Ethiek: Kerk in Odessa

In de afgelopen week heeft er veel in de krant gestaan. We hebben kunnen lezen over de prijzen van energie, de oorlog in Oekraïne, de spanningen rond Noord-Korea, de politiek in Nederland, en tal van andere zaken meer. Ook kwamen voortdurend namen voorbij van mensen die belangrijk zijn. We denken dan aan Poetin, Biden, Xi en tal van andere mensen. Ook Nederland heeft zo zijn bekende mensen. We kunnen denken aan premier Rutte en de andere bewindslieden. Dag in dag uit staan de kranten vol met berichten over hen. Soms word je er een beetje moe van. Soms sla je het ook maar over. Vaak is het meer van hetzelfde.

En dan opeens staat er een stukje in de krant over een voorganger, van de FP-church, die in Odessa (Oekraïne) in weerwil van het oorlogsgeweld daar blijft en op de rustdag met enkele mensen samenkomt in de gemeente. Er zijn niet veel mensen, hooguit negen, maar ze komen op Gods dag samen om Gods Woord te horen, te bidden en handreiking te doen. Ook zullen de sacramenten wel bediend worden. Het was een bericht op de tweede pagina van de krant, maar het ontroerde mij eigenlijk wel. Ondanks alle rumoer in de wereld en in Oekraïne, bleef de voorganger op zijn post. De gemeente, hoewel steeds kleiner, kwam samen en men vluchtte niet voor het oorlogsgeweld. Al lezende gaan de gedachten zomaar verder. Eigenlijk zou dit nieuws voor de voorpagina moeten zijn. Gods werk gaat in Oekraïne voort.

Maar laten we eens kijken naar deze gemeente in Odessa. Het moet voor de voorganger geen gemakkelijke opgave zijn om daar te blijven. Toch bleef hij en probeerde iets van kerkelijk leven in stand te houden. Ook waren er nog mensen die naar de kerk kwamen. Het waren er niet veel, maar ze waren er wel. Gods werk en Gods Woord houdt stand. Ergens moest ik denken aan de geschiedenis rond het kerstfeest. We lezen erover in Lukas 2. We zien dan twee mensen die gehoorzaam naar Bethlehem gaan. Jozef en Maria laten zich opnemen in een soort burgerlijke stand. Erg veel betekenis lijkt het op het eerste gezicht niet te hebben.

Lukas begint hoofdstuk 2 met het noemen van de keizer in Rome. Die man was van wereldomvattende betekenis. Zijn naam was overal in het Romeinse rijk bekend. Hij werd vereerd en gevreesd. Vele jaren heeft hij leiding mogen geven aan het enorme Romeinse rijk. Hoe hij keizer is geworden, gaan we verder niet noemen. Het ging met veel geweld en moord gepaard. Daarna heeft hij op goede wijze het grote rijk bestuurd. Hij was de man van die dagen. Daar komt dan nog bij de stadhouder in Syrië, Cyrénius. Ook dat was een man van grote betekenis in die dagen. We worden dus bepaald bij belangrijke mensen die belangrijke dingen doen. De kranten zouden er vandaag de dag vol over staan. Het gaat dan over keizers, stadhouders, geweld en beschrijvingen. Dat er ook nog andere zaken aan de orde zijn, zou niemand eigenlijk opvallen.

En dan die twee mensen die naar Bethlehem gaan. Die keizer in Rome en die stadhouder zijn eigenlijk maar instrumenten in Gods hand. Die mensen gaan naar Bethlehem opdat de Christus aldaar geboren zou worden. Het belangrijkste is de gang van die twee mensen. En de geboorte van de Zaligmaker. Wat voor de mensen van toen eigenlijk amper van betekenis was, werd het allerbelangrijkste in de geschiedenis van de wereld. De beloofde Verlosser is gekomen. Zo ligt het vanuit God gezien vaak zo heel anders. Mogen we wat dat betreft ook een lijn voor vandaag trekken. De hele wereld houdt zich bezig met de oorlog in Oekraïne. Maar ondertussen gaat de bediening der verzoening in Odessa voort. Het gaat door met weinig mensen, met veel vragen, maar het gaat door. En daar gaat het in de geschiedenis van deze wereld om. Het gaat om Gods boodschap voor zondige mensen. Laten we die boodschap liefhebben. Het is tot ons eeuwig behoud.