Geld beschikbaar voor Noordzeeakkoord

DEN HAAG/STELLENDAM - Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat heeft deze week betrokken partijen bij het Noordzeeakkoord bijgepraat over het beschikbare budget om de excessieve verandering op de Noordzee te compenseren. Totaal stelt het Kabinet 200 miljoen euro beschikbaar in verband met de nadelen door de komst van enorme windmolenparken op de Noordzee.

Door Jaap Ruizeveld

De Nederlandse Vissersbond, VisNed, stichting De Noordzee, Greenpeace, Vogelbescherming, Tennet, WNF, Natuur en Milieu, NWEA, Havenbedrijf Rotterdam en EZK hebben nu enkele weken tijd om het voorstel met hun achterban te bespreken en met een ja of nee over het akkoord te komen. Onderdeel van dit budget is sanering en verduurzaming van de visserijvloot (119 miljoen), maar ook zijn er budgetten voor onderzoek naar de milieutoestand en investering in controle en handhaving.

Wekelijks overleg

Het is zowel de visserijsector als de Nederlandse Vissersbond de laatste jaren niet ontgaan dat de plannen om de Noordzee vol te bouwen de spuigaten uitlopen en er een pas op de plaats gemaakt moet worden. Eind 2018 werd daarom het 'Noordzee-overleg' in het leven geroepen waarbij alle betrokken partijen (Nederlandse Vissersbond, VisNed, stichting De Noordzee, Greenpeace, Vogelbescherming, Tennet, WNF, Natuur en Milieu, NWEA, Havenbedrijf Rotterdam en EZK) eenmaal per week samenkwamen onder leiding van Jacques Wallage.

Hogere ambitie

De algemene doelstelling van de visserijsector in het Noordzeeakkoord-overleg is altijd geweest dat er zoveel mogelijk ruimte overblijft om rendabel te kunnen vissen. Daarnaast is er gepleit voor een budget om transitie in de visserijsector mogelijk te maken in de zin van vissers die vroegtijdig willen stoppen uit te kopen en vissers die door willen gaan ondersteuning te bieden om te kunnen blijven vissen in de veranderende Noordzee. Bij aanvang van het Noordzee-overleg heeft de Nederlandse Vissersbond gepleit, met een hogere ambitie, voor een bedrag van ongeveer één miljard euro.