Column: Sorry mam

Terwijl we naar huis fietsen, hoor ik mijn hersenen bijna kraken. Al die tekeningen en schriftjes die ik wekelijks naar huis vervoer, vormen samen een rap groeiend vraagstuk. Want: wat moet ik ermee? Het is onmogelijk om alles te bewaren. Maar ze direct in de blauwe container kieperen, voelt ook niet goed. En dus stop ik ze al maanden heel lafjes in een speciaal voor de gelegenheid uitgeruimde keukenlade. Maar die keukenlade begint langzaam vol te raken. Dat betekent toch echt dat sommige met liefde gemaakte tekeningen en in het zweet des aanschijns ingevulde schriftjes binnenkort het veld moeten ruimen. Maar welke dan?
Ik denk aan mijn moeder, die bijna 20 jaar lang vrijwel alles wat we maakten, bewaarde. Reken- en taalschriftjes, het veterdiploma, knutsels, tekeningen, tafeldiploma's, rapporten, en ga zo maar door. En op de dag dat mijn zusje en ik uit huis gingen, haalde mijn moeder glunderend meerdere dozen tevoorschijn. We mochten alles wat zij jaren gekoesterd had, meenemen. Mijn zus had geen interesse. En ik eigenlijk ook niet. Maar uit schuldgevoel nam ik één doosje mee. En dat heeft - sorry mam - de zolder nooit gehaald. In plaats daarvan verdween de inhoud - op een paar schoolfoto's na - in de oud papierbak.
Als ik me een dag later over de keukenlade buig, probeer ik mezelf wijs te maken dat onze kinderen er later net zo in zullen staan. Tevergeefs; een kwartier later is de keukenlade weliswaar leeg, maar de zolder een doos rijker. Aan de kinderen de eer om het geheel over pak 'm beet vijftien jaar bij het oud papier te zetten. Want net als oma kan mama het niet over haar hart verkrijgen.