Excuses

In januari 1586 werden in Goedereede twee vrouwen verbrand. Beiden werden beschuldigd van hekserij. Nijnge Dimmens, over wie Leendert van Wezel een historische roman heeft geschreven, wordt na pijniging door de ingehuurde beul naar de brandstapel gebracht. Haar zus Leene ondergaat hetzelfde lot, met dien verstande dat zij, na ontsnapping uit het huis van de baljuw, zich al voor de verbranding bij het Havenhoofd verdronken had.

Tijdens de verhoren verklaarde de ene zus met de duivel getrouwd te zijn en zich te kunnen veranderen in een bonte kat, de andere had volgens haar kleinzoontje omgang met een man in rode kleding en paardenvoeten. Daar ook de dood van een schoondochter niet verklaard kon worden, wees alles op hekserij. Een uiterst triest gebeuren.

Waarom ik dit schrijf? Welnu, mijn lijnrechte over-over-(etc.) grootvader Cornelis Casteleijn, landbouwer te Goedereede, trad op als getuige à charge: hij had gezien hoe een van de dames met een stok zijn loslopende varken, een soort RAD (de huidige vuilnisophaler) avant la lettre, sloeg, waarop hij een steen naar haar had gegooid en vervolgens zijn arm niet meer kon bewegen! (Zoiets zou men, als die sport toen al bestond, een tennisarm noemen). 

Beide dames, zo heeft Mr. Theo Schelhaas in een genealogische studie aangetoond, waren gelieerd aan de familie Tanis. Gezien het huidige tijdsgewricht is het dus onvermijdelijk dat ik alle Tanissen mijn excuses aanbied voor het leed dat deze tot heks gemaakte dames door mijn voorzaat is aangedaan. Bij deze dus.