Fred Prins, kandidaat voor de Algemene Waterschapspartij.
Fred Prins, kandidaat voor de Algemene Waterschapspartij.

Fred Prins (AWP):

"Het gaat om drie dingen: droge voeten, droge voeten en droge voeten"

MIDDELHARNIS - Bijtjes, klaprozen op de dijk… Heel leuk, vindt Fred Prins, maar daar moet het wat hem betreft niet over gaan in het waterschap. “Het belangrijkste is de waterveiligheid. Het gaat om drie dingen. Eén: droge voeten. Twee: droge voeten. En drie: droge voeten. De rest is opsmuk.” Bij de verkiezingen is Prins kandidaat voor de Algemene Waterschapspartij. Hij staat op nummer vier.

Fred Prins woont in Middelharnis en heeft een bedrijf, GEP, dat aan de weg timmert met systemen voor hergebruik van regenwater. “Ik ben een waterman”, zegt hij. Daarom meldde hij zich acht jaar geleden ook aan als kandidaat voor het waterschapsbestuur.
De Algemene Waterschapspartij profileert zich nu met de verkiezingsleus ‘Water, klimaat, natuur’. Maar eerlijk gezegd vindt Prins de slogan van de vorige verkiezingen beter: ‘Niet politiek, wel deskundig’. “Wij zijn een partij met hoofdzakelijk ingenieurs. Wij kijken met een constructieve, opbouwende en kritische blik naar de waterveiligheid: kan het beter, kan het efficiënter?”
Voor Prins is waterveiligheid prioriteit nummer één in het gebied waarin het waterschap Hollandse Delta actief is. “De afspraak is dat dijken één keer per tienduizend jaar mogen doorbreken. Dat is een politieke keuze. Ik denk dat het binnen vijftig jaar fout kan gaan, maar niet als gevolg van de zeespiegelstijging. Nee, het gevaar komt uit het oosten, van de rivieren.”

Gigantische wateropslag

Als er veel aanvoer is, door hevige regenval en smeltwater, kunnen we het niet kwijt, is de boodschap van Prins. “Dus moet er wat gebeuren: de Haringvlietsluizen weer sluiten en waterberging creëren.” Hij tekent een kaartje van Nederland en maakt in de zuidwestelijke delta een S. “Kijk, via een doorgang tussen Goeree en Overflakkee, net zoals vroeger, kan het water vanuit het Haringvliet naar de Grevelingen en vandaar via de Krammersluizen naar de Oosterschelde. Dan heb je een gigantische wateropslag.”
Behalve dat er op deze manier volop ruimte is voor overtollig rivierwater, betoogt Prins, ga je ook de verzilting tegen en is er altijd voldoende zoet water voor de agrarische sector. “Bovendien is dit goed te combineren met natuur en recreatie. Maar het allerbelangrijkste is waterveiligheid. Het is bittere noodzaak. Doe je dit niet, dan loopt het water geheid over de kades in Rotterdam.”
Prins zegt dat er heel veel geld nodig is om het gebied toekomstbestendig te maken. Aan een verhoging van de belasting is daarom niet te ontkomen.
Over de bestuurscultuur, die de laatste tijd negatief in het nieuws kwam, zegt hij: “Transparantie en goede afspraken zijn essentieel. Er zijn eerlijke keuzes nodig. Polderen over de waterveiligheid, dat kan niet in dit gebied.”