Zorgakkoord

Ik ben een pessimist in hart en nieren. Dat weet u. Mijn laatste columnpjes waren ontevreden, kritisch en negatief over allerlei ontwikkelingen in huisartsenland en ik klaagde over u, uw kostenverzekeraar en uw overheid. Dat kwam omdat prioriteiten in ons land snel veranderen en ik me zorgen maak over de richting van die veranderingen. Maar ook omdat ik daadwerkelijk een doemdenker ben en niet goed ben in het zien van lichtpuntjes en het tellen van zegeningen. Ik moet mezelf daartoe zetten en dat doe ik te weinig. Daar sta ik niet alleen in. Ik zie die vergissing overal. Je moet in dit leven naast de omgekeerde vlaggen zelf de slingers ophangen. Voor alles is een tijd. Een tijd om te klagen en een tijd om te genieten. Anders word je een sikkeneurige, gefrustreerde dokter en dan gaan je wangen omlaag hangen.

Onlangs heb ik een eerlijke, analytische column geschreven over het nieuwe zorgakkoord dat in regels dreigt te worden omgezet en over hoe onzalig dat akkoord is. Maar ik weet dat u een trouwe en continue lezer bent van mijn columns en toen ik mijn pennenvrucht nalas, kon ik het niet over mijn hart verkrijgen om hem naar de redactie te sturen. Ik kan u zoveel droefgeestigheid niet aandoen en de zuurtegraad van de publieke ruimte is al zo hoog dat ik begin te verrimpelen. Het alfabet is voor betere zaken te gebruiken. Bovendien is het ook allemaal zo ernstig en kommerlijk niet. Men zou gaan denken dat ik een rotberoep heb en dat is absoluut niet het geval. Geef me twee stoelen en een doodzieke patiƫnt en ik ben helemaal in mijn element. Verstandigere mensen zouden liever met een gezonde mens praten, maar ik voel me op mijn gemak met pus, bloed, pijn, wonden en ingegroeide teennagels. Het is niet anders.

En op dat vlak tier ik welig. Als ik achter mijn bureautje wat kan kletsen of met mijn autootje door mijn dorpje rij, voel ik me goed. De mensen hebben kwaaltjes die ik mag oplossen en kwalen die ik mag begeleiden, de kleuters worden elk consult groter en de bejaarden leren met hun ouderdom om te gaan. We hebben het goed. We tobben en lijden, maar we hebben het goed. Ik zal dus niet zo klagen. Klagen kan een gevoel van controle en betekenis geven, maar het is slecht voor de bloeddruk. Dan maar een saaie, positieve column.