David Hoogzand (Foto: Pauline Hof)
David Hoogzand (Foto: Pauline Hof)

”Wat is gebeurd, is waard om genoteerd te worden”

David Hoogzand (1928) kijkt graag terug. Hij is dol op geschiedenis en met name de streekgeschiedenis. “Niet alles was vroeger beter. Zoals ook niet alle vooruitgang een verbetering was”, aldus Hoogzand. Als schrijver heeft hij vier regionale bestsellers op zijn naam staan. De rode draad in zijn oeuvre is dat hij herinneringen van gebeurtenissen van gewone mensen op Goeree-Overflakkee optekende. David heeft een gevarieerd en bewogen leven achter de rug. Als kind van een gezin van acht kinderen stond zijn wieg in de ‘Achterstraat’ in Sommelsdijk, een gezellige buurt, tegenwoordig de Van Gorcumstraat. “Ach, zo groot was ons gezin nu ook weer niet. Bij de buren hadden ze er aan de ene kant dertien en aan de andere kant vijftien. Dus bij ons viel het best mee.” David kon goed leren, maar geld om door te leren was er niet. “Zo ging dat vroeger. Er moest gewerkt worden. Ik ging al jong als koeienwachter naar het land en zo werd ik landarbeider. Later heb ik in de avonduren wel cursussen gedaan.”

Het werk op het land was zwaar. Als kleine jongen was hij om zeven uur bij ’t schot, het nachtverblijf van de koeien. Na het melken nam hij de koeien mee de dijken op. “Ik moest er dan de hele dag voor zorgen dat ze op de dijken bleven en niet op het land kwamen, waar ze van de gewassen zouden vreten. ‘s Zomers in de droge periode groeide het gras slecht. Het was dan extra lastig om ze op de dijken te houden.” David vond het heerlijk om buiten te zijn. “Ik ben achter een kluutje geboren. Ik heb altijd heel erg genoten van de natuur. En nog. Ik doe graag een rondje Christoffelpolder. Ik vind het de mooiste polder die er is. Fietsen doe ik niet meer sinds ik gevallen ben, maar lopen gaat gelukkig nog prima.” Dat één van de boeken die hij schreef - ‘Op goede gronden’ - over de het landleven op Goeree-Overflakkee gaat, zal niemand verbazen. “Door de jaren heen was er zoveel veranderd, hoe gewassen op het land werden geteeld, dat ik het graag wilde vastleggen voor het nageslacht. Tegenwoordig weet toch niemand meer hoe de meekrap werd geteeld of hoe ajuinbollen werden gesneden?”

Kamer en suite

Door de mechanisatie werden veel landarbeiders van het land verdrongen. De meesten kwamen in de havens terecht. Er ging zelfs een speciale forensenboot om iedereen naar het werk te brengen. Ook voor David was het steeds moeilijker werk te vinden. Hij maakte in 1970 de overstap naar kantoor en ging werken bij het elektriciteitsbedrijf Emgo in Middelharnis. Hij kwam bij de afdeling meteradministratie. Hij deed dat tot hij op zijn zestigste met vervroegd pensioen ging, maar bezig bleef hij. Hij was ruim 35 jaar actief in de gemeentepolitiek, eerst in de raad van Sommelsdijk, na de herindeling van 1966 in Middelharnis. Hij ontving een koninklijke onderscheiding bij zijn afscheid. Voor hem is zijn tijd in de politiek geen periode die belicht hoeft te worden. “Ik denk, dat het zeker stemmen heeft gescheeld dat ik een moeder had die uit Middelharnis kwam en een vader uit Sommelsdijk. Daardoor hoorde ik bij allebei. In Middelharnis was ik David van Liene, in Sommelsdijk David van Aoi. Maar laten we het maar laten rusten. Alles is er al over gezegd.”

Om op de wrijving tussen Sommelsdijk en Middelharnis terug te komen, het heeft hem zelf nooit zo gedeerd. “Het karakter van beide dorpen is gewoon anders. Sommelsdijk had landbouw en landarbeiders, Middelharnis was een vissersdorp. Als de vissers van zee kwamen en de vis verkochten, hadden ze ‘poen op ’t jatje’. Vissers konden beuren. Dat konden landarbeiders niet. Die tegenstelling zag je bijvoorbeeld goed terug in de cafés. De markt was al vanaf 1486 in Sommelsdijk. De oogstmarkten en de veemarkten, die werden altijd druk bezocht. Het schijnt een gezellige boel te zijn geweest, maar ik was er niet bij. Het was van voor mijn tijd. Maar het is wel eeuwen zo geweest. De tegenstelling zat ook in het onderwijs. Middelharnis had twee ulo’s, een christelijke en openbare en een HBS. Er woonden dus veel leraren, waarvan de meesten van de overkant kwamen. Dat maakte het gewoon een ander dorp. Ik heb Sommelsdijk en Middelharnis wel eens een kamer en suite genoemd. En dan mag wat mij betreft Middelharnis best de kamer zijn en Sommelsdijk de suite.”

Leed

David ontdekte na zijn pensioen het schrijven. Hij had er lol in en bleek het ook te kunnen. Hij leerde het zichzelf aan. Minutieus ging hij te werk om alles tot op de bodem uit te zoeken, feiten te checken en mensen te spreken. “Als je wilt schrijven, is een goed geheugen onontbeerlijk. Gelukkig heb ik dat. Je moet ook, denk ik, geïnteresseerd in mensen zijn.” Hoogzand publiceerde naast het boek over het landleven ook ‘De blijde aankomst’ (over beurtschipperij), ‘Zoals het is gebeurd’ (een boek over de Watersnoodramp) en ‘Blijvend Gedenken’ (over de Tweede Wereldoorlog op het eiland). Het was wellicht zijn jeugd die de interesse in het menselijke aspect zo in hem naar boven bracht. “Mijn vader werkte als kaaigast, dan moest je schepen laden en lossen: zand, grind, eierkolen, of kunstmest. Dat was écht hard werken. Ik ging wel eens koffie en brood naar hem brengen. Ze zagen dan zwart van de kolen of wit van de kunstmest en waren helemaal bezweet. Met zakken van honderd kilo op hun rug liepen ze uit het ruim van het schip de trapjes op, over de loopplank de loods in, waar het dan in de nok gelost moest worden. Een collega van mijn vader heeft wel eens gezegd: ‘Wil je geloven, dat alles me pijn doet, behalve mijn haar?’”

Het waren zware tijden, met grote gezinnen en dus veel monden die moesten worden gevoed. “Overal werd op de pof gekocht. We praten nu wel eens over armoede, maar dat is niets in vergelijking met toen. Leed heb ik altijd erg gevonden. Ziekte overkomt je, daar kun je niets aan doen. Maar veel leed was wél te voorkomen geweest; oorlog bijvoorbeeld. De razzia’s hebben op mij als kleine jongen enorm veel indruk gemaakt. Ook het uit de lucht schieten van vliegtuigen was dramatisch. Het is verschrikkelijk, wat mensen elkaar kunnen aandoen. Ik vind het dan ook belangrijk, om die persoonlijke verhalen op te tekenen. Verhalen van mensen, die het zelf hebben meegemaakt. Wat is gebeurd, is waard om genoteerd te worden. Alles, tot in de kleinste details wilde ik vastleggen, om de historie aan het nageslacht te kunnen doorgeven.”

Invloed

Hoogzand ondervond zelf ook persoonlijk leed, door wat mensen elkaar kunnen aandoen. Zijn kleinzoon Bryce kwam om als passagier van de MH-17. Bryce zat samen met zijn vriendin Daisy in het vliegtuig, dat in de Oekraïne zes jaar geleden uit de lucht geschoten werd door separatisten. Het is een groot verdriet, waar ze geen dag niet aan denken. Meer dan vijfhonderd kaartjes kregen ze van mensen uit de buurt na zijn overlijden. In de vensterbank staan de foto’s van Bryce en Daisy, tussen de andere familieleden. David en zijn vrouw Maartje kregen drie kinderen, twee meisjes en een jongen, vier kleinkinderen en twee jaar geleden ook een achterkleindochter, een heerlijk ding. David vervolgt: “Ik ben inmiddels oud genoeg om te weten, dat je op sommige dingen geen invloed hebt. Maar het blijft goed om voor bepaalde zaken aandacht te vragen. Daarom vind ik herdenken ook heel belangrijk.”

En hij zei het al: niet alles was vroeger beter. “Onze leefomstandigheden zijn natuurlijk heel erg verbeterd. In dat opzicht zou ik niet graag teruggaan naar vroeger. Maar er was in de gemeenschap wel meer samenhang, meer saamhorigheid. Je zat allemaal in hetzelfde schuitje. Even een kommetje suiker lenen bij de buren, dat doet toch niemand nog? Ik denk met veel plezier terug aan de tijd, dat ik als schooljongen boodschappen deed voor de buurt. Ik heb er de hele bevolking van Sommelsdijk door leren kennen. Het was zo gezellig met al die kleine winkeltjes. Ik kende alle steegjes en slopjes. Iedereen sprak nog dialect. Ook het landschap was vroeger aangenamer. Met de komst van de dammen en de bruggen is het allemaal begonnen. Maar ja, ontwikkeling houd je niet tegen.”

Zeven van de kinderen Hoogzand (Foto: privéarchief David Hoogzand).
Op het land met de familie (Foto: privéarchief David Hoogzand).