Forse tik voor visserijsector

BRUSSEL - De Brexit-deal bezorgt de Nederlandse en de Europese visserij een forse tik. In vijf en een half jaar tijd zal de omvang voor die visserij teruggebracht worden tot gemiddeld 75 procent.

Door Jaap Ruizeveld

Dat stelt Europarlementariër Peter van Dalen (ChristenUnie), vicevoorzitter van de Visserijcommissie van het Europees Parlement. “De gemiddelde achteruitgang voor onze vissers wordt zo’n 25 procent ten opzichte van de huidige situatie. Dat is een klap voor zowel de pelagische- (vissen die in scholen zwemmen, zoals haring) als de bodemvisserij (schol en tong).” Voor veel vissoorten zal de omvang van de Europese visserij dalen ten gunste van de UK-visserij. Dit in ruil voor behoud van toegang tot de Britse wateren. De Europese Commissie en de Lidstaten moeten álles doen om de visserij te compenseren vanwege deze deal. Vitale visserijbedrijven zijn noodzakelijk om ons te blijven voorzien van goede en gezonde voeding.”

Scheiden doet lijden, stelt Johan K. Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond. "Het geeft de vissers lucht dat ze nog minimaal 5,5 jaar mogen vissen in de Britse wateren, maar deze deal brengt allesbehalve zekerheid. Er moet straks opnieuw worden onderhandeld en raken onze vissers dan wellicht niet alleen hun visgronden kwijt, maar ook nog meer quota? Het zou voor de onderhandelingspositie beter zijn als de toekomst van de EU-visserij in Britse wateren gekoppeld blijft aan de vrije handelsmarkt”, zegt Nooitgedagt. "De 25 procent afname van het quotum doet pijn en is niet uit te leggen.”

In de Oudejaarsbijlage bij deze krant staat een interview met UFA-voorzitter Hans Juch, waarin hij uitgebreid ingaat op de gevolgen van de Brexit-deal voor de visserij.