Afbeelding

Tandarts Jan Buth neemt na meer dan 40 jaar afscheid van een ‘edel ambacht’

DIRKSLAND – Toen Jan Buth in 1978 zijn tandheelkundige praktijk in Dirksland begon, waren er zes tandartsen op Goeree-Overflakkee. Nu zijn dat er zeker vijf keer zo veel. Er is veel veranderd in ruim veertig jaar tijd, en niet alleen het aantal tandartsen. Buth, die per 1 juli stopt, blikt terug.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

Een interview? Liever niet, maar vooruit dan… “Ik ben meer een figuur die in stilte via de achterdeur weggaat”, zegt Buth kort voordat zijn praktijk beëindigt. “Waarom ik stop? Tja, ik ben 70+ en ik voel dat de leeftijd vordert. Zonder ernstige ongemakken, hoor, maar ik heb wel een versleten knie. Ik voel het: ’t wordt gewoon tijd om te gaan.”

Dat hij tandarts is geworden, was niet vanzelfsprekend. Als boerenzoon ging Jan Buth na de middelbare school eerst naar de Hogere Landbouwschool in Dordrecht. “Ik wilde een vrij beroep. De Kunstacademie leek me wel wat, maar daar kon ik niet terecht. Dan maar boer…” Het kunstzinnige bleef overigens wel altijd een rol spelen. Zo had hij bijvoorbeeld later een ontwerpbedrijfje dat talloze posters maakte.

Na ‘Dordrecht’ was er interesse om verder te studeren aan de Landbouwhogeschool in Wageningen, of diergeneeskunde. Maar uiteindelijk werd het, na het afstrepen van het lijstje opties, tandheelkunde in Utrecht. “Een medische studie voor ijverige mensen, die leidt tot een beroep waarin ijver wordt gewaardeerd.”

Naar Flakkee

Het ‘knutselachtige’ van de tandheelkunde trok hem aan. En, ook heel belangrijk, als tandarts kon hij zonder meer op Goeree-Overflakkee aan de slag. “Er was een groot tekort aan tandartsen op Flakkee, en ik wilde graag terug. Want mijn leven draait om Flakkee. Ik ga nooit langer dan een week met vakantie. Dan wil ik terug.”

In Utrecht bekwaamde Buth zich ook in de parodontologie, een specialisme dat zich richt op het tandvlees. Hij was ook een tijd actief als parodontoloog, onder andere in praktijken in Goes en Rotterdam.

Eind 1978 opende Buth zijn praktijk aan de Boezemweg. In het wagenhuis van de boerderij waar hij opgroeide. Vader Buth was op dat moment nog volop actief als boer. Later, halverwege de jaren tachtig, ontstond een andere situatie. “Ik heb na het overlijden van mijn ouders de praktijk en het boerenbedrijf een jaar of acht gecombineerd. Een loonwerker deed het meeste werk, maar het beleid en het handwerk deed ik zelf. Dag en nacht was je bezig.”

Veel veranderd

In ruim veertig jaar is er veel veranderd. “Voordat ik begon, was een ingrijpende verandering al achter de rug: de tandarts ging van staand naar zittend werken en de patiënt ging van zittend naar liggend tijdens de behandeling. Verder heb ik de verandering van mechanisch boren naar turbine-boren meegemaakt. Dat laatste gaat ongelofelijk veel sneller. Amalgaam zie je niet meer, als vulmiddel gebruiken we bijna uitsluitend composiet. Goudwerk is ook iets van het verleden, maar ik ben het wel blijven doen. Een grote verandering, halverwege mijn carrière, was de digitalisering. En je ziet tegenwoordig ook veel ketens”, schetst Buth de veranderingen in grote lijnen.

Hij heeft het werk als tandarts altijd met plezier gedaan. “Zeker wel, tot het eind toe. Ondanks de bemoeizucht van de overheid. Al die regels, richtlijnen, veranderingen… Je voelt je soms in de verdediging gedrukt. Toezicht en controle zijn noodzakelijk, maar bemoeizucht…, nee, dat is niet altijd leuk. Het mooie van het werk? Dat je je patiënt en jezelf blij kunt maken met een mooi eindresultaat. Ach, de tandheelkunde is een edel ambacht met een wetenschappelijk randje. Tijdens de opleiding in Utrecht was de praktijk heel belangrijk, we hebben veel ‘geknutseld’ om de motoriek te verfijnen, en daarmee ook het resultaat. Een ‘Utrechtse mond’ herken je. Die is uitstekend.”

Het is tijd

Jan Buth draagt zijn praktijk over aan Mondzorg Dogterom in Middelharnis. “Zonder meer een kwaliteitspraktijk, die niet alleen mijn patiënten overneemt, maar ook mijn personeel. Met een gerust hart draag ik de praktijk over aan Mondzorg Dogterom. Ze zijn correct en zorgvuldig.”

Tegen het moment van afscheid zegt hij niet op te zien. “Je groeit ernaartoe. Het is tijd. Bovendien heb ik genoeg hobby’s: schilderen, bier brouwen, mijn enorme tuin… Ik houd me bezig met de Stichting Watertoren Dirksland, de dorpsraad, de Stichting Jan Giesen. En er zijn plannen voor een jeugdboek, een pocketje, over mijn oom Nol, indertijd de meest gedecoreerde gezagvoerder van de koopvaardij Arnold Konings, die in 1923 heroïsch reddingswerk deed tijdens een grote aardbeving in Yokohama, met het vlaggenschip ss Iris van de Shell.” Conclusie: de achterdeur van Jan Buth gaat niet helemaal dicht.