Afbeelding

Cor de Kret, de wagenmaker van Stad

Cor van den Boogert stond in 'Stad' bekend als Cor de wagenmaker. In zijn wagenmakerij, in feite een grote timmermanswerkplaats, maakte hij grote boerenwagens. Cor, ook wel De Kret genoemd, was akelig precies. Een echte vakman.

De wagenmakerij was te vinden aan de Nieuwstraat, waar hij even verderop ook woonde. Voor de schuur was een pleintje, dat bereikbaar was via een smalle oprel vanaf de Achterdijk. Ernaast was de kolenopslag van de kolenboer. Er is niets meer van te zien, want de wagenmakerij is afgebroken. Dat geldt ook voor een aantal belendende woningen en andere panden. Vanaf de hoek met de Voorstraat ging het om bakkerij Meeberg, de huizen van Kees Driesse, Van Damme, Lena Kaptijn met haar café, waar later schoenmaker Dale in trok, de wagenmakerij van Cor van den Boogert en op het hoekje de oude winkel van Kamerling.

Een vetpot was de wagenmakerij niet, mede door de grote veranderingen die de landbouw doormaakte in de naoorlogse jaren. Cor en zijn vrouw Leentje vulden hun inkomsten dan ook aan met het houden van kostgangers.

Tante Leentje

Cor, broer van een schipper, was rustig en stil. Dit in tegenstelling tot zijn vrouw, die in het dorp bekendheid genoot als tante Leentje en uitbundig kon vertellen. Ze was behoorlijk actief, bijvoorbeeld voor het Rode Kruis en de Stadse bibliotheek. Ook ging ze graag op pad met de Stadse Reisvereniging. Met de fotoboeken op schoot vertelde ze graag over die reisjes.

Kees van Rumpt, opgegroeid in Stad aan 't Haringvliet en nu alweer vele jaren woonachtig in Dirksland, kan zich de wagenmakerij van Cor van den Boogert nog goed herinneren. "De werkplaats, die helaas is afgebroken, was een ruimte van ongeveer 10 bij 10 meter. Ongeveer vierkant. In deze ruimte deed Cor zijn werk: houten dingen maken, zoals gareelstukken, wielsleden en houten wielen met spaken en wielnaven. Alles werd zelf gemaakt en afgewerkt in de kleur die de boeren wilden hebben."

De herinnering gaat verder. "Hij had de beschikking over diverse werktuigen. Denk aan een vlakbank, een verticale boomstammenzaag en een lintzaag. Dat hele gebeuren werd aangedreven door een Lister dieselmotor, die een onvergetelijk geluid maakte. Het was een zogenoemde gloeikopmotor, die met de hand moest worden gestart door middel van een slinger. De slinger stak je in het vliegwiel van circa 250 kilo. Maar voordat je kon starten moest er eerst een brandende lont in de kop van de motor worden gestoken. Dan kon het aanslingeren pas beginnen. Na ongeveer drie minuten slingeren kwam de motor op gang. Die maakte een prachtig geluid: puf, puf, puf. Als de motor eenmaal op toeren was, zette Cor een koppeling in werking. Door het meedraaiende drijfwerk kon hij naar behoefte de verschillende werktuigen inschakelen."

Koelwater

Volgens Kees van Rumpt dreef de motor ook een dynamo van 220 volt aan voor de verlichting van de werkplaats. "Het koelwater van de motor werd door een buizenstelsel langs de wand van de werkplaats geleid. Niet alleen om zelf warm te blijven, maar ook om de houtvoorraad droog te houden." Overigens was de Lister-motor in 1925 geleverd en geïnstalleerd door de firma P. en A.J. van Rumpt.

Dit artikel is gemaakt met de hulp van Herman Maas, Jan Maliepaard en Kees van Rumpt.

Afbeelding
Han en Cor van den Boogert en Lena Gebraad (1928).
Tante Leentje, zittend op de dikke planken die Cor gebruikte voor het maken van de houten boerenwagens.
Cor en Leentje.
De trouwfoto van Cor en Leentje.
Afbeelding
Er is in ieder geval nog één door Cor van den Boogert gemaakte wagen. Hij staat in een schuur in Stad aan 't Haringvliet en is geleverd aan de grootvader van de huidige eigenaar (Foto: Herman Maas).
De wagenmakerij met Han, de vader van Cor.