Justitie onderzoekt verwerking verontreinigd materiaal N215
GOEREE-OVERFLAKKEE – Misschien blijkt het een storm in een glas water te zijn. Desondanks is justitie een onderzoek gestart naar de afvoer van verontreinigd materiaal tijdens de aanleg van het nieuwe gedeelte van de N215 tussen Dirksland en Melissant.
Door Kees van Rixoort
Opdrachtgever voor de verbetering van de N215 is de provincie Zuid-Holland. Gedeputeerde Floor Vermeulen reageert als volgt op het justitiële onderzoek, waarin ook de rol van de provincie aan bod komt: “Bij de aanleg van het betreffende wegdeel van de N215 is in een ver verleden gebruikgemaakt van hoogovenslakken als wegfunderingsmateriaal. Dit materiaal is aan de bovenzijde afgedekt door een waterdichte asfaltlaag. In deze situatie is er geen enkel gevaar voor het milieu. Met de wegwerkzaamheden is dit materiaal in november 2019 afgevoerd en door tussenkomst van milieudienst DCMR naar een erkende verwerker vervoerd. De situatie is dus al lange tijd opgelost.”
De gebruikte hoogovenslakken zijn een restproduct van de productie van ruw ijzer. Ze kunnen metalen bevatten. Reden waarom het afvoeren van het materiaal volgens bepaalde voorschriften moet plaatsvinden. Of dat inderdaad is gebeurd, is nu onderwerp van onderzoek.
Het onderzoek is gestart omdat de DCMR Milieudienst Rijnmond een melding kreeg over het verwerken van de hoogovenslakken. Dat zou op een verkeerde manier zijn gebeurd. Een controle wees uit dat het afvoeren niet volgens de regels plaatsvond. Volgens de milieudienst is het materiaal niet door een erkende verwerker verwerkt. Voor het verkeerd afvoeren is destijds een boete opgelegd. Het toen opgemaakte proces-verbaal is nu de basis voor het justitiële onderzoek.
De uitvoerder van de wegwerkzaamheden verwijst voor een reactie naar de provincie Zuid-Holland, de opdrachtgever.