Duinviooltje (Foto: Geurt Besselink).
Duinviooltje (Foto: Geurt Besselink). Foto: Natuurmonumenten - Geurt Besselink

Natuurmonumenten: "Het lijkt nu op dweilen met de kraan open"

Namens Natuurmonumenten licht boswachter Chantal van Burg iets toe over stikstofproblematiek in natuurgebieden, met name de duinen. “Want die lijden in ons beheergebied het meest onder de stikstofdepositie. Voor de duinen geldt dat de meeste stikstof afkomstig is van het scheepvaartverkeer, maar ook andere sectoren zijn daar debet aan. Stikstof die neerslaat, zorgt voor extra plantgroei, met name voor soorten als braam en brandnetel. Andere soorten, kenmerkend voor duingebieden, zoals het geelhartje en het geelwalstro, komen dan in de verdrukking. Als je dan niets doet, groeit het gebied dicht en wordt het uiteindelijk bos." Met iets van een knipoog: "En wij willen geen Veluwe op de kop van Goeree-Overflakkee."

"Voor ons is stikstofdepositie niets nieuws, we zijn al jaren met deze thematiek bezig. Door het PAS (Programma Aanpak Stikstof, red) kwam er extra geld beschikbaar om intensief beheer toe te passen. Voor omwonenden en recreanten kan dat best even slikken zijn, als ze de zwaardere machines in het gebied zien. Die schrapen de bovenste laag grond af, want die is het meest voedingsrijk geworden door stikstof." De problematiek vraagt volgens Van Burg niet alleen meer geld, maar zorgt ook voor meer werk voor natuurorganisaties. "En uitleg aan mensen, over waarom we deze ingrepen in de natuur doen."

Duinparelmoervlinder

Want de biodiversiteit in natuurgebieden gaat achteruit, zien ze bij Natuurmonumenten. "Je merkt dat aan het verdwijnen van rode-lijstsoorten. De roodborsttapuit of de zomertortel kwamen hier vroeger volop voor. Nu zijn er nog maar enkele tot tientallen. Ook konijnen zag je vroeger veel meer in de duinen. Die hebben we hard nodig om de duingraslanden kort en vol kleine stuifplekjes te houden. Maar ze vechten nu tegen de bierkaai, of liever gezegd, tegen het struweel."

Zijn er ook soorten die (bijna) verdwenen zijn door de verruiging als gevolg van stikstof? "In Voornes Duin, het duingebied bij Rockanje, liet de zandhagedis zich veel zien. Tegenwoordig zien mijn collega’s ze daar nog maar zelden. Dat komt omdat er steeds minder open plekken, het leefgebied van de zandhagedis, te vinden zijn door de oprukkende vegetatie." Een voorbeeld op het eiland, in de Duinen van Goeree, is de duinparelmoervlinder. Die heeft het duinviooltje nodig. "Beide hebben we hier nog wel, maar niet meer in de grote aantallen van vroeger." En ten slotte noemt ze het voorbeeld van de tapuit. "Die zoekt insecten in het korte duingras, en hun broedplek vinden ze in duinholen. Maar dan moeten er wel open plekken in het duinlandschap zijn."

Integrale aanpak

Ze is het met haar collega Piet van Loon (Staatsbosbeheer, zie hiernaast) eens dat het nu dweilen is met de kraan open. "We moeten kijken naar een grote, integrale aanpak. Naast stikstof moeten we ook thema’s als droogte, klimaatverandering en waterkwaliteit- en kwantiteit meenemen. En niet alleen vanuit ieders eigen belang, maar gezamenlijk als consument, agrariër, bedrijfsleven, overheid en natuurbeschermer. We mogen trots zijn op Goeree-Overflakkee, met haar weidse en open karakter. Laten we dat behouden voor nu en voor de toekomst."

Duinparelmoervlinder (Foto: Lida Hellingman Soeting).
Tapuit (Foto: Corine Bliek).