Tijdelijk vleugels

In de zomermaanden ontwikkelen zich pas vleugels bij de jonge mannetjesmieren en bij de vrouwtjes die voorbestemd zijn om later koningin te worden. Op een warme dag, hier in juli en augustus, vliegen deze prinsen en prinsessen gelijktijdig uit voor hun zogenaamde bruiloftsvlucht. Spoedig na de paring sterven de mannetjes. De bevruchte wijfjes zoeken een veilig plekje voor hun nieuwe woning, rukken zich daar zelf de vleugels uit en graven zich in om reeksen eitjes te leggen. Uit de eerste leg komen de kleine en onvruchtbare 'werksters', die nooit vleugels krijgen, maar de volgende generaties moeten opvoeden. Later ontwikkelen zich vrouwtjes tot 'soldaten' met krachtiger kaken en extra pantser. Uit grotere eieren ontstaan flink gebouwde prinsessen die vleugels krijgen. De later geboren gevleugelde mannetjes leven het kortst. Koninginnen kunnen 15 jaar eieren blijven leggen dankzij het zaad van één bruidsvlucht.