Oudjaar
Een noodzakelijk onderzoek aan het eind van het jaar

Het jaar 1998 is ten einde. Het was een jaar met veel wederwaardigheden in de wereld, ons vaderland en in de zichtbare kerk. Allerlei gebeurtenissen vroegen onze aandacht.
Hoe moeilijk is het alles te volgen en te verwerken. De ware betekenis gaat vaak aan de mens voorbij. Wie ziet in dit alles de vervulling van Gods raad en Woord? ,,Alzo ook gijlieden, wanneer gij al deze dingen zult zien, zo weet, dat het nabij is, voor de deur".
Het einde aller dingen is nabij. Alles zal aan de toetssteen van Gods Woord en wet onderworpen worden. Ook het jaar 1998 dat voorbij is gegaan. Dan zal ons denken, ons handelen, ons gezin, ons leven en onze staat voor God onderzocht worden. Dan zal onze mening daarover niet gelden. Dan zal de mening van anderen niet gelden. Dan zal alleen de toetssteen van Gods Woord de uiteindelijke beslissing geven.
Hoe verwerkten wij ons verdriet, onze ziekte, onze rouw, onze zegeningen? Hoe is onze verhouding tot de Schepper en Formeerder van alles en allen?
Jozua wijst naar het boek dezer wet! Daaronder verstaan wij niet alleen de wet der zeden, maar Gods geopenbaarde wil, dan kan dit niet verborgen blijven. Dan zal dat inhoud geven aan het leven. Dan is het tot overleg dag en nacht.
Dan is dat onze gids. Dan raadplegen wij het in alle omstandigheden van het leven. Dan leren wij dat Gods geopenbaarde wil een openbaring is van Hem Zelf. Het leert God ontmoeten in Zijn Woord.

Kijken wij nu terug in het jaar dat voorbijging. Zien wij dan een leven zonder God en zonder Gods beleefde leiding. Moeten wij de jaarkring afsluiten met de belijdenis, dat wij voor onszelf hebben geleefd. Hoe zal het dan zijn als het eenmaal oudejaar wordt in ons levenseinde?
Zullen wij dan de stap uit de tijd in de eeuwigheid moeten doen zonder hoop en verwachting?

Hoe ernstig is toch ons leven. Wij weten, dat het jaar dat voorbijgegaan is niet overgedaan kan worden. Ook ons leven kunnen wij niet overdoen. In mijn gedachten zie ik Jozua staan. Hij heft voor de ogen van het volk, zichtbaar en duidelijk Gods Woord omhoog. Zij kennen het Woord. Ook nu heffen wij Gods Woord op voor uw aangezicht. Neemt het mee in de laatste uren van het jaar. Slaat het open en lees. Vraagt om de leiding en om het onderwijs van de Heilige Geest.

Het Woord mocht open gaan voor onze zielsogen. De Heere doet de boodschap verstaan: ,,Opdat gij waarneemt te doen naar alles wat daarin geschreven is; want alsdan zult gij uw wegen voorspoedig maken en alsdan zult gij verstandiglijk handelen" .

Mijn ziel bewaart Uw trouw getuigenis;
Dat heb ik lief, ook doe ik Uw bevelen.
Uw woord kan mij, ofschoon ik alles miss'
Door zijne smaak, én hart en zinnen strelen.
Gij weet mijn weg, en hoe mijn wandel is;
'k Wil niets daarvan voor U, mijn God, verhelen.

Deze overdenking werd eerder geplaatst in Eilanden-Nieuws in de uitgave rondom de jaarwisseling van 1998-1999.