Afbeelding
Foto:

De sloppen van Stad aan ’t Haringvliet

STAD AAN ’T HARINGVLIET – “Op briefkaarten, foto’s en in boeken zie je vooral bezienswaardigheden zoals de molen, de kerk of de Voorstraat maar er is meer te zien in een dorp en dat willen we ook graag in het “Stadarchief” vastleggen”, aldus één van de initiatiefnemers van dit archief.

Er worden daarom onder meer portretten van dorpsbewoners verzameld door ze voor het wissellijstenproject op de foto te zetten als lid van bijvoorbeeld de brandweer, de koffieclub, duivensportvereniging, krantenbezorger, werknemer Rumptstad of Stadse boer.

Voor de maand november heeft men gekozen voor het wissellijstenproject ‘De sloppen van Stad aan ’t Haringvliet’ in het heden om ze ook in het archief te bewaren voor later. Nu kun je er over twisten wat nu precies een slop is maar als je op Wikipedia kijkt zie je dat het woord “slop” meerdere betekenissen heeft en niet alleen met een achterbuurt geassocieerd moet worden. Het kan ook een gangetje, een achteromgang (kom maar via ’t slop) een deel van een stal, een gat in een muur, een plas vervuild water in een schip of iets met darten te maken hebben. Kort na het ontstaan van Stad aan ’t Haringvliet , 650 jaar geleden, werd een steegje al een slop genoemd en weldra had het dorp al een slop tussen de Achterdijk en de Voorstraat. Het kreeg de naam “Brulslop , Bruidslop of Bruunslop” en over die naamgeving doen vele verschillende verhalen de ronde. Zoals in de meeste dorpen op het eiland liepen ’s avonds na het werk de jongens linksom en de meisjes rechtsom rondjes om de kerk om elkaar te bekijken en een huwelijkspartner te vinden, zo liep men in Stad vele eeuwen lang rondjes Voorstraat, Zeedijk en Achterdijk.

In het midden was er het Brulslop waar je je even terug kon trekken voor een eerste zoen of meer en dat draaide dan uit op een bruiloft of op brullen omdat een partner afhaakte. Vroeger was er ook al woningnood en waren huizen vaak dubbel bewoond en dan had het achterhuis de ingang aan een slop. In het verleden waren er twee bewoonde sloppen in de Nieuwstraat naast nummer 7 en 19, op meerdere plekken in de Voorstraat (schoenmaker Krijn woonde achter Voorstraat 6) en op plekken aan de Achterdijk en zelfs op de Zeedijk maar de meeste bewoonde sloppen zijn verdwenen maar er leven nog een aantal dorpsgenoten die in zo’n slop gewoond hebben en nog kunnen vertellen hoe knus dat was. Vroeger was het vaak donker in de sloppen en dat trok zowel baldadige jeugd, inbrekers als gluurders aan en daarom zijn de sloppen nog steeds opgenomen in de routes van de lopers van de buurtpreventie en zijn er steeds meer verlicht.

Als men de nieuwe foto’s van de sloppen vergelijkt met die van vroeger dan vallen vooral al die schuttingen van deze tijd op terwijl er vroeger vooral heggetjes waren waarop je de was te drogen legde en waar over je met je buurvrouw de laatste roddels kon uitwisselen. Men is nu veel meer op privacy gesteld en dat zie je ook aan al die rolluiken en dichte gordijnen. “Als je vroeger na je werk je hond uitliet zag je iedereen gezellig aan de eettafel zitten of naar een van de twee TV-zenders kijken en zwaaide men naar je”.
In de maand november worden de foto’s van de Stadse sloppen tentoongesteld in het Trefpunt.