vrijdagkrant voordelig drie maanden te ontvangen.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding