Tess Kievit en haar vriend genieten op Bonaire.
Tess Kievit en haar vriend genieten op Bonaire.

Van Flakkee naar Bonaire: emigreren in coronatijd

GOEREE-OVERFLAKKEE – Eind december hoorde ze niet overal ‘Fijne kerstdagen’ maar ‘Bon Pasku’. Oud en nieuw vierde ze, samen met haar vriend, op het strand. Op een klapstoeltje, wijntje en oliebollen bij de hand, wachtte ze op het vuurwerk dat langs de hele kustlijn van Bonaire de lucht in ging. Tess Kievit emigreerde midden in coronajaar 2020 van Middelharnis naar Bonaire.

Door Kees van Rixoort

Tess (in januari 22 geworden) groeide op in Middelharnis. Ze ging er naar school, eerst naar de Bosseschool en daarna naar de RGO. In Rotterdam begon ze een studie verpleegkunde. Studeren doet ze nog steeds, maar nu op Bonaire.

Waarom dit avontuur?

“Heel simpel gezegd: omdat we verliefd zijn geworden op het eiland. Mijn vriend was al vaker naar Bonaire geweest voor vakantie, werk en stages. Ik heb hem daar opgezocht toen hij er voor vier maanden was. Ze zeggen vaak: of je vindt Bonaire geweldig, of je vindt er niet veel aan. En bij mij was het het eerste. De vliegtuigdeuren gingen open, en het voelde een beetje als thuiskomen. Na er drie keer voor vakantie geweest te zijn, groeide dit gevoel tot meer. In Nederland hadden we vaak heimwee naar Bonaire. We kregen allebei een mooie kans aangeboden op Bonaire. Mijn vriend met zijn werk en ik kon mijn studie er verder afmaken. We zijn allebei nog jong en we hadden het gevoel: het is nu of nooit. Deze kans hebben we met beide handen aangepakt.”

Tess zit nu in haar derde studiejaar verpleegkunde. De opleiding verschilt niet veel van die in Nederland. Stage loopt ze op de algemene afdeling van Fundashon Mariadal, het plaatselijke ziekenhuis. Daar hoopt ze na haar afstudeerstage, die in augustus begint, werkzaam te blijven. Tess’ vriend werkt bij drankimporteur J.C. Herrera.

Overigens komen er regelmatig artsen en verpleegkundigen naar Bonaire om in Fundashon Mariadal te werken, ook vanuit het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, niet ver van Tess’ voormalige woonplaats.

Hoe was het om te emigreren in coronatijd?

“Het was erg raar om te doen. We zouden eerst in mei gaan, maar vanwege corona ging dat niet door. Wanneer het wel door zou gaan wisten we niet. We hebben onze tickets toen op de eerstvolgende vlucht gezet en die was 6 juli. Ik weet nog wel dat we wekenlang hebben gedacht: zou het nu dan toch wel…? Je bent toch spullen aan het inpakken, maar het zou goed kunnen dat je ze weer moet uitpakken omdat het niet doorgaat. Ook hebben we een paar keer gedacht: moeten we dit nu wel doen in deze tijd? Samen zijn we tot de conclusie gekomen dat we niet zouden gaan als het voor vakantie was. Maar we gingen emigreren en ik zou in augustus al op Bonaire naar school moeten.

Je denkt ook na over het afscheid nemen van mensen. Het allerliefste hadden we een groot afscheidsfeest willen geven, maar dat kon niet. En dan nog de stress over de PCR- test. We zaten allebei 24 uur in spanning of we negatief of positief zouden zijn. Gelukkig waren we negatief en konden we eindelijk gaan. Op Schiphol was het ook anders dan normaal. Binnen uitzwaaien was er niet bij. En dan heb je nog de mondkapjes die je op moet als je op Schiphol bent, en tijdens de vlucht. Het was heel anders, om zo te vliegen.”

Op Bonaire zijn er, mede omdat het luchtruim langere tijd gesloten was, weinig coronabesmettingen. Wel is er een golf geweest, waardoor bijvoorbeeld de horeca korte tijd dicht moest. Tess voelt zich veilig op Bonaire, ook omdat iedereen zich netjes aan de regels houdt.

Hoe bevalt het daar?

“Het leven is hier heerlijk en heel fijn. Je hebt altijd mooi weer, mooie stranden en leuke mensen. De Bonairiaanse bevolking is heel erg sociaal. Iedereen zegt gedag en je maakt snel een praatje. Veel mensen spreken Nederlands hier, maar bij het eiland hoort een prachtige taal, namelijk Papiamento. Ik ben het aan het leren. Het gaat nog niet heel voorspoedig, maar ik hoop stiekem dat ik het op een dag vloeiend kan spreken.

De gehaaste mentaliteit past hier niet echt. Hier is het motto: poco poco. Verder ben je hier veel meer buiten, omdat het altijd mooi weer is. Oké, soms regent het, maar dat nemen we snel voor lief, want dan staat heel het eiland mooi in bloei. Ook is de natuur heel anders dan in Nederland. We hebben hier prachtige witte stranden met felblauw water en heel veel palmbomen.

Voor mijn gevoel kan je hier sneller tevreden zijn met wat je hebt en wat het eiland biedt. Het gaat hier niet om in welke auto iemand rijdt, of je wel merkkleding hebt. Het gaat hier om je familie, vrienden en gezondheid. Je wordt niet in een hokje geplaatst.”

Ze wonen op het platteland van Bonaire, ook wel de kunuku of knoek genoemd. Hun huisje is van alle gemakken voorzien, maar waar ze het meest van houden is de porch met de loungebank. Tess: “Buiten zitten is toch wel het fijnste hier. We kijken uit op een mooie vlakte, waar veel cactussen staan en waar vaak ezels lopen. Verder hebben we een prachtige tuin met palmbomen en mooie bloemen.”

Niet vreemd, dat Tess nauwelijks last heeft van heimwee naar Nederland en Goeree-Overflakkee, al mist ze haar familie en vrienden wel. Naar een weerzien – op Bonaire of in Nederland – kijkt ze uit.

Ben je van plan ooit terug te komen, of ligt je toekomst op Bonaire?

“Terugkomen voor vakantie? Ja. Terug verhuizen? Echt nee. We zijn hier heel gelukkig en we zien een mooie toekomst tegemoet hier op Bonaire.”