Derk Boswijk te midden van boeren en CDA-leden (Foto: Mirjam Terhoeve).
Derk Boswijk te midden van boeren en CDA-leden (Foto: Mirjam Terhoeve).

CDA-kamerlid Derk Boswijk in gesprek met Flakkeese boeren

STAD AAN 'T HARINGVLIET - Afgelopen vrijdag kwam CDA-Tweede Kamerlid Derk Boswijk naar Stad aan het Haringvliet om in gesprek te gaan met enkele boeren van het eiland. Ook gedeputeerde Meindert Stolk, Statenlid Jaco Kasteleijn en wethouder Tea Both waren hierbij aanwezig. Boswijk presenteerde niet alleen de plannen van de nieuwe regering, maar bood ook een luisterend oor voor de problemen waar boeren tegenaan lopen. De delegatie had zich samen met enkele boeren van het eiland verzameld bij Camping het Vogelnest van de familie Vogelaar.

Door Mirjam Terhoeve

CDA’er Derk Boswijk zit sinds 31 maart 2021 in de Tweede kamer en heeft onder meer Landbouw in zijn portefeuille. Daarvoor was hij Statenlid voor het CDA in de Provincie Utrecht. “Om eerlijk te zijn had ik mijn twijfels toen ik werd gevraagd om het hoofdstuk landbouw op me te nemen”, geeft hij meteen toe. “Het CDA stond altijd bekend als de partij voor de boeren, maar had zojuist een hele slechte verkiezingsuitslag achter de rug. De partij vond het daarom tijd voor een nieuw gezicht op dit departement. Gezien de enorme uitdaging heb ik uiteindelijk ‘ja’ gezegd. Hoewel ik een achtergrond heb als bouwkundig ingenieur, is de landbouw mij niet helemaal vreemd, want mijn beide opa’s waren boer. Aan mij nu de taak om het vertrouwen van de boeren in het CDA terug te winnen. Dat doe ik voornamelijk door mij in te leven in de problematiek, waar ze tegenaan lopen. Om daarvan een goed beeld te krijgen bezoek ik wekelijks boerenbedrijven en loop daar dan een dagje mee. Al werkend en pratend wordt heel veel duidelijk. Ik wil geen politicus zijn die alleen maar op het pluche in Den Haag zit en nooit met zijn laarzen in de stront heeft gestaan. Dat werkt niet. Ook bijeenkomsten als deze zijn een goed initiatief om te horen wat er bij de boeren leeft en speelt. Dat is in iedere regio anders en door de regio’s persoonlijk te bezoeken kun je een goed beeld vormen.”

Grote opgave

De problemen waar de huidige boeren tegenaan lopen zijn divers. Boswijk geeft aan geschrokken te zijn van wat hij heeft gehoord. “Onteigening, intrekken vergunningen, toekomst voor de opvolgers, dierenwelzijn, stikstofproblematiek, gewasbescherming, regelgeving, het is veel wat er op het bordje van de boeren terecht komt”, weet hij inmiddels. “Nederland staat hoog in de lijst als exportland, maar ik heb gemerkt dat de meeste boeren daar helemaal niet mee bezig zijn. Zij willen gewoon hun werk doen, een goede prijs voor hun producten en zekerheid voor de toekomst. Met name de stikstofemissie is een bron van zorg. Hier ligt een grote opgave. Boeren zijn vooral kritisch op de manier waarop de berekeningen plaatsvinden. Met name op het rekeninstrument Aerius, wat het RIVM voor heel Nederland hanteert, is veel kritiek. Als CDA zijn we daarom voorstander van een gebiedsgerichte aanpak. Men moet niet heel Nederland over een kam scheren als het gaat om uitstoot, maar juist het gebied in gaan en breder kijken wat mogelijk is. Anders creëer je geen draagvlak.”

Onzekerheden

De aanwezig boeren onderschrijven de geschetste problemen. Een veeboer vertelt graag uit te willen breiden, maar daarbij stuit op torenhoge grondprijzen. Een pluimveehouder ondervindt vertraging bij de aanvraag van vergunningen in verband met de stikstofuitstoot. De agrariërs klagen over de hoge eisen die supermarkten en retailers stellen aan hun producten. “Wij moeten veel kosten maken om aan al die eisen te voldoen, terwijl zij daar niets aan meebetalen maar dat wel doorberekenen aan de klanten”, stelt een van hen. “Een kilo uien levert ons 9 cent op terwijl ze voor 1,60 euro in de winkel liggen, om maar een voorbeeld te noemen.” Ook op het gebied van gewasbescherming ligt de lat hoog; er mag steeds minder gebruikt worden. “En dat terwijl in landen om ons heen de regels minder streng zijn. Hoezo één Europa?”, merkt een collega op. ‘We moeten flink investeren om de opbrengst van onze percelen op peil te houden. En dat is hard nodig om als bedrijf te overleven. Al die onzekerheden maken bovendien dat steeds meer familiebedrijven dreigen te stoppen, omdat de opvolgers het niet zien zitten. Veel bedrijven gaan dan ook nevenactiviteiten beginnen om een vast inkomen te genereren. Ze willen niet langer afhankelijk zijn van de prijzen van hun producten en van de wereldmarkt.”

Agrarisch natuurbeheer

Naast bovengenoemde punten is ook veel wantrouwen in natuurorganisaties. “Zij willen steeds meer grond in beslag nemen”, luidt het relaas. Sommige boeren zitten dicht op een Natura2000-gebied. Om natuurgebieden weerbaarder te maken, worden deze vaak vergroot. Het is daarom niet vreemd dat boeren dit als een bedreiging zien. Een bekend probleem weet Derk Boswijk, die hier een oplossing voor bedacht: landschapsgrond. “De scheiding tussen natuur en landbouw hoeft vaak helemaal niet zo scherp te zijn”, meent hij. “Sterker nog, soms willen boeren dat zelf ook helemaal niet. Daarom diende ik vorig jaar een motie in met een opdracht om te onderzoeken of het introduceren van ‘landschapsgrond’ een goede optie zou zijn. Voor deze boeren kunnen we samen kijken of bijvoorbeeld langjarig agrarisch natuurbeheer een aanvulling kan zijn op hun verdienmodel.” Boshuis streeft er dan ook naar om hierover met elkaar in gesprek te gaan. “De boeren, Natuurmonumenten, Staatbosbeheer. Pas dan creëer je aandacht en begrip voor elkaar. Onbekend maakt onbemind. In Groningen hebben we dat al gedaan en met goed resultaat. Misschien kunnen we dit nog verder uitbreiden door bijvoorbeeld ook de Retail te laten aansluiten om te praten over de prijzen voor producenten en de verdienmodellen.”

Als het aan Boswijk ligt worden er duidelijke keuzes gemaakt voor klimaat- en milieubeleid. “Duidelijkheid is beter dan doormodderen”, zegt hij tot slot. “Het CDA wil tot 2030 de stikstofuitstoot halveren en de natuur herstellen. Wij willen dat mét de boeren doen. Wij zien boeren niet als een probleem, maar juist als de oplossing. We zullen ze nog heel hard nodig hebben om de doelen te kunnen realiseren.”