Help, de dokter verzuipt

U merkte het vast al aan mijn laatste columns: de huisartsen zijn moe. Heel moe, te moe, niet leuk meer zo moe. Op 1 juli trokken we naar het Malieveld om tussen de trekkersporen aandacht te vragen over de toestand van ons vak. Deze huisarts is heus braaf en geen fan van schreeuwen, maar uw gezondheid staat op het spel en het roer moet echt om.

Joost van de Putte

Het probleem in huisartsenland is veelkoppig en heeft vele oorzaken. Voor kleine veranderingen is het te laat; er moet grondig ingegrepen worden. Zachte heelmeesters, stinkende wonden: ons vak moet gered worden. Het lijkt ook niet meer op het vak dat we allemaal geleerd hebben en waar we zo van houden. Als (veel) meer dan de helft van je tijd op gaat aan andere dingen dan patiënten, gooi je zinvolle energie weg. Dan werk je voor een te groot deel van je tijd voor de kostenverzekeraars en de bureaucraten. Onze tijd is als een dak met honderd lekkages. Het dak is oud en werd talloze malen verbouwd. We hebben geen overzicht meer en rennen rond om met te weinig handen te veel lekkages dicht te drukken.

Terwijl ik geleerd heb voor dokter, voor diagnoses stellen en behandelingen bedenken. Een schitterend vak vol uitdagingen en emotie. Een vak dat ik graag weer zou uitoefenen. Ieder briefje dat ik maak, ieder telefoontje dat ik pleeg, is een kleine moeite. Maar als je honderd kleine moeiten voor de kiezen krijgt, word je moe.

Eén van de vele lekkages: Vroeger gaf je je patiënt een verwijsbrief, nu zijn er tientallen manieren om te verwijzen: tientallen verschillende formulieren met hun eigen voorwaarden, wachtwoorden en afspraken. Iedere instantie heeft een eigen verwijsmethode. Een andere lekkage: Iedere handeling, ieder gesprek, ieder voorschrift moet verantwoord worden aan de kostenverzekeraar. Nog een lekkage: We zijn werkgever voor een lange lijst personeelsleden en ingehuurde krachten. Met complexe voorwaarden, eisen, onderhandelingen, functioneringsgesprekken en loonadministratie. Nog een lekkage: De geestelijke gezondheidszorg is zo ongeveer wegbezuinigd en de wachtlijsten voor de ziekenhuizen en verpleeghuizen zijn enorm. Het resultaat is oeverloos leuren met patiënten; heel veel bellen en onderhandelen en ruzie krijgen. ‘Maar ik maak me zorgen over deze patiënt, wilt u niet alstublieft helpen?’ En zo kan ik deze hele krant vullen met lekkages.

Mijn collega’s zijn verbaasd dat ik de energie heb om eens in de maand een column te schrijven. ‘Ach,’ zeg ik dan, ‘een kleine moeite.’