Vreugdevuur met autobanden wordt geblust door de brandweer.
Vreugdevuur met autobanden wordt geblust door de brandweer.

Jaarwisseling op het eiland:

Een kijkje bij de inzet van de Mobiele Eenheid

GOEREE-OVERFLAKKEE - Journalist ben je natuurlijk ook op Oudejaarsavond. Dus wat doe je dan als je zes of zeven blauwe zwaailichten achter elkaar over de N215 richting Middelharnis/Sommelsdijk ziet rijden? Juist, je springt in de auto en gaat erachter aan. Een sfeerverslag van Oud en Nieuw, met daarin rollen weggelegd voor jongeren, brandweer, handhavers, politie en de Mobiele Eenheid.

Maar het verhaal begint in Nieuwe-Tonge. Op Oudejaarsdag is er afgezien van hier en daar een vuurpijltje en af en toe een flinke dreun op de dag zelf weinig te merken. In principe is iedereen die vuurwerk afsteekt illegaal bezig. Toch blijkt ’s avonds dat mensen het een en ander ingeslagen hebben. Opvallend is dat sommige mensen enkel op hun eigen terrein (achter een gesloten hek) vuurwerk afsteken, alsof dat het minder illegaal maakt. Andere mensen kiezen voor een vuurkorf of stookton. Ook achtertuinfeestjes zijn populair, waarbij het klinkt alsof de limiet van maximaal twee gasten mogen ontvangen niet altijd gehandhaafd wordt.

In vergelijking met andere jaren is er beduidend minder vuurwerk. Maar of het nu komt omdat er een stuk minder siervuurwerk is, of er een andere reden is, het lijkt wel alsof het zware knalvuurwerk meer in trek is. Wellicht heeft dit te maken met het feit dat knalvuurwerk minder zichtbaar is voor handhavers dan siervuurwerk? Wie zal het zeggen. Feit is dat wel wat wetsovertreders rondlopen in het dorp. De politie is in geen velden of wegen te bekennen – en dat heeft een reden, zo blijkt later. De brandweer van Nieuwe-Tonge hoeft maar één keer uit te rukken voor een brandje van vier autobanden op de middenberm bij de kruising van de Molendijk/N215. Net als we daar rond 2.00 uur naar staan te kijken, zien we een rij van zes of zeven aaneengesloten voertuigen met blauwe zwaailichten over de N215 rijden. “Ah, da’s de ME", weet een omstander. Maar waar gaan die heen?

Kruitdamp

Op goed geluk besluiten we naar het Rubensplein te rijden. De zoektocht naar nachtelijke activiteit duurt niet lang. Bij de rotonde bij de Emmaüskerk hebben zich enkele tientallen jongeren verzameld. De kerk zelf is door de vlagen kruitdamp nauwelijks te zien. De achterlichten van de auto zorgen voor een spookachtig rood schijnsel op de witte wolken. Regelmatig wordt er met vuurwerk gegooid wat in een oorlog niet zou misstaan. Toch is hier (vooralsnog) geen ME te bekennen. Het blijkt dat die een paar straten verderop staat.

Daar is de brandweer bezig om de restanten van een afgebrand aanhangwagentje te blussen. Eromheen hangen een paar groepjes jongeren, maar lang niet zoveel als bij de rotonde. Op verschillende plekken staan hier de ME-busjes opgesteld, maar de ME’ers zelf laten zich nog niet zien. Er wordt vooral veel heen en weer gereden met de busjes, zonder dat daar – voor een buitenstaander althans – meteen een duidelijke bedoeling achter zit. Al vrij snel is het brandje geblust.

Om de hals vallen

Dus terug naar de rotonde aan de Langeweg. Hier is het nog steeds onverminderd druk. Toch is er geen sprake van een vijandige sfeer. Integendeel, het is eerder ronduit gezellig te noemen. Een onbekende jongen komt op ons afgelopen. Joviaal roept hij: “Jullie heb ik hier nog niet eerder gezien, de beste wensen hé! Hierbij wil hij meteen enthousiast mijn hand op en neer pompen. Uiteindelijk, na wat tegensputteren, neemt hij ook genoegen met een ellebooggroet. Achter hem schieten er inmiddels met enige regelmaat Cobra’s de lucht in, wat tot enige ‘aah’s’ en ‘oohs’ leidt. Langzamerhand duiken er dan handhavers op, herkenbaar aan hun blauwe hesjes.

Intussen lijkt corona niet meer te bestaan. De jongeren vallen elkaar uitgebreid om de hals, en ook de drie zoenen zijn weer terug van weggeweest. Nog steeds komen er hier en daar groepjes jeugd bij, die vaak luidkeels worden onthaald door hun kameraden. Ondanks de gezelligheid en schijnbare ontspannenheid hangt er wel iets van spanning in de lucht: komt de ME, en zo ja, wanneer? Het antwoord laat niet lang op zich wachten, als er van de Prinsesselaan het eerste busje komt aangereden, met het groot licht aan.

Wietgeur

Niet lang daarna komen er weer een paar ME-busjes bij, die net als zojuist vooral rondjes rijden. Wellicht verkennen ze de omgeving om strategische posten uit te zoeken? Of willen ze eerst vooral een signaal afgeven? Hoe dan ook, de eerste jongeren beginnen voorzichtig aan de terugtocht, of gaan op zoek naar een nieuwe hangplek. Dat verloopt in goede orde. Er wordt niet gevochten en er zijn ook geen scheldpartijen richting de hulpdiensten. Nog steeds blijven de ME’ers in de busjes en zijn het vooral de handhavers die langzaam jongeren proberen weg te sturen. Hier wordt door velen gehoor aan gegeven. Eén van de jongens loopt met een wiegelende tred langs ons heen en brengt een duidelijk wietgeur mee.

Inmiddels is er zoveel ME, politie en handhaving verzameld dat de grond velen te heet onder de voeten wordt. Maar de volgende brandhaard is niet ver weg, letterlijk. Bij het Rubensplein wordt op een straat tussen twee woningen een vreugdevuur gestookt. Hier zijn ook enkele banden opgegooid, die dikke zwarte rookwolken uitbraken. Direct gevaar voor de omliggende huizen is er niet, maar toch is de brandweer al snel ter plekke. Ook hier staan verschillende groepjes jongeren, waaronder een aardige groep jeugd die bij een stookton voor een huis alles gadeslaan.

Grappenmaker

De brandweer van de Olympia-kazerne gaat vakkundig te werk: de slang wordt uitgerold en daar spuit de eerste straal het vuur in. Het levert mooie beelden op en ook hier geen agressie tegen de hulpverleners – al ontploft er één keer (bewust of onbewust) wel een fiks stuk vuurwerk dichtbij hen, wat alle kanten opschiet. De handhavers houden iedereen op afstand. Of, iedereen? Eén grappenmaker weet hen te omzeilen en bij de brandweerslang te komen. Hij pakt deze op en vouwt hem dubbel, ondertussen een gekke bek trekkend. Terwijl de blussende brandweerman even verward omkijkt omdat opeens de toevoer van water is afgesneden, snelt een collega hem te hulp en duwt de jonge man weg bij de slang. Een van de handhavers komt erbij en neemt hem mee naar een plekje achteraf, ongetwijfeld om hem een uitbrander te geven.

De-escalatie

Dan is het vuur uit, getuige de plotselinge kou en de grote witte rookwolken. Het groepje bij de stookton voor het huis joelt en applaudisseert voor de brandweer. Afgezien van wat fikse knallen is er inmiddels nauwelijks vuurwerk meer te bekennen. Ook zonder vooraf bij de briefing geweest te zijn, is het duidelijk wat het motto is van de hulpdiensten deze nacht: de-escalatie. Een brandweerman staat gezellig bij wat jongeren te kletsen. De handhavers lopen rustig rond, met de handen in de zakken.

Die handen komen er vervolgens wel weer uit als enkele jongeren hen een gelukkig nieuwjaar wensen. Er worden volop handen geschud, en de handhavers doen er vrolijk aan mee. Het is misschien in strijd met de huidige coronamaatregelen, maar de tactiek werkt. De vlam slaat niet in de pan. Dat maakt dat het wellicht een onrustige nacht is voor inwoners van Middelharnis en Sommelsdijk, maar er ontstaat geen grimmige sfeer en er vinden geen echte botsingen plaats tussen hulpverleners en jongeren.

Spreidstand

Terug nog één keer over de rotonde bij de Emmaüskerk. Nu de meeste jongeren weg zijn, kan er enige schade in ogenschouw worden genomen: verschillende verkeersborden zijn verbogen of compleet van hun paal geblazen. Inmiddels is het daar ook wat minder gezellig: iemand staat luidkeels te schelden en een ander gooit een flesje op straat stuk. Het glas spat alle kanten op. De glazen wanden bij de bushokjes even verderop aan de Koningin Julianaweg zijn (wonder boven wonder) nog heel. En voilà, daar is de ME dan toch uit hun voertuigen gekomen. Tegen een van de busjes staat een jongeman in de spreidstand terwijl hij wordt gefouilleerd. Even verderop ligt een jongere op de grond, met een ME’er bovenop hem en een vriendin er zielig naast. Ook bij het fietspad naast de Prins Maurits wordt iemand tegen de grond gehouden door de ME. Maar het is inmiddels half vier ’s nachts, en net als de vuren is ook de grootschalige activiteit vrijwel volledig uitgedoofd.

Een vernield verkeersbord.
Drukte aan de Langeweg tijdens de jaarwisseling.