Meditatie: Zal Hij ook geloof vinden op de aarde?

Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde? Lukas 18:1-8

Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde en geen mensontzag. En er was een zekere weduwe in dezelfde stad. En zij kwam tot hem, zeggende: "Doe mij recht tegen mijn wederpartij". Tot zover hebben we naar deze gelijkenis van de Heere Jezus geluisterd. Een gelijkenis, door de grote Pro­feet en Leraar verhaald - daartoe strekkende "dat men altijd bidden moet en niet vertra­gen!"

De weduwe in de gelijkenis is overgeleverd aan een rechter die om God noch mens geeft. Dat biedt weinig hoop op een eerlijke recht­ spraak. Zo ontwikkelt zich de rechtsgang van deze vrouw ook. Hij wijst haar af. Waar­schijnlijk omdat er voor hemzelf toch geen eer aan te behalen valt. Of van haar geen steekpenning te verwachten is. Maar ondanks de afwijzing houdt deze vrouw vol.

Keer op keer klampt ze hem aan. En na ver­loop van tijd dreunt er in het hoofd van deze rechter het steeds gehoorde refrein: "Doe mij recht tegen mijn wederpartij!" En dan gaat hij overstag. "Hoewel ik God niet vrees en geen mens ontzie, nochtans, omdat deze weduwe mij moeilijk valt, zo zal ik haar recht doen..." Hij wil van het gezeur af zijn. En daarom wijst hij te langen leste haar eis toe. Nee, een edel motief is het niet dat deze rech ter zover bracht. Het interesseert hem niet of hij het recht handhaaft of dat hij het recht verkracht. Hij heeft alleen oog voor zijn eigen belang. Hij geeft toe, louter en alleen door de volharding van deze vrouw. En zo krijgt deze weduwe haar zin. Door te volhar­den in haar roep om recht, doet zelfs deze goddeloze en niets-en-niemand-ontziende rechter haar recht.

En dan dat ontroerende woord van de Heere Jezus. Als Hij de toepassing gaat maken. En we zien Hem als het ware met Zijn vinger omhoog: Hoort wat de onrechtvaardige rech ter zegt! Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roe­pen? Ik zeg u dat Hij hun haastelijk recht zal doen!" De groteGod, de rechtvaardige Rech­ter van hemel en aarde, laat Zich vergelijken met deze goddeloze man. Ja, maar alleen op dit ene punt: als deze hardvochtige man des­ ondanks aan die weduwe recht doet, zal dan de Heere Zijn Kerk afwijzen? Hij zal het geenszins doen! En het geheim? Het volhar­dende smeekgebed. Toen zij niet afliet hand en oog op te heffen naar omhoog. En de oor­zaak van haar volharding? Haar grote nood en dood! Die geen uitstel lijden kon. Daar­om!

Is dat nu geen machtige vertroosting voor allen die de Heere aanroepen? Die Hem aan­houdend aanroepen? Het kan er wel eens op lijken dat Hij hen niet hoort. Zodat ze menen: de Heere heeft mij vergeten, de Heere heeft mij verlaten. Maar de Heere Jezus - Hij betuigt het: "Ik zeg u dat Hij hun haastelijk recht zal doen!" Die de nood van hun leven bij Mij brengen, die zal Ik niet beschamen! Opmerkelijk is het dat de Heere Jezus hier spreekt over "Zijn uitverkorenen". Die vol­hardende bidders, die smekelingen die van­wege hun nood dag en nacht tot Hem roepen - die noemt Hij hier "Zijn uitverkorenen". Laat ik u doorgeven wat Thomas Boston bij deze tekst zegt: "De gelijkenis ziet op men­sen, onbepaald. Want daar staat: dat 'men' altijd bidden moet en niet vertragen. Het woord 'uitverkorenen' is dan ook geen beperking van de bidders die zullen worden verhoord. Alsof er sommigen zouden zijn die nacht en dag tot God roepen maar die toch niet uitverkoren zijn; en anderen die dag en nacht tot Hem roepen en die wel uitverkoren zijn. Neen, maar het roepen der uitverkore­nen dag en nacht wordt hier voorgesteld als een blijk van eeuwige verkiezing! Uit het feit dat ze zó doen, dat ze zó roepen, wordt afge leid dat ze uitverkoren zijn en dat ze daarom zeker verhoord worden!"

Blijft de vraag - de vraag waarmee de Heere Jezus eindigt: "Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde?" Geloof? Ja, dat toevlucht-nemende smeken, dat volhardende roepen van die vrouw. Zal dat er zijn? Is dat er? Bij u en bij mij?

Ds. J.M.J. Kievit