De tijd van uitvliegen

Nog even en de tijd van uitvliegen breekt aan. Vele vogelouders strepen de dagen af dat de jongen uit het ei kruipen. Bij een aantal zijn de jongen al uit het ei en is de rust verleden tijd. Nu in deze quarantainetijd, waarbij ik veel vaker thuis ben, maak ik deze geboortegolf van dichtbij mee. Vader en moeder koolmees vliegen af en aan naar het nestkastje met insecten voor hun bedelende jongen. Minstens 18 dagen zijn ze in touw en dan blijven ze ook nog bijvoeren tot een week of twee nadat de jongen zijn uitgevlogen. Hoewel er nog geen jong is, hebben ook buurman en buurvrouw buizerd het druk. Vooral met het verjagen van eksters. Zodra de roofvogels weg zijn van het nest, haasten de eksters zich om een ei te pakken te krijgen.

Het woord zegt het eigenlijk al .. ‘uitvliegen’ … naar buiten, uit een nest of hok vliegen. Je laat een warme, veilige plek achter. Dé plek waar je groot geworden bent, waar je verder groeide met hulp van anderen en je geworden bent wie je nu bent. Voor zo’n jonge vogel die z’n ouderlijk huis verlaat, begint het leven pas. De tijd breekt aan om je eigen leven te gaan leiden, en waar je soms vele afstanden voor moet afleggen als je naar warmere oorden trekt.

Volgende week verlaat mijn collega ons warme, veilige nest. Na ruim 12 jaar boswachter communicatie en beleven van de Zuid-Hollandse Eilanden vliegt hij uit als vrije vogel. Hij gaat genieten van zijn pensioen. Doen wat hij het liefste doet; genieten van de natuur, vogels kijken en inventarisatiewerk, lekker kokkerellen en nog meer tijd doorbrengen met zijn familie. Nou ja, ééntje hoor ik hier nog aan toe te voegen en dat is op vakantie naar zijn geliefde Spanje. Daar moet hij nu nog even geduld voor hebben.

Gelukkig blijft hij, als vrijwilliger, betrokken bij onze vereniging. Ik leerde hem kennen als een bijzondere vogel, eigenzinnig maar goudeerlijk. Boordevol natuurkennis, die ik o zo graag van hem hoorde. Ik ga onze contacten, gesprekken en geintjes missen. Geen gehatseflats meer in ons nest.

Ted, via deze weg wens ik je een mooi vogelvrij bestaan. Bedankt voor alle kennis en ervaring die je mij de afgelopen drie jaar hebt meegegeven. Ik breng jouw visie op onze natuurgebieden én het beleven ervan graag verder, uiteraard samen met de collega’s. En schroom niet als je op het eiland bent, weer even terug te vliegen naar het ‘nest’ … we houden een plekje warm.