Wij hebben hier geen blijvende stad

Wat is het geval? We gaan over enkele weken, voor de tweede keer intussen, ons eiland verlaten. God roept. Hij roept tot de dienst, naar een gemeente elders en dus weg van onze geboortegrond. Ik noem dat een ingrijpende gebeurtenis en dat is het ook. Veel van wat bekend is en vertrouwd, moet je min of meer loslaten; wat wacht is in veel opzichten onbekend. Dat raakt je gezin, dat raakt jezelf.

Je ervaart hoe je bestaan opgeschud wordt. Alles staat even niet meer op zijn plaats. Letterlijk en figuurlijk. Alles wordt flink herschikt. Het heeft voor mij wel een Bijbelse waarheid ververst. Namelijk dat we hier geen blijvende stad hebben. En terwijl je alledaagse leventje ontworteld wordt, bedenk je plots dat je in de jaren dat je weer op vertrouwde Flakkeese bodem je bestaan opgebouwd had alweer behoorlijk vast bent gaan zitten. En het is een spiegel van een geestelijke werkelijkheid.

Wij mensen bouwen ons bestaan op. En we doen dat met een hang naar vastheid, zekerheid en gerustheid. Het voelt goed om gesetteld te zijn. Als het kan doen we dat het liefst ook met de nodige luxe. Maar voor je het weet, vergeet je dat je een reiziger bent, op weg naar je eeuwig huis. En hoe ingrijpend is dát! Want wat is in dat licht de tijd dat je hier beneden bent? Hoe heilzaam om door God ontworteld te worden en overgezet in hét leven. Te koersen richting de stad die fundamenten heeft. Te koesteren dat een Vaderhuis met een veelheid aan woningen wacht. Dankzij Hem, Christus, Die dat huis verliet om uit te gaan om het verlorene te zoeken.

Maar ook als dat door genade onze koers is, is de ontworteling die je ervaart een spiegel van een geestelijke werkelijkheid. En daar ben ik vast de enige niet in. Hoe gemakkelijk richten we ons leven in naar onze gedachten? Ook als we leven met Hem. We belijden dat Hij regeert, maar toch zijn we snel beduusd als Hij daar blijk van geeft en vooral als dat op een manier is die onze berekening en verwachting doorkruist. Aangenaam is het niet, heilzaam wel. Je leven wordt opgeschud en je weet weer: we hebben hier geen blijvende stad. En hoe waar dat is, wordt ons in alle rumoer van deze tijd toch wel met kracht toegeroepen. De wereld staat in brand, de schepping kraakt in haar voegen. Wat een vrede als je weet dat het op Huis aangaat.

Even praktisch: ik hoop u zeker nog te schrijven, maar wel ‘van de overkant’.