Afbeelding

Ondernemer over verbod op uitstallingen op d'n Diek:

“Dit is catastrofaal voor de plaatselijke middenstand’’

MIDDELHARNIS - Hoewel de piek van de coronacrisis achter ons lijkt te liggen, zijn de gevolgen ervan nog steeds op allerlei vlakken zichtbaar. Zo moet de anderhalve meter afstand nog steeds in acht worden genomen. Ook op d’n Diek, waar deze regel heeft geleidt tot een verbod op het plaatsen van uitstallingen in het middenpad. Een boze ondernemer: “Ze lijken de consequenties totaal niet te beseffen."

Aanleiding voor de boosheid zijn de maatregelen die 18 mei per brief werden bekendgemaakt. In die brief schrijft de burgemeester: “Op 8 mei jl. heb ik u samen met het bestuur van BIZ Middelharnis Centrum gevraagd om alle elementen in de buitenruimte zoals banners, borden en andersoortige uitstallingen te verwijderen om het looppad zo breed mogelijk te maken. (…) Tot mijn spijt heb ik moeten concluderen dat dit verzoek niet door iedereen ter harte is genomen. Als gevolg daarvan lukt het winkelend publiek niet altijd om de 1,5 meter afstand van elkaar te houden."

“Daarom zijn vanaf nu uitstallingen niet meer toegestaan in de gehele BI-zone. Er is bewust voor gekozen om deze maatregel voor het hele gebied te laten gelden en daarin geen onderscheid te maken. (…) Onze boa’s zullen erop toezien dat het verbod wordt nageleefd. U kunt er ook van uitgaan dat ze winkelend publiek aanspreken bij onverantwoordelijk gedrag." De brief eindigt met dat de burgemeester ook beseft dat in deze lastige tijd er veel van de winkeliers wordt gevraagd en dat we ‘alleen samen’ corona onder controle krijgen.

Gangpaden

De boodschap en de maatregelen zijn aan Van den Nieuwendijk van de Flakkeesche Bazar niet besteed. “Er wordt een schijnveiligheid geboden die meer kwaad dan goed doet. Als winkeliers moeten we al een groot gedeelte van onze omzet missen door de coronacrisis. Dat we dan ook nog alles wat je buiten hebben staan verplicht naar binnen moet, vind ik niet reëel. De mensen hielden zich hier keurig netjes aan de afstand."

“Dit besluit leidt tot leegstand, dat heb ik ook aan de burgemeester geschreven. Daarnaast heb ik ontheffing aangevraagd. We hebben alles zo dicht mogelijk bij de muur neergezet, de spullen stonden nog geen meter uit de muur. Spreek dan de ondernemers aan die zich niet aan de regels houden, maar benadeel ons niet allemaal. De rekken die normaal buiten staan, staan nu in de winkel. Daardoor kun je amper meer door de gangpaden lopen. Ook heb ik een deel van de spullen beneden moeten opslaan." De ontheffing heeft hij niet gekregen, omdat het een Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) betreft, die voor iedereen geldt.

Strot geduwd

“Veel ondernemers hebben het al moeilijk genoeg, en dan komen daar zulke stringente regels bovenop. Alles wordt versoepeld in het land, maar hier wordt het enkel strenger. Ik hoop dat de ondernemers hier hun krachten bundelen en deze regels geschrapt worden, anders zullen nog meer mensen hun winkel moeten sluiten." Daarnaast is Van den Nieuwendijk boos over het gebrek aan communicatie vanuit de gemeente. “Ons is helemaal niet gevraagd om mee te denken, maar we krijgen zomaar een brief. Het wordt ons door de strot geduwd. Ze beseffen de consequenties niet van waar ze aan begonnen zijn."

Wat de winkelier van de Flakkeesche bazar betreft zijn de regels sowieso nutteloos. “De meeste besmettingen worden binnen veroorzaakt en niet in de buitenlucht. Als mensen massaal bij elkaar zijn in een slecht geventileerde ruimte bijvoorbeeld. Terwijl de bezoekers hier keurig opzij gaan als er iemand langskomt en - nogmaals - zich netjes aan de regels houden. Dus wat mij betreft hoeft er helemaal niks te veranderen aan zoals het nu is."

Lavendelplanten

Ook Mike Vos van LLEV, een stukje verder op d’n Diek, is niet blij met het verbod. “Ik weet hoe belangrijk de uitstraling van een winkel in de detailhandel is. Het is je uithangbord, trekt mensen aan en maakt nieuwsgierig. De ondernemers zitten toch al in een lastige tijd, en nu het net weer wat beter lijkt te gaan komt dit." Zelf verwacht de ondernemer er geen last van te hebben, stelde hij tijdens het gesprek. “Ik heb een horecavergunning, dus ik mag mijn tafeltjes gewoon buiten neerzetten." Groot is zijn verbazing dan ook als later op de middag handhavers langskomen en hij alsnog zijn terras binnen moet halen.

“Je ziet dat het langzamerhand weer wat drukker begint te worden en dat bepaalde uitdagingen met zich meebrengt. Maar ik denk dat het belangrijk is dat we het positief kunnen 'omdenken'. Zo heb ik aan het bestuur van de BIZ (bedrijfsinvesteringszone, red.) foto’s doorgestuurd hoe men er elders in het land mee omgaat. Bij de Koopgoot in Rotterdam is bijvoorbeeld met behulp van lavendelplanten een mooie afscheiding gemaakt in het midden. Met stickers is de looproute aangegeven. Prachtig! Zoiets hadden we hier ook moeten doen, dan is een verbod helemaal niet nodig."

Aantrekkelijk

“Het signaal van wat van dit verbod uitgaat is dat we hier niet genoeg initiatief nemen. Het is heel jammer dat het uitloopt in een verbod en de boel zo plat wordt geslagen. Een supermarkt in de buurt heeft bijvoorbeeld eigenhandig een wasgelegenheid neergezet, waar mensen hun handen kunnen wassen. Zulke voorzieningen hebben we nodig, om het winkelen veilig te houden en verboden te voorkomen. We moeten veel meer denken in kansen en mogelijkheden, en er zijn al mooie voorbeelden van hoe het óók kan."

“Wat ik mis, is de dialoog tussen de gemeente en de BIZ. Wij zijn ook van tevoren niet over dit verbod op de hoogte gebracht of geïnformeerd of wij nog ideeën hebben. Ik heb het idee dat niet iedereen inziet hoe belangrijk die buitenruimte precies is voor ondernemers. Er wordt soms misschien nog teveel vanuit de eigen belangen gedacht. Nu wijst iedereen naar elkaar terwijl we het juist sámen zouden moeten doen. We zouden als ondernemers met elkaar op moeten trekken en proactief aan de slag moeten gaan om vanaf 1 juni weer aantrekkelijk te zijn als winkelcentrum."

Kalverstraat

“Bij een verbod is niemand gebaat en vind ik een slechte gedachte. Je ontneemt de kracht van de ondernemer om te ondernemen. Terwijl we juist nu elkaar nodig hebben." Daarom pleit Vos voor een aanpak mét elkaar. “Laten de gemeente, ondernemers en BIZ om tafel gaan om samen te kijken hoe we het gaan doen." Zelf heeft hij ook wel ideeën: “Het grootste knelpunt is het dubbele gedeelte van d’n Diek. Dat zou je kunnen belijnen en aan beide zijden op de drukke dagen een gastvrouw zetten die mensen welkom heet en de boel in goede banen leidt. Met Moederdag kan het ook, dus waarom nu niet?"

De ondernemer weet dat het balanceren tussen enerzijds de aantrekkelijkheid van het centrum en anderzijds de veiligheid (of: veiligheidsgevoel) te waarborgen. “Maar bij de Efteling heb je ook krappe straatjes, en in de Kalverstraat is het beduidend drukker dan hier, en daar lukt het ook. Maar we moeten er onze schouders onderzetten. Een verbod is dan een veel te heftige beslissing. Ik ben een positief ingestelde ondernemer maar als dit het beleid is, is het een deuk in het vertrouwen in een goede toekomst. We moeten veel meer samen optrekken en kansen zien’’, sluit hij af.

Afbeelding